Juliette Gréco en Michel Piccoli,
een koppel tussen 1966 en 1977.
|
Op 12 mei overleed Michel Piccoli (1925-2020), acteur en filmregisseur. En voor uiterst links een steun & toeverlaat. De Franse trotskist Alain Krivine vermeldt hem in zijn memoires. (°) Ik vertaal het citaat als herinnering aan Piccoli, en ook wel omdat het duidelijk maakt hoe heftig de periode was die op het evenement volgde dat we als Mei 68 kennen.
We schrijven 1973. De Franse trotskisten slaan een bijeenkomst van fascisten uiteen en de Ligue wordt buiten de wet gesteld:
We schrijven 1973. De Franse trotskisten slaan een bijeenkomst van fascisten uiteen en de Ligue wordt buiten de wet gesteld:
’De Liga was vertrokken voor een tweede ronde van “onwettelijkheid”. Zijn belangrijkste verantwoordelijken, min of meer gezocht door de politie, maakten weer gebruik van adresboekjes om vrienden te zoeken die bereid waren hen te herbergen. Daniel Bensaïd en Henri Weber waren bij Marguerite Duras beland, ik werd verwelkomd bij Lucienne Hamon, later bij Michel Piccoli en Juliette Gréco, in de rue de Verneuil. Ik had Michel Piccoli ontmoet op bijeenkomsten georganiseerd door Michel Rotman, een van onze leiders, die met het artistieke milieu vertrouwd was. Het contact was gemakkelijk gelegd, want Piccoli was nieuwsgierig in alles. Net als Sartre en vele anderen in de jaren zeventig wilde hij zich meer engageren en hij stelde zich zelfs vragen over zijn beroep. In tegenstelling tot wat de mao’s met de kunstenaars deden die ze beïnvloedden, hadden wij hem afgeraden om “naar de fabriekspoorten” te gaan. Elkeen moest in staat zijn om vanuit zijn eigen vaardigheden een positieve rol te vervullen. Hij kwam ons opzoeken in de bistro in de Guéménéesteeg. We dronken een glas, achteraan in de gelagzaal, voor het oog van waard en klanten die versteld stonden van het gezelschap waarin ze toefden. Zonder dat hij uiteraard al onze standpunten deelde, had Michel Piccoli drie jaar later nog eens de gelegenheid om ons een dienst te bewijzen. De Liga wilde een lening afsluiten om een rotatiepers te kopen, wat ons zou toelaten het dagblad Rouge quotidien uit te brengen. Ondanks de waarschuwingen van zijn bankier stelde hij zich garant voor de lening en hij bracht als aanbetaling een studio in die hij in de rue Monsieur-le-Prince bezat. Zijn vertrouwen en zijn vrijgevigheid maakten de geboorte van de drukkerij Rotographie mogelijk, die nog altijd actief is.’
Hier past een liedtekst bij, vind ik.
Those were the days my friend / We thought they'd never end / We'd sing and dance forever and a day / We'd live the life we choose / We'd fight and never lose / For we were young and sure to have our way.
Flor Vandekerckhove
(°) Alain Krivine, Ca te passera avec l’âge. Flammarion. 2006. ISBN 978-2-0806-8340-3. pagina 142.
De boerin uit West-Vlaanderen en de kersentijd
Geen opmerkingen:
Een reactie posten