donderdag 22 oktober 2020

Als er een in zijn kot blijft, ben ik het wel



In Brussel werd ik al eens l’ours genoemd, de beer, een die zich diep in zijn grot ophoudt; en in Oostende zei men ontsnappingskunstenaar: hij is er, en oeps!, hij is weer weg. Erg sociabel ben ik nooit geweest. Een verdienste is dat niet, ’t is gewoon hoe ik ben. Het is ook iets waar een mens zich op tijd en stond overheen moet zetten. Ik doe dat ook wel. Ik heb aan politiek↗︎ gedaan, een tijdschrift↗︎ uitgegeven, present getekend op bijeenkomsten, mezelf tegen beter weten in lid van een kunstenaarsbende↗︎ gemaakt, ik heb lezingen↗︎ gegeven, verhalen↗︎ verteld, poëzie↗︎ gedeclameerd… En dat gaat. Tot… ik een grens bereik. Waarna ik verander in een mens die nóg onaangenamer is.
Ik kan zeggen waar die grens ligt. Stel u de wereld voor als een blad gelinieerd schrijfpapier: rechts volop plaats om te schrijven, links de marge, de twee gescheiden door een verticale kantlijn. Indien u van de wereld bent, dan bevindt u zich rechts van die lijn, u hebt plaats te over; staat u marginaal in het leven dan is uw plaats links van de kantlijn, in de marge. Mijn plek in ’t leven is de fijne streep tussen die twee, op die lijn voel ik me thuis. Veel plaats is daar niet, ’t is een streep — hou maar eens je evenwicht — en ja, ik val er al eens af. Dan moet ik weer op mijn strepen — mijn streep, die kantlijn — gaan staan.
Nu is ‘t weer zo’n moment. Om niet toe te geven aan mijn neiging me al te veel te isoleren, heb ik na mijn pensionering publieke optredens georganiseerd: eerst met vissersverhalen↗︎, begeleid door accordeonist Noël Warmoes, later met poëzie, met Avondgenoegen↗︎. In kunstplatform Artslag↗︎ heb ik dit jaar zelfs deemoedig contact met andere dichters gezocht. Waarbij het alarm afgegaan is. 
Ik moet weer op mijn streep gaan staan. Mij ga je niet meer op ’t podium zien. Wie me wil lezen doet het in De Laatste Vuurtorenwachter. Wie méér van me wil lezen, vraagt een e-boekje uit het fonds van De Lachende Visch. Wilt u me bezig horen? Doe het op youtube. Wilt u me zien? Begeef u naar het hoogste duin en kijk uit over ’t strand; veel kans dat ik die ene wandelaar ben die daar beneden loopt, ietwat voorover gebogen, handen op de rug, over de zee uitkijkend, zachtjes met Bob Dylan neuriënd: I know how it happened / I saw it begin / I opened my heart to the world / and the world came in.


Er rest mij nog één taak

www.youtube.com/watch?v=zODNn20wtd4


4 opmerkingen:

laurentius.vanacker zei

Ik zie je 's morgens voorbij rijden, door mijn keukenraam. Je rijd met je fiets in het vuilste stuk Duinenstraat van Bredene. Waar maanden aan één stuk elke dag grote vrachtwagens hun zand en keien tegen mijn garagepoort werpen. Waar ik elke morgen het slijk en zand moet vagen en de goot vrijwaren tegen verstopping. In het begin ruimde men een beetje , nu komt er soms in het weekeind een verdwaald straatveegtoestel. Ik hoop dat je daar nog lang mag fietsen zonder uit te schuiven , want er komt ook nog een nieuw zwembad .

Unknown zei

Flor hoop dat gezond en wel bent. Die streep daar staan we op. Links/ Rechts....maar gevangen door een virusje...klein en dapper de mensheid een opdonder gevend. Is er licht aan het einde van de horizon?
Gelukkig hebben wij de zee en het strand om voorover gebogen te wandelen tot aan de einder. Groetjes en nog merci voor het etentje. Mireille

De laatste vuurtorenwachter zei

@ Mireille. Het etentje waarnaar je verwijst was een heugelijk moment, in een restaurant dat trouwens kort geleden gesloten werd. Ik herinner me dat wij, en ook de andere klanten, er gedanst hebben. Het was du jamais vu in dat restaurant!
Groet,
Flor

De laatste vuurtorenwachter zei

@ Laurentius. Het lijkt een beetje op surrealisme, zoals je het daar beschrijft. Maar als fietser weet ik dat het maar al te waar is.
Groet, Flor.