woensdag 28 augustus 2019

Drie stukjes in de vorm van een kweepeer (drie variaties op de ‘male gaze’)

(1) — Ze is een en al zinnelijkheid. Ik kijk toe hoe ze me haar billen toont. In de hitte van de nacht mengt de champagne zich met ons vers zweet. Mijn handen maken een reis over het landschap van haar lichaam. Eerst haar schouders, dan haar rug en vervolgens gaat het onbeschaamd naar beneden, waar ik haar kont opzoek. Terwijl de olie overdadig in haar bilnaad loopt, maakt lust zich van mij meester. Ik zeg dat ik geil ben, maar zij verstaat heil. Ze keert zich om, zegt Don’t mention the war, staat op en stapt in ganzenpas de kamer uit.

(2) — Ik kom achter haar staan en leg mijn hand op haar kont. Terwijl we samen door het raam naar het straatgebeuren kijken, begin ik haar rok omhoog te schuiven. Ze geeft geen krimp. Buiten gaan twee vechtersbazen elkaar te lijf. Ik trek haar broekje weg. Daar, voor dat raam, neem ik haar van achteren. Tegen de tijd dat de politie de vechtersbazen van elkaar komt scheiden, zijn we beiden klaargekomen. Schaars gekleed blijven we voor het raam staan en zwaaien goedkeurend naar de flikken, die de vechtersbazen in de combi gooien, om hen mee naar het bureau te nemen.

(3) — Buiten gaat de storm tekeer, binnen brandt het houtvuur. Ze keert zich om, toont me haar billen. Terwijl ik mijn pik omklem om haar te penetreren valt me een tattoo op. In het schijnsel van het vlammenspel lees ik op haar rechterbil HashtagMeToo. Ik schrik hevig. Het houtvuur mag nog wel hevig branden, mijn lust is wel compleet geblust. Uit het lood geslagen keer ik op mijn schreden terug. Ik scharrel mijn kleren bij elkaar, trek de deur achter me dicht en haast me naar de bushalte, waar men me meldt dat de Avondlijn omwille van de storm is afgeschaft.














De male gaze! Tot voor kort had ik er nog nooit van gehoord. Ik lees de term voor ’t eerst wanneer ik een stukje over de film La Vie d’Adèle wil schrijven. Als ik het thema kort daarna ook nog aantref op een schilderijententoonstelling beslis ik om er zelf iets mee te doen. Zelf een man zijnde en altijd schrijvend vanuit mijn eigen, mannelijke standpunt ben ik ten slotte een ervaringsdeskundige. Ik ben in mijn eigen oeuvre op zoek gegaan naar de vermaledijde mannelijke blik en selecteerde er drie verhalen uit die er niet om liegen. In elk van die drie verhalen is de mannelijke blik op de vrouwelijke kont gericht. Ik herschrijf ze tot alleen de kern ervan overblijft en dit is het resultaat. Zelf ben ik blij dat de verhalen ook lichtvoetig zijn en dat ze van Mijn persoonlijke poëtica getuigen.
 

— Dimer Geedts toont de partituur van 
Drie stukjes in de vorm van een kweepeer —
En nu: muziek ! Drie stukjes in de vorm van een kweepeer maakt inmiddels deel uit van het repertoire van de poëzieband OSC Avondgenoegen. Dimer Geedts heeft er een muziekstukje bij bedacht dat net als de verhalen Drie stukjes in de vorm van een kweepeer heet. Ja, de geest van Erik Satie waart over ons gemeenschappelijke werkstuk. Tekst en muziek zijn gezamenlijk te beluisteren op de podcast. Je moet dat zeker eens doen: klik hier !

Flor Vandekerckhove

1 opmerking:

Marijke zei

Hip hip Hoera voor Dimer!