— Jeff Tweedy (hier met zijn levensgezellin Susie) schrijft in zijn memoires hoe hij van de ene drug op de andere overtapte. Of hoe de ene stapsteen naar de volgende leidt, en neen, het begint helemaal niet met cannabis. Over de memoires van Jeff Tweedy postte ik hier al een stukje, dat ging toen over zijn boekenkast (en ook wel over de mijne.) — |
‘Ik herinner me eerlijk gezegd niet dat er
een tijd in mijn leven geweest is waarin ik géén hoofdpijn had.’ Deze
verschrikkelijke mededeling staat in de memoires (°) van Jeff
Tweedy, frontman van Wilco: ‘Mijn
theorie (…), is dat migraines, althans de mijne, met stemmingsstoornissen
verbonden zijn.’ Het is ook de kip of ei kwestie: ‘Wie weet
waar de stemmingsstoornissen stopten en de migraines begonnen? Ze konden elkaar
voeden en alles erger maken.’ En verder: ‘De migraines waren echt en dat waren
ook de paniekaanvallen. Maar welke kwamen eerst?’ Ook elders
in de familie zijn er ‘tal van
gediagnosticeerde en niet-gediagnosticeerde stemmingstoornissen en de manier om
ermee om te gaan was meestal alcohol.’ Jeffs vader deed het dagelijks met
een twelve-pack. Hij stopte ermee toen hij 81 was: ‘Toen begon hij paniekaanvallen te krijgen, voor het eerst sinds hij
jong was.’
Alcohol is ook
het eerste waarmee Jeff de paniekaanvallen te lijf gaat. Als hij 23 is schakelt
hij over op weed, want hij heeft de alcohol te veel ravage zien maken. Maar marihuana
is geen partij voor zijn stoornis, net zomin als cola of sigaretten dat zijn.
Hij is 30 als hij op een versnelling hoger gaat: opiaten als Valium, Vicodin, Percocet, Lortab, Norco …
‘Ik heb echte migraines, ik heb echte
paniekaanvallen. En het getuigt alleen maar van verantwoordelijkheid dat ik
manieren zoek om die te controleren, zodat ik mijn job kan blijven doen.’ Dat
is wat hij zichzelf wijsmaakt, maar wat echt gebeurt is dat hij in een
maalstroom terechtkomt die hem almaar dieper naar beneden trekt.
Eerst
probeert hij er op zijn eentje mee te stoppen, met catastrofale gevolgen. Dan
volgt een hospitaal, waar men hem zowel voor zijn angststoornissen als voor
zijn verslaving behandelt. En ‘t is niet in zo’n modieuze kliniek waar the rich & famous zich aan het zicht
onttrekken, maar in ‘a very hard-core
city hospital in an underserved neighborhood.’ Tijdens zijn maandenlange
opname zijn er periodes waarin hij de enige blanke patiënt is. Het zijn zwarte medepatiënten die hem het goede voorbeeld geven en Jeff Tweedy slaagt er
uiteindelijk in om nuchter te blijven.
Het boek
bevat een dialoog tussen Jeff en zijn gezellin Susie, waarin hij haar vraagt of
hij helemaal eerlijk is in de beschrijving van zijn verslavingsproblemen. Dat gesprek
opent met een zin die beter dan wat ook zegt wat een verslaving is: Susie: ‘Ik kan nog altijd niet geloven dat je
vermeldt dat je mijn moeders kankermedicijn gestolen had.’
Flor
Vandekerckhove
(°) Jeff
Tweedy. Let’s go (so we can get back) A memoir of recording and discording
with Wilco, etc. 2018. NewYork. Uitg. Dutton, An Imprint of Penguin Random
House LLC. 293 pp.
De laatste roker
Geen opmerkingen:
Een reactie posten