maandag 25 mei 2015

Zware jongens, lichte meisjes en linkse schrijvers

Marie Windsor als Edna Tucker in de film noir Force of Evil.
Terwijl ik de film noir aan ’t onderzoeken was, viel het me op hoeveel linkse auteurs zich op dat genre werpen. Er was niet alleen de grote Dashiell Hammett waarover ik later wel een apart stukje publiceer. Er vallen in die duistere wereld behoorlijk wat linkse namen te sprokkelen. Walter Snow (1905-1973) schreef socialistische essays en deed erg zijn best om een proletarische auteur te worden, maar wat hij echt werd was iets anders: een goeie schrijver van detectiveverhalen. John Spivak (1897-1981) was een Amerikaanse communist van het soort dat het in de jaren dertig nodig vond om voor de Russische geheime dienst te werken, een informant die de stalinisten onder meer van informatie over de Amerikaanse trotskisten voorzag. Daarnaast leefde hij zich uit in het schrijven van boekjes van het pulpgenre. William Rollins Jr., waarover ik op ’t internet geen biografische gegevens vind, was een marxist die tot aan zijn dood in de jaren veertig detectives blijft schrijven. Dat deed ook Ben Appel (1907-1977). Van William Cunningham is Pretty Boy bekend, boek dat onlangs heruitgegeven werd. Het wordt omschreven als ‘The classic proletarian crime novel’. In veel linkse romans kwamen gangsters voor, zoals dat ook het geval is in de proletarische roman Jews Without Money van Mike Gold (1894-1967), een auteur die zichzelf levenslang communist blijft noemen. Misdadigers zijn er ook aanwezig in The Girl van de linkse schrijfster Meridel Le Sueur (1900-1996). En in Native Son van Richard Wright (1908-1960) staat zo’n misdadiger zelfs centraal. Dat is ook het geval in Low Company (in 1947 verfilmd als The Gangster) van Daniel Fuchs (1909-1993). Waarmee we bij de scenaristen belanden. Wanneer je de scenario’s meerekent dan wordt de linkse bijdrage wel bijzonder groot. Albert Maltz (1908-1985) die omwille van zijn linkse overtuiging in de gevangenis terechtkwam, was mede-auteur van The Naked City, film die ikzelf als meesterlijk quoteer. Abraham Polonsky (1910-1999), eveneens op de beruchte zwarte lijst van Hollywood, was de regisseur van Force of Evil (1948, gebaseerd op de roman Tucker’s (1943) van de marxist Ira Wolfert [1908-1997]). Ben Maddow (1909-1992) was o.a. auteur van The Asphalt Jungle. Kenneth Fearing (1902-1961), medestichter van het kleine, maar beroemde tijdschrift Partisan Review, schreef The Big Clock dat in 1948 verfilmd werd. Jim Thompson evolueerde van het schrijven van proletarische romans naar misdaadverhalen. Zijn pulpverhaal The Killer Inside Me werd twee keer verfilmd. En dan is er natuurlijk ook nog het onovertroffen Nightmare Alley (1946) van William Lindsay Gresham (1909-1962), overduidelijk links geïnspireerd. Als film noir werd het uitgebracht in 1947. 
Waarmee dit stukje over zware jongens, lichte meisjes en linkse schrijvers los van mijn oorspronkelijke bedoeling op een kleine encyclopedie is beginnen lijken.

Geen opmerkingen: