’t Is iets wat ik niet graag doe, want ze is niet erg geïnteresseerd in
mijn verhalen, maar toch beslis ik om er mijn vrouw bij te betrekken. ‘Kom’, zeg ik, ‘ik heb een getuige nodig’.
Ze wil me wel vergezellen, zegt ze, maar niet voor ze daar klaar voor
is. Tegen die tijd is ’t donker.
Onderweg vertel ik haar over de autopech die ik daar had en ook over die keer dat
ik het huis heropzocht. Daarop zegt ze: ‘Je bent weer een verhaal aan ‘t verzinnen hé’.
Ze wordt pas echt geïnteresseerd als ik de auto vlak voor het huis parkeer.
Het ziet er anders uit dan de vorige keren, vind ik, en de toegangspoort
is dicht. Samen kijken we naar het opvallende bordje For sale dat prominent aan het hek hangt.
‘Je hebt me niet gezegd dat
het te koop staat’, zegt mijn vrouw, half vermoedend
dat we hier staan omdat ik mijn zinnen op de koop gezet heb. Ze zegt: ‘Wat zouden wij met zo’n groot huis aanvangen?’
Voor de rest is daar niets te zien wat op mijn avonturen wijst. Mijn
suggestie om over het hek te kruipen wijst ze resoluut af: ‘Kom, we gaan.’
Op de terugweg malen de gedachten me door het hoofd. Is dat niet
vreemd, zo’n Engelstalig bordje For sale op
een huis in Vlaamse velden, en zonder telefoonnummer waarnaar je kunt bellen?
Nauwelijks honderd meter verder moeten we stoppen om koeien door te
laten die van de ene naar de andere wei verplaatst worden. In ‘t pikkedonker! De
oude boerin die de dieren begeleidt roept me in ’t licht van mijn koplampen toe:
‘Het leven dient zich aan als een
ontzaglijke opeenhoping van spektakels.’
Ik begrijp niet helemaal wat ze zegt en knik haar vriendelijk toe, maar
tegelijk slaat de schrik me om het hart. Zeker weten doe ik het niet, maar ik
denk dat ik in die boerin de oude vrouw herken die me al twee keer naar de
schuur van het huis begeleid heeft. Ik beslis er mijn ongelovige vrouw maar niets
over te zeggen.
De tocht naar het huis heeft haar nergens van kunnen overtuigen. ‘Je bent het slachtoffer van je eigen
fantasie’, zegt ze. ‘Maar ik begrijp
wel hoe ’t komt. ’t Staat goed uitgelegd in het boek dat ik aan ’t lezen ben.’
Ze steekt me De spektakelmaatschappij in handen. Ik sla het boek
open en lees het eerste aforisme: ‘Het
gehele leven van de samenlevingen waarin de moderne productieverhoudingen
heersen, dient zich aan als een ontzaglijke opeenhoping van spektakels…’
Ik krijg het er koud van. ‘Is dat
niet exact hetzelfde als wat die oude boerin ons zei?’ vraag ik.
‘Hou toch op,’ antwoordt mijn vrouw, ‘schrijf
nu maar gauw dat verhaal, zodat we ervan af zijn.’
Flor Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten