In Wenduine kom ik de
duinbossen uit. Ik passeer de Molen van Hubert, steek het plantsoen over dat
naar sabelsleper Alphonse Lange genoemd werd en trek een duinpad op
dat me naar de Persepit leidt, een duinpan
die deze zomer met beeldhouwwerk gevuld wordt.
In de luwte van het toerisme toont de Persepit me mooie beelden.
Een ervan is me een raadsel. Een gebogen figuur, in verschillende materialen (gips,
schroot, textiel…), erg gehavend door de elementen. Aan de mansfiguur hangt een touw. Het beeld
suggereert iemand die een visnet over het dak van het achterliggende gebouwtje sjouwt. Maakt dat gebouwtje deel uit van het kunstwerk? Menig
interpretatie dient zich aan. En ze vergroten het raadsel.
Zie ik een mythische duinbewoner die door middel van noeste arbeid een bestaan uit zee zeult? Mooie gedachte. Mag ik aan een visser denken? Dan pas concentreer ik
me op de tweede figuur. Het raadsel groeit. Een vrouwfiguur? Probeert ze, met
inzet van haar lijf, de man tegen te houden? Waarom zou een vissersvrouw zoiets doen? Misschien is het omgekeerd en moet ik bij de mansfiguur denken aan iemand
die het huisje in de vernieling trekt. Probeert de vrouw de zaak overeind te houden? (Het leven zoals het al eens is.) Ook dat is een mooie gedachte.
Het hoofddeksel van de sjouwer laat me aan de helm van Don Quichot denken. Zijn we getuige van een maritieme
interpretatie ervan? Wil Sancho Panza de dolende ridder voor een zinloos gevecht behoeden? Ook dat is een mooie
gedachte, maar ze ontsnapt, denk ik, net als de vorige, aan de bedoeling van de maker.
Het beeld maakt deel uit van een groepstentoonstelling van Artslag↗︎. Via de website geraak ik bij secretaris Henk
Korthuys. Hij antwoordt: ‘Het visnet op het dak
is een kunstwerk van Manon Huguenin. De twee figuren zijn van Joseph Berkers. De werken zijn met
elkaar verbonden en hebben met elkaar van doen.’
Twee werken, twee kunstenaars. Korthuys bezorgt me de mailadressen. Ik
contacteer hen. Geen antwoord. Ik blijf verweesd achter met drie vergezochte
interpretaties: vissersgezin, disfunctionele familie, historische evocatie. Geeft
niet, het verhaal past perfect in mijn poëtica↗︎.
(°) Ik heb het moeten vragen. Daardoor weet ik nu dat Persepit de
duinpan (een put) is waar destijds een apparaat stond om kleiduiven te
schieten. Het gebouwtje was destijds clubhuis van de
schietvereniging. De ‘perse’ is uit de duinpan weggehaald, de naam is gebleven.
De ‘oppergaai afschieten’, zegt Het Vlaams Woordenboek, betekent ‘een goede prestatie leveren’, wat op mijn waardering voor het kunstwerk slaat. Maar, zegt datzelfde woordenboek, in ironische zin betekent het juist het omgekeerde: ‘een flater, domheid of stommiteit begaan.’ En dat kan dan weer op mijn interpretatie van dat werk slaan.
De ‘oppergaai afschieten’, zegt Het Vlaams Woordenboek, betekent ‘een goede prestatie leveren’, wat op mijn waardering voor het kunstwerk slaat. Maar, zegt datzelfde woordenboek, in ironische zin betekent het juist het omgekeerde: ‘een flater, domheid of stommiteit begaan.’ En dat kan dan weer op mijn interpretatie van dat werk slaan.
1 opmerking:
Leuk dat ge de Persepit en werk daar beschrijft, zoals ge het zelf ziet. Welke interpretatie ook, het blijft werk met een eigen verhaal erachter. Meegedeeld door de makers, of niet.
Een reactie posten