vrijdag 22 november 2024

Kunstenaars maken het (met) bont

Meret Oppenheim. ‘Kop, schotel en lepel bedekt met bont’, ook 'Le Déjeuner en fourure'.


VANDAAG opent het Henry Moore Institute in Leeds The Traumatic Surreal, een kunsttentoonstelling. Wie er veel over wil weten klikt hier; wie het, zoals ik, liever in 33 seconden doet, kijkt meteen naar dit YouTubefilmpje — je zult zien, ’t is de moeite. Aanleiding van de tentoonstelling is de honderdste verjaardag van het surrealisme dat in 1924 van start ging met het Manifest van het Surrealisme (°) van André Breton, tekst die je hier in zijn volledigheid in ’t Engels kunt lezen en daar zelfs in zijn volledigheid in een merkwaardig Nederlands (ik veronderstel dat de vertaling van Google is, 't lijkt wel surrealisme) en voor wie daar geen tijd of goesting voor heeft, wordt dat manifest daar kort samengevat.
In Leeds tonen ze werk van zes vrouwen die surrealistische tradities aanwenden om patriarchale constructies te bekritiseren. Ik zie dat Meret Oppenheim erbij is, wat mij de gelegenheid geeft iets over haar bekendste werk te schrijven, Le Déjeuner en fourrure (Ontbijt in bont, 1936), en van daaruit verder te trekken, naar twee andere kunstenaars, alleen maar omdat ze in mijn Mac gedrieën een mapje delen waarop BONT staat, ik wacht al meer dan twee jaar op een geschikt moment om ze uit dat mapje te halen. Nu dus.
Oppenheim exposeerde haar object als onderdeel van André Bretons eerste tentoonstelling van surrealistische beeldhouwkunst (1936). Oorspronkelijk gaf ze het de prozaïsche naam ‘Kop, schotel en lepel, bedekt met bont’, maar omdat het beter in zijn kraam paste, veranderde Breton dat in Le Déjeuner en fourrure, verwijzing naar Manets schilderij Le Déjeuner sur l’herbe. 
Ik blader verder in mijn BONT-mapje en stoot op een citaat:
‘In de jaren twintig kreeg René Magritte de opdracht om de jaarlijkse catalogus te ontwerpen voor de Brusselse bonthandelaar S. Samuel et Cie. (…) Of de catalogus veel impact had op de bontverkoop is niet bekend, maar hij had in ieder geval wel effect op Magrittes werk. Op La lumière de la pôle (Het poollicht), later aangeschaft door Sofia Loren en Carlo Ponti, zijn naakte poppen als etalagepoppen opengewerkt, gebroken en gefragmenteerd, terwijl een reusachtige vogelvrouw in bont haar blik afwendt. Op Le sens de la nuit (De betekenis van de nacht) zweeft aan de rechterkant een mysterieus bedekt bontbedekt lichaamsdeel en lijkt een lichaamloze hand of handschoen het bont weg te trekken, om een glimp van een kanten petticoat en zijden kousen te onthullen. Daarnaast houdt een man in overjas en met een bolhoed zijn ogen stijf dicht en zijn jas keurig gesloten. De knopen sluiten de verkeerde kant op, alsof de jas is geleend van een van de etalagepoppen. Zijn dubbelganger kijkt uit over de zee, met zijn rug naar het zwevende bont op de voorgrond. Op de grond liggen vlokkige wolken. (…)’ (°°) 
Wie die twee schilderijen wil bekijken, vindt het eerste hier en het tweede daar.
In mijn mapje BONT zit ten derde ook een werkje van Marijke Vandekerckhove. Zij werd destijds geïnspireerd door het boek Wilder Mann van Charles Fréger. Hij doorkruiste in 2010, 2011 Europa op zoek naar 'wildermannfiguren'. Marijke ging met het thema aan de haal, wat toen resulteerde in een aantal performances / opnames en ook in wat me hier interesseert, een extreem korte video waarin een boordje bont aan de Wilder Mann-inspiratie herinnert: Lam 1/1 maat S  (2022.) (°°°)
Flor Vandekerckhove

(°) André Breton. Manifestes du surrealisme. 1985. (Bevat twee manifesten van het surrealisme, beide geschreven door André Breton.) Uit. Gallimard. 192 pp.  
(°°) Het citaat komt uit Alex Danchev, afgewerkt door Sarah Whitfield. Magritte. Een leven. Vertaald door Alex van Ginneken. 558 p. Uitg. Unieboek / Het spectrum A’dam. 2022. (op ps 178,179)
(°°°) De video staat op een FB-profiel. Hopelijk heb je toegang. Als dat het geval is, zet dan ook ’t geluid aan.

Geen opmerkingen: