Hij is een van mijn lievelingsdichters, vooral omwille van zijn manier van doen. Op zondag 22 december kreeg Peter Holvoet-Hanssen een ferme Gandaham mee naar huis, trofee waarmee de laureaten van de Louis Paul Boon-prijs bedacht worden. Het gedicht 'Mijn vriend Peter Holvoet-Hanssen' is het eerste in een serie waarin ik de dichters huldig die mij geïnspireerd/gestimuleerd hebben. Volgen nog: 'Mijn vriend Hendrik Marsman', 'Mijn vriend Delphine Lecompte' en 'Mijn vriend James Tate'. U begrijpt dat ik hen omwille van die dichterlijke nabijheid 'vrienden' noem, en niet omdat we bij elkaar op de koffie gaan of zo, wat in het geval van Marsman (†) en Tate (†) een macabere bedoening zou zijn. En ten slotte nog dit: onderstaand gedicht torste eerst een andere titel, u vindt die terug in het youtubefilmpje dat van dit gedicht gemaakt werd.
|
Mijn vriend Peter Holvoet-Hanssen
Ik bevind me in het parkeergebouw alwaar de dichter van de grote reuzin
Straks een indrukwekkende klomp vlees overhandigd krijgt en dat is
Ook de reden waarom ik heden De Laatste Vuurtoren ontvloden ben en
Mijn Laatste Lamp op dat indrukwekkende stuk vlees laat schijnen.
Een al even indrukwekkend vrouwmens beroert in de entree het draaiorgel
En produceert daar klanken van tierelantijne tierelantijne tierelala
Die in mijn hoofd een almaar doller wordende en welhaast onbeheersbare
Kolk van inspiratie tierelantijne tierelantijnen op gang brengen tierelala.
Iedereen is er en Ivo Michiels is de boekverkoper van de dag en ook
Adriaan is er en Pjeroo die me ooit naar mijn eerste uitgever geleid heeft
Een klootzak die zijn spel Nioba noemde edoch zelf zijn kinderen opvrat
Ja er loopt wat rond in de wereld van de letteren dat weet gij ook wel.
Iedereen is er en ook de enige Vlaamse beroepsvisserin is er en haar
Echtgenoot die naast visser dichter is en ridder en de schelpenblazer is er
Met zijn wijf waardoor dit godver wel op een reünie lijkt en zelfs Stefaan
Is er wiens gedichten best tot uiting komen als hij ze zittend in zijn zetel leest.
Uiteraard is ook de dichter van de grote reuzin zelf van de partij en minzaam
Gaat hij handjes schuddend tierelantijne tierelala rond en wanneer
Hij ook mij aanraakt ontploft in mijn hoofd de dol geworden kolk van
Inspiratie aangezwengeld door dat vrouwmens met haar orgel tierelala.
Iedereen is er en boven iedereen uit torent de langbenige rock ’n roll
Laagwaterheks die haar basgitaar op ’t podium heeft klaarstaan wat me laat
Nadenken over wat ik allemaal zal missen als ik er straks noodgedwongen
Want voortgestuwd door de in mijn hoofd ontplofte inspiratie van onder muis.
Want dat ga ik natuurlijk wel doen en niet zozeer omdat ik ’t altijd doe
Maar in de eerste plaats omdat ik aangeraakt ben door de dichter van de
Grote reuzin en door de klanken van dat indrukwekkende vrouwmens dat
Tierelantijne tot in ’t diepste van mijn wezen heeft weten door te dringen.
Ik verneem dat de langbenige laagwaterheks de met een ham gefêteerde
Dichter straks tot een bluesversie van zijn poëzie bewegen zal en ik wil dat
Uiteraard wel horen maar zolang blijven is nu schier onmogelijk geworden
Mijn hand tast al in de jas naar m’n met groene inkt gevulde dichterspen.
Iedereen is er en iedereen is blij en iedereen verkneukelt zich in wat het
Programmaboekje belooft aan muziek en ridderen en overhandigen en
Dankwoorden en als afsluiter Navagio met bluesstructuur waarvoor de
Langbenige rock ‘n roll laagwaterheks haar basgitaar heeft meegebracht.
Iedereen in die feestelijk opgetuigde parking heeft massa’s tijd te verdoen
Maar ik niet want ik onderga een mutatie en word tierelantijne tierelala
Een vuurtorenwachter die sneller dicht dan zijn schaduw waardoor ik vanaf
Heden veel meer genoemd zal moeten worden dan alleen maar de Laatste.
Nog voor het programma van start gaat heb ik het in gedachten al helemaal
Beleefd en wacht ik alweer op de 76 die me van de parking naar Sint-Pieters
Voert waar ik de trein neem die me het veranderende klimaat doorklievend
Net op tijd thuis zal brengen want ’t is vroeg donker in deze tijd van het jaar.
Terwijl de trein Oostende eindstation nadert hoor ik al de roep van de Laatste
Vuurtoren die zich tot mij richt met een lied van Freddy Quinn die zingt
Junge, komm' bald wieder, bald wieder nach Haus en ook nog andere zinnen
Die ik niet vertaal als bijvoorbeeld Jonge, fahr' nie wieder, nie wieder hinaus
Terwijl de trein vertraagt versnel ikzelf ’t neerschrijven van dit gedicht en kijk
Nog voor de deuren van de trein zich openen heb ik De Laatste Zinnen van
De Laatste Strofe neergezet en schrijf ik bovenaan nog vlug de titel die luidt
Hij dicht nu waarlijk vlugger dan zijn schaduw De Laatste Vuurtorenwachter.
Flor Vandekerckhove
Van dit gedicht werd een filmpje gemaakt.
Ge moet daar eens naar kijken, ge móet!
Ge moet daar eens naar kijken, ge móet!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten