Vanuit mijn
keukenraam kijk ik uit over een dierenpark. Emoes, kippen, ezel, moeflons, damherten,
ik vergeet er. Al die soorten leven samen, niet náást elkaar, maar vreedzaam mét elkaar.
Is dat niet schoon? Wanneer je etensresten over de draad gooit, wat eigenlijk
niet hoort, komen ze daar gezamenlijk op af. De zachtaardigste soorten doen
niet onder voor vader moeflon die nochtans bijzonder bazig is. Kippen pikken
het voer weg tussen het vervaarlijk zwiepende damhertengewei. Zelfs de
kauwen doen mee, als ze al de moeite doen om van vader ezels rug af te
komen.
Soms vraag
ik me af hoe die kauwen weten dat ik geen ezel ben. Zo’n kauw denkt er niet aan
om boven op mijn hoofd te komen zitten. En wat ik me ook afvraag: wat
denken de ezel en het damhert over me als ik ’s avonds in het donker voorbij dat
park wandel, op weg naar mijn geliefde? Hopelijk vinden ze dat ik dezelfde rust
uitstraal als de oude man in dat gedicht van William Wordsworth.
Over het
gedicht nog dit. Op het net staan verschillende sites die me leren dat het gedicht hier
stopt. Er bestaat wel nog een andere versie. Die is opgenomen in De mooiste gedichten van William Wordsworth,
(°) Die is langer dan wat hierboven staat en heet Old Man Travelling, a sketch. Die schets heeft een strofe meer, en
daarin neemt het gedicht een onverwachte wending. In de vertaling van Ivo van
Strijtem gaat het als volgt: ‘— Ik vroeg
hem waar hij heen wou gaan, en wat / Het doel was van zijn reis. Hij
antwoordde: / Wel heer, ik ben al vele mijlen onderweg / Om aan mijn zoon
vaarwel te zeggen; hij was / Matroos en werd na een zeeslag naar Falmouth /
Gebracht, waar hij in een ziekenhuis op sterven ligt.’
(°) William Wordsworth. De mooiste gedichten van William Wordsworth. Een uitgave in de reeks Wereldpoëzie van De Morgen (© 2004. Uitg. Lannoo Tielt).
[In DLVuurtorenwachter dateert deze post van 2020. In 2022 redigeer ik hem opnieuw ten behoeve van de FB-groep Bredene Voor & Van Iedereen.]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten