
(°°) Auke Hulst. Motel Songs. Ambo/Anthos A’dam. 2017. 290 p.
* In DLVuurtorenwachter plaatst Flor Vandekerckhove sinds 1988 columns, herinneringen, leesnotities, (mini-)essays, polemieken, verhalen, gedichten… ******** ************* *********** [ISSN 3041-6442] ***** 'Deze vuurtoren belicht de verdwijnende wereld van een babyboomer/soixantehuitard.' ******** ****
![]() |
— 2016 — Flor Vandekerckhove leest zijn verhalen voor in De Grote Post Oostende. — |
Het bal der mannen
www.youtube.com/watch?v=7KEnQyW9u7k— Staf Van Slembrouck (1902-1968) draagt de gele trui in de Ronde van 1926. Hij wacht niet tot na de rit om er een op te steken. — |
‘Rond zijn dorpel hingen altijd jonge kerels, die al zijn wedervaren over de Pyreneeënritten uit zijn mond wilden horen vertellen. Dat deed hij graag.’ Zelf heeft Vilain ook naar Staf geluisterd: ‘Hoe hij eens in de Pyreneeën met een gebroken fiets staande, onmiddellijk voor de kinderfiets van een jongetje dat voorbijreed, 500 fr. wilde betalen, maar dat het jongetje antwoordde: ‘Wat moet ik met dat geld doen?’ (°)
‘De etappe van Bayonne naar Luchon wordt de verschrikkelijkste ooit genoemd. Bij de start, rond middernacht, regent, hagelt en sneeuwt het. IJskoud was het. Wegen waren niet meer als dusdanig herkenbaar, de modder lag lagen dik. In die omstandigheden werden de renners vijf cols opgestuurd. de Aubisque, de Tourmalet, de Aspin, de Peyresourde, die vijfde kan Fabio niet achterhalen.' [schrijft Fabio zelf hé.]
‘Lucien Buysse valt aan, d'n Staf reageert en moet er met bandbreuk weer vanaf. Met zijn bevroren vingers kreeg hij de tube niet van de velg. Een Engelbewaarder vermomd als vrouwtje brengt hem 'n bakske warm water waardoor hij zijn vingers kan ontdooien. Met 35 minuten achterstand kan hij de achtervolging weer in.’
‘Op de Tourmalet is het zo erg dat hij van z'n fiets moet en er simpelweg niet meer opkomt. Hij wil opgeven maar wordt door Henri Desgrange, als gele trui-drager, verplicht om door te gaan. Staf gooit zijn fiets voor de automobiel van Desgrange en gaat er bij op de grond liggen met de roemruchte woorden "Rij mij maar steendood, nondedju, dat 't gedaan is!" Die dag verliest d'n Staf de gele trui en de Tour aan Lucien Buysse.’
‘Ik heb naar een sigaret gezocht met weinig nicotine en teer, maar die toch smaak heeft. Daarom heb ik besloten op R6 over te gaan.’
— De Ronde van 1927. Van Slembrouck geeft in het peloton een vuurtje aan collega Maurice Geldhof↗︎. De roker links is Julien Vervaecke↗︎. Die wordt dat jaar derde in het eindklassement. Geldhof wordt tiende en Van Slembrouck veertiende. — |
‘Ik ben als leerling van het college afgezwaaid in 1965. In die tijd heb ik de studiezalen gekend van (I) E.H. René Bouche. Hij was de surveillant van de studiezaal van “de kleine stadsmusschen’ (stedelingen van het lager middelbaar). Bouche, intussen overleden, is later uitgetreden, gehuwd en had een dochter. Dat laatste wordt op 9 april 2023 tegengesproken door Reynold Aerts. Die zegt: ‘Toevallig las ik het artikel : « welke klas is dat? « van 30.07.2018 in ‘De laatste vuurtorenwachter’.Daar staat vermeld dat EH. René Bouche, surveillant van de studiezaal ‘de kleine stadsmusschen’ was. Dat hij uitgetreden is, overleden en een dochter had. Wel , René is niet overleden en heeft geen dochter. René is een flinke negentiger die eind februari ll. zijn 97 e verjaardag mocht vieren. René was mijn oud-leraar in de vijfde Latijnse in het college van Oostende. Wij hebben frequent contact met hem en zijn echtgenote.’ (II) E.H. Henri Van Houtte was studiemeester in de zaal van de ‘grote stadsmusschen’, Oostendenaars van het hoger middelbaar. Ook hij is overleden. In die studiezaal heeft E.H. Robert Doom hem opgevolgd.’‘Aan de noordkant van de Euphrasiene Beernaertstraat lagen op de benedenverdieping twee studiezalen naast elkaar. (III) De surveillant — de suf — van de 'boertjes' heette Louis (Attila of Pulle) Duchem, waar ik 6 jaar bij gezeten heb, want ik was van Leffinge, en bijgevolg een 'boertje'. Duchem is later pastoor in Rollegem-Kapelle geworden. Hij is in 2016 overleden. (IV) Joël — Napoleon — Vandemaele [Ook hij is later gehuwd en inmiddels overleden. Hij werd op 4 februari 2017 begraven. Mijn noot] was surveillant van de extra muros, leerlingen die juist buiten de stad woonden, zoals Bredenaars (Oudenburg…). Vandemaele had er een priester opgevolgd met de lapnaam Vitrine en na hem is E.H.Lebbe er komen surveilleren.’
‘Ik heb ook het college van Oostende als externe leerling doorlopen maar 'k ben enkele jaren vroeger dan jij afgezwaaid. De naam Soupape is ontstaan doordat hij steeds met luide stem een ssssttttttt... liet horen in de studiezaal der internen. Dat was zijn manier om de jongens tot de orde te roepen. De lapnaam lag voor het grijpen. Doordat hij al van bij de aanvang op de hoogte was van die lapnaam, zal de door jou beschreven aanval op het gezag hem wel lange tijd blijven achtervolgen zijn. Terloops: wanneer men hem beter leerde kennen, kon men makkelijk een vlot/vrolijk gesprek met hem aanknopen waarbij hij toch niet zó hatelijk bleek. Maar dat was enkele jaren vóór jullie hem leerden kennen en wie weet wat hij intussen meegemaakt had.'
‘Denk aan Orwell, die goed proza met een kaal raam vergeleek. Concentreer je op het scherpen van je geheugen en leg je gevoeligheid bloot. Schrap minstens een derde van elke pagina die je schrijft. Probeer geen uitzinnige opsmuk in je zinnen te persen. Denk goed na wat je precies wilt zeggen. Zet het zo krachtig en direct mogelijk op papier. Eet vlees. Drink bloed. Hang je sociale leven aan de wilgen en denk maar niet dat je vriendschappen kunt onderhouden.’