zaterdag 2 mei 2020

Pannenaars bergen schip en halen slag thuis

— Antwerpen, 28 november 1888 — De vissers van De Panne, die de Duncow hebben geborgen, poseren, samen met hun echtgenotes, aan boord van het schip. Vooraan zittend van l. nr r.: Frans Lycke, Jacobus (Arnoldus) Matsaert, Frans Guilleman, Pieter (Pier Kloefe) Decreton (patroon van de P.94 Reine des Cieux). Staand daarachter van l. nr r.: Honorine (Riennemoeie) Vanille, M. Vanille (patroon van de P.23), Sofie Velghe, Carolus (Karol) Pyson (patroon van de P.2 Deux Frères), Clémence (Mance Lambrecht) Demersseman, Henri (Kloefelerze) Christiaen. Achteraan van l. nr r.: David Verbanck, Mélanie (Maerten) Lambrecht, Ward Maerten (patroob van de P.4 Mélanie), Frans Vanhove, Hippoliet (Polieten Bonne) Beyen, Door Pyson en Pol Calcoen (patroon van de P.9 Alexis). —


De Engelse stalen driemaster Duncow heeft pech. Onderweg van Chili naar Engeland strandt het schip op 24 november 1888 op de Breedbank nabij Duinkerke. De bemanning wordt gered, maar het schip blijft achter. Er komt storm en het vaartuig geraakt op drift. Vissers uit De Panne merken tijdens de visvangst het zwalpende schip op. Ze gaan aan boord en helpen het te bergen, tot in de haven van Antwerpen. Omdat ze zodoende recht menen te hebben op een vergoeding, weigeren ze daar het schip te verlaten. Ze laten zelfs hun echtgenotes uit De Panne overkomen en installeren zich gerieflijk aan boord. De inzet is groot: volgens de wet hebben de vissers recht op de helft van de waarde, zowel van de vracht als van het schip.
Begin 1889 komt de zaak voor. De rederij heeft het over de vissers als zijnde kapers, maar de Pannenaars halen wel degelijk hun slag thuis. 
Al deze gegevens haal ik uit een vaag benoemd document [het vermeldt alleen NST 2015-07-27] dat Arne Pyson me toestuurt. De Pyson die op de foto staat is overigens diens overgrootvader. De tekst maakt met een voorbeeld duidelijk wat het bedrag van de vergoeding destijds te betekenen had: ‘Na aftrek van erelonen en verdeling kwam Hippoliet Beyen 2.380 frank toe. Hij bouwde er een huis en een schip mee. Als men weet dat een handarbeider toen elf frank verdiende in een zesdagenweek van 12 tot 14 uur werken per dag, kan men ongeveer de vergelijking maken.’
Flor Vandekerckhove

[In DLVuurtorenwachter dateert deze post van 2020. In 2021 redigeer ik hem opnieuw ten behoeve van een FB-groep die zich over De Pannen buigt.]

Geen opmerkingen: