dinsdag 6 mei 2014

Hotel California


IN DE CITYMARKELING wordt er te weinig aandacht aan besteed, maar Oostende mag zich terecht een spookstad noemen. In de Vlaamse volksverhalenbank vind je tientallen spookverhalen die zich daar afspelen. 
 
In Oostende op de kaaie bij dikke Gusten, ’t verkeerde (spookte) daar ook. En iederen avond waster daar gelijk een ratte die knaagde aan de slaapkamerdeure en ’s nuchtends zagen ze niet, geen krabbelinge op die deure, niet! - Dat was entwien (iemand) die under (hen) dat gelapt hadde. Ze zijn ton (dan) naar de Christinastrate gegaan naar de witte Heren (Dominikanen) voor ’t af te lezen. En ’t zweet stond zo dikke op die paster z’n aanzichte. En dat was ton (dan) gedaan.’ (Het staat in die verhalenbank.)
Mijn informanten zeggen dat dikke Gusten wel degelijk een bestaande figuur is, zelfs twee. Een heet Theodoor August Hintjens. Hij koopt in 1958 het vissersvaartuig O 5 Hubert-Gustaaf en hij verandert de naam in O 5 Sonja. Volgens de Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen zou deze mens inderdaad op de Visserskaai gewoond hebben, in nummer 25. 
De andere Dikke Gusten heet Heinderson en hij woont eveneens op de Visserskaai, alwaar hij een café uitbaat. Op een van die twee adressen is er later een bakkerij gekomen, want iemand zegt me dat 'de Duitse bakker' achteraf in dat spookhuis woont.
Ik ga over tot enig veldwerk en terwijl ik het op de kaai sta te bekijken ruik ik de mij niet geheel onbekende geur van marihuana. Enkele passen verder staat een vrouw in 't deurgat van een hotel een joint te smoren. Ze wenkt me. Vooruit, denk ik, dit kan me zowel naar de hemel als naar de hel leiden, we zullen zien.
In de gang gaat ze me voor, terwijl ze fluisterend zegt: ‘Welkom in ons mooie hotel. We zijn altijd open, en je bent welkom, zowel ‘s zomers als in de winter. Onze kamers zijn ruim en ze bieden allemaal een mooi uitzicht. Plenty of room, any time of year, you can find it here.'  
Op de binnenkoer klinkt er muziek en als ik door het raam kijk, zie ik daar een heleboel jongens dansen. Mijn gastvrouw lacht vertederd en zegt dat dansen goed is om herinneringen op te halen. ‘Maar,’ zegt ze, ‘ook het omgekeerde is waar: dansen is ook goed om je sommige dingen te laten vergeten.’ 
Intussen lurk ik stevig aan de joint. De vrouw en ik liggen naast elkaar op een bed. Er is ijsgekoelde champagne en er hangen spiegels aan ’t plafond. Maar opeens, zomaar, hangt er zinloos geweld in de lucht en ik begrijp dat het tijd wordt om op te stappen. 
Onderweg stoot ik op de nachtportier die me spottend zegt: ‘Kalm, man, kalm, dit is een eenrichtingshotel. Het is alleen maar bedoeld om mensen te ontvangen. Je kunt desgevallend wel uitchecken, maar weggaan behoort sowieso niet tot de mogelijkheden. We are programmed to receive, you can check-out any time you like, but you can never leave!'
Met dank aan Eddy Eneman en Eddy Serie voor de informatie betreffende dikke Gusten.
(*) Daar is intussen een opmerking over binnengekomen, zie helemaal onderaan.

2 opmerkingen:

Unknown zei

August Hintjens is geen familie van Arno! De broer van Arno (Peter) werkt bij mij en ik heb het hem gevraagd...

De laatste vuurtorenwachter zei

Van Eddy Eneman kreeg ik later nog volgende toelichting: 'Ik kwam vandaag Monteny tegen en volgens hem waren er 3 Dikke Gustens. Dikke Gusten "Hintjes", woonde juist naast de Duitse bakker (over het aquarium dus) het was een café-restaurant, Renaissance. Het was een groot gebouw, het zou daar zijn geweest dat het spookte. Een andere Dikke Gusten was een zekere Luys (of ik de naam juist schrijf weet ik niet.'