— Van
links naar rechts: Dimer Geedts (De Laatste Pianoman), Gabriël Fauré,
Claude
Debussy en Flor Vandekerckhove (De Laatste vuurtorenwachter). —
|
Ge weet dat we ons verenigd hebben, De Laatste Pianoman⇲
en ik, in de Ostend
Social Club Avondgenoegen, ik heb dat al meer dan genoeg verteld.
Sindsdien val ik haast dagelijks op mijn gat. Van verbazing, door wat ik allemaal uit de mond van De
Laatste Pianoman verneem. Terwijl hij op z'n dooie gemak een joint rolt, zegt hij bijvoorbeeld: ‘Wat
Avondgenoegen doet, past perfect in de art nouveau.’ Mijn
verbazing is dan zo groot dat ik een nieuwe alinea aanhef.
Zelf worstel ik hevig met de begrippen art nouveau en art déco⇲ — wat komt eerst en wat laatst,
wat heeft krullen en wat niet, ik moet het telkens weer opzoeken — maar voor De Laatste Pianoman is het poepsimpel: art nouveau is de pianomuziek waarvan hij houdt: Gabriël Fauré, Claude
Debussy, Maurice Ravel … Bij mij, literaire poot van het duo, ligt dat moeilijker.
Wil ik met schrijvers uit dat tijdvak — vooral symbolisten toch — vergeleken
worden? Met de jammerende Georges
Rodenbach⇲ van Bruges-La-Morte⇲ bijvoorbeeld, of met de
superdecadente Joris-Karl Huysmans⇲: kunst
om de kunst, spleen, ennui … Ohlala! Val ik dan niet ten prooi aan de om ons heen heersende ondergangsstemming, met een blik gericht op het verleden? Is
het niet de taak van de schrijver om het cynisme te overwinnen en de dingen een positief
voorwaarts gerichte wending te geven? (’t Is maar een vraag hoor.) En zoveel woorden dat die mannen nodig hebben om een scheet in een netzak⇲ te beschrijven!
— Bovenaan zien we Claude Debussy aan 't werk in het salon. Onderaan treedt Avondgenoegen in het salon op. — |
Daartegenover staat dat ik Een zwerver verliefd van Arthur van Schendel⇲ graag gelezen heb, al dien Ik eraan toe te voegen dat
ik twintig was. Maar ook vandaag nog, op hoge leeftijd, lees ik graag voor in zo’n
literair salon dat me, wellicht ten onrechte, aan die tijd laat denken, terwijl het
publiek — vooral dames — smachtend toekijkt hoe De Laatste Pianoman met
vaardige vingers de toetsen beroert. Ooooo, wat hoor ik die dames graag kirren
als ik in een poëem vernuftig het gebruik van de tepelklem aanroer, zoals in Drie
variaties in de vorm van een femme fatale⇲. Na afloop wil ik ook altijd meteen naar Parijs emigreren.
Maar steevast gebeurt dan iets anders:
‘In een bruin café wacht ik de trein af die me naar Parijs zal brengen. De regen gutst neer, het Oostendse weer heeft zich al aan het symbolisme van de art nouveau aangepast. Gezeten in de gelagkamer met een petit café noir, een sneetje spacecake en een stevig stuk roquefort soes ik weg. Ik heb nog net tijd een kaartje te nemen en mijn bagage aan te geven. Maar tegenzin overvalt me, ik gelast de reis af en in een koets thuisgekeerd, laad ik mijn bagage uit, moe maar voldaan alsof ik van de lange reis was teruggekomen.’
’t Is een spelletje dat ik speel hoor, met een citaat uit A rebours, bijbel van de decadente literatuur. Wel een
vruchtbare oefening, ik ontdek dat ik toch iets met die Huysmans gemeen heb: ook
ik plof graag in mijn zetel neer, moe maar tevreden, als was ik van een lange
reis teruggekeerd. Waar ligt de rest van die spacecake?
Voor de rest treedt O.S.C. Avondgenoegen dit jaar nog op
in WENDUINE, Persepit (in de duinen), 24 november, 14 uur en
in OOSTENDE, De Grote Ruutten, 1 december, van 18 tot 21 uur. Ook u
kunt Avondgenoegen boeken: schrijf naar liefkemores@telenet.be en we epibreren meteen hoe we ’t gaan doen.
2 opmerkingen:
Ook ik heb alleen maar mooie herinneringen aan de lectuur van 'Een zwerver verliefd', zij het dat ook de mijne fel aan het vervagen zijn...
Dirk Ooms
Goe bezig! top :-)
Een reactie posten