— Illustratie van een kattenpiano, uit La Nature (1883) — |
Omdat ik iets wil doen aan mijn cultureel niveau, dat zoals bekend erg laag-bij-de-gronds is, neem ik me voor om jaarlijks een museum te bezoeken. Slechts één, zo
hoor ik u smalend opmerken, maar weet dat ik dat niet ga doen zoals gij,
oppervlakkig en een geeuw onderdrukkend; neen, ik wil zo’n museum heel en gans doorgronden,
zo zeer zelfs dat de suppoosten op den duur gaan denken dat ik een vijs los
zitten heb. Dat laatste geldt echter niet voor het museum dat ik als eerste uitkies, dat van de denkbeeldige muzikale
instrumenten, dat u hier trouwens ook zelf kunt bezichtigen, want dat spel bestaat alleenlijk op ’t
internet.
Er zijn wel meer musea van muziekinstrumenten. Er is er een in Berlijn,
Parijs en Phoenix en een zeer goeie in Brussel. In die musea vindt de bezoeker ook curiositeiten, zoals een ietwat groot uitgevallen tromba marina en instrumenten
die het net niet gehaald hebben, zoals een te gecompliceerde trombone
van Adolphe Sax, maar de merkwaardigste instrumenten bevinden zich toch in
het virtuele museum waarin ik heden uw gids ben. Daarin vinden we namelijk
‘fictofonen’, dat zijn denkbeeldige instrumenten. Die bestaan dus niet, maar ooit heeft iemand ze wel bedacht en daarvan getuigen geschriften, tekeningen en schema’s
die in dat museum te zien zijn. En ’t zijn zeker niet de minsten die zich
met zo'n uitvindingen onledig houden. Francis Bacon heeft het in zijn utopie New Atlantis (1626) bijvoorbeeld over geluidshuizen, waarin een ongehoord grote variatie aan onbekende geluiden
geproduceerd wordt. De passage waarin Bacon het heeft over ‘divers instruments of music
likewise to you unknown’ wordt in 1958 door een pionier
van de elektronische muziek op de deur gespijkerd van de BBC-studio waarin dat
soort muziek een kans krijgt. Of hoe een utopie uit 1626 als 't ware in 1958 verwerkelijkt wordt.
Weerzinwekkend
is dan weer de kattenpiano, ongetwijfeld een doorn in het oog van Gaia. Al in
de late XVIde eeuw vind je daar een afbeelding van, dat is nota bene meer dan honderd
jaar voor de piano zelf uitgevonden wordt! In 1803 is er een geleerde medemens
die het instrument, mits goed gebruikt, therapeutische krachten toeschrijft: de katten moeten ‘in een rij geplaatst worden, met een
scherpe nagel op hun staart. De aangeslagen toets drukt de nagel
neerwaarts, wat bij de overeenkomstige kat een geluid produceert. De te behandelen persoon dient zo geplaatst te worden dat hij naar de
gezichten van de katten kijkt terwijl hij luistert.’ ’t Schijnt goed te werken bij personen met
concentratiestoornissen. Ik twijfel daar toch wel een beetje aan, want zo'n persoon kan mijns inziens gemakkelijk afgeleid worden door de vraag wat er mis is met de diersoort die dat soort dingen bedenkt.
Flor
Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten