Lezers lezen ook anders op ’t internet, ze surfen, ze scrollen, ze swipen, ze hebben naar verluidt een korte spanningsboog. Nog voor je goed en wel hun aandacht trekt… zijn ze alweer weg. Schrijven voor zo’n lezers moet je leren en je leert dat al doende, in mijn geval is dat experimenterend met handpalmverhalen⇲, drabbels⇲, eenparagraafverhalen⇲, provovers⇲, prozagedichten⇲, mini-essays⇲, driezinnenverhalen⇲ en oneliners⇲.… Net als de eenzame fietser die dag na dag z’n kilometers maalt, word ik er al doende beter in.
Mijn autofictieve Gauw! had vijf edities nodig om eindelijk de revolutionaire vorm te krijgen die het e-boekje nodig heeft, met luisterfragmenten en helemaal in provovers geschreven. Zo ziet het eerste hoofdstuk van Gauw! er nu uit, 100 woorden, waar ik er vroeger meer dan 700 nodig had.
Flor Vandekerckhove⇲schreeuwend
als een loeiende sirene
kom ik ter wereld
het is 1949
’t is winter en ’t is donker
de katholieke kerk heerst over de dingen
de verpleegster knispert van het Remy-stijfsel
en zegt dat het een jongen is
de dokter heet
hoe verzin ik het
debeul
en samen met debeul komt papa binnen
debeul en papa vertellen elkaar mannelijke dingen
het weer
de koning
het ijzeren gordijn
het vrouwenstemrecht
debeul presenteert een sigaret
papa aanvaardt
mama bedankt
mij wordt niets gevraagd
papa steekt me omhoog en zegt
met vaderlijk gezag
dat hij van mij een beenhouwer maken zal
De e-boeken (pdf) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel): liefkemores@telenet.be⇲. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten