John Wheelwright (1897-1940) |
Dat boek onderzoekt de poëzie en de politieke praktijk van twee modernistische
dichters die aan het begin van de jaren dertig radicaliseren en in 1938 zelfs mee
aan de wieg staan van de Amerikaanse Socialist
Workers party, een marxistische, revolutionaire organisatie gebouwd rond
het gedachtegoed van de Russische revolutionair Leon Trotski.
Allan Wald onderzoekt welke invloed de activistische praktijk op hun
literaire werk heeft en hoe beiden omgaan met de evidente
moeilijkheden die er ontstaan wanneer een politiek activist tegelijk dichter wil blijven, of omgekeerd, wanneer een modernistische dichter aan revolutionaire politiek gaat doen. Gemakkelijk is het niet, want modernistische literatuur wordt haast per definitie gesmaakt door een
intellectuele elite en is onverstaanbaar voor arbeiders die van elke literaire
opleiding verstoken blijven. Modernistische dichters komen ook zelden of
nooit uit de arbeidersklasse voort; zowel Mangan als Wheelwright zijn telgen
van de upperclass. Door hun politieke keuze mogen ze dan hun klasse 'verraden', ze
brengen tegelijk wel hun ‘upperclassmanieren’
met zich mee. Er ontstaat een conflict wanneer zo’n dichter de arbeidersklasse benadert
en tegelijk vasthoudt aan het modernisme. Een door het christendom gevormde
mythologie komt tegenover het marxistische materialisme te staan; de houding
van de artistieke bohemien botst met de noodzaak aan revolutionaire discipline…
De kans is derhalve klein, of zelfs onbestaand, dat de poëzie van zo’n
dichter onveranderd uit dat conflict tevoorschijn komt. De veranderingen kunnen
onbewust in de gedichten sluipen, of de dichter kan zijn poëzie bewust
heroriënteren. Dat laatste is wat Wheelwright doet: ‘Wheelwright
treats the Marxist themes of the 1930s in a wholly fresh and unique manner,
appropriating from modernism such devices as sudden shifts in perspective, unidentified
voices, and enigmatic symbols. Furthermore (…) Wheelwright explains that he “develops Lenin’s grammatical example” by using
the personal pronouns “they, for capitalists; you, for wage earners; we, for
professionals.” In this exemplary note, which reveals a complication in the
work while also affirming a political identity, he attempts to use a modernist
strategy to resolve the tensions between political ideology and the creative
act.’
Wheelwrights politieke vrienden klagen over de moeilijkheidsgraad van
diens gedichten, maar hij blijft onwrikbaar en ‘conceded that they might be
difficult but insisted that they were not obscure. In a 1938 essay in Partisan
Review, he pointed out that an authentic revolutionary poem might recognize
“mysteries and wrestle with them, which is a different matter from willful
mystification, although indistinguishable to persons who have stultified their
interior resources. Poets need little care if they be called obscure by Philistines.”
He genuinely believed that even the most allusive of his own passages would
become intelligible if the reader were truly open and responsive. If that occurred,
the reader would be changed in some way.’
Volgens Wald slaagt Wheelwright in zijn opzet: ‘It is
my contention that Wheelwright went farther than any other American socialist
poet of his time in developing an imaginative otherworld through which he could
attempt to intervene in the political and moral life of the 1930s.’
Sherry Mangan (1904-1961) |
Wheelwright en Mangan schuwen het dagdagelijkse politieke werk
niet, ze nemen deel aan stakingspiketten, betogingen, een intens
vergaderingwezen, verkiezingscampagnes…, maar de eerste heeft het daarin wel
gemakkelijker dan de tweede. Wheelwright blijft thuis wonen en geniet daar van
een, weliswaar almaar krimpend inkomen uit het familiekapitaal. Mangan komt
eveneens uit de upperclass, maar tegen de tijd dat hij ervan zou kunnen genieten rest
er geen geld meer; hij moet werken om in zijn levensonderhoud te voorzien. Het werk dat even onzeker als veeleisend is, het schrijven dat staat te wachten, het dagelijkse geploeter in een revolutionaire organisatie… Probeer
het allemaal maar eens te combineren: ‘The instability of his personal and financial
situation eventually took its toll on his physical and emotional well-being.
When in de 1950s he attempted to research firsthand a novel on the struggles of
the Bolivian Tin miners, the exertion left his second wife dead of a heart
attack and his own health shattered. The last eight years of his life were
spent in poverty, physical suffering, and loneliness.’
Alhoewel Sherry Mangan nooit afstand neemt van zijn roeping als dichter, komt
hij geïsoleerd te staan in het Amerikaanse literaire leven. Zijn leven wordt
overheerst door journalistieke broodschrijverij en een internationaal
activisme.
Maar avontuurlijk is het leven van Sherry Mangan wel.
Als Amerikaans journalist krijgt hij standplaatsen toegewezen in Europa en
Zuid-Amerika. Wat hem eveneens toelaat als verbindingsman op te treden voor de
secties van de IVde Internationale waarin de trotskistische partijen wereldwijd
verenigd zijn. Veel tijd om poëzie te schrijven wordt hem daarbij niet gegund.
Mangan vindt nimmer de nodige rust om zijn aanvankelijk veelbelovende poëzie op
een hoger niveau te hijsen: ‘Although his desire to write returned as an instrument
by which he sought to heal his divided self, the form and content of his
literary work was riven by a split sensibility that alternated wildly between
incomprehensible modernist experiments and a simple but elegant realism.’
Hij blijkt wel een goeie schrijver te zijn die merkwaardige journalistieke
bijdragen levert, zowel aan marginale trotskistische blaadjes als aan grote
persbedrijven. Vastigheid levert het hem niet op, literaire voldoening
evenmin. Mangan holt een levenlang van hot naar her, sterft uitgeput in een
hotel in Rome en laat een pak schulden na. Hij is nauwelijks 57 geworden. Zijn kameraad Wheelwright is dan al lang dood. Hij sterft in 1940, op zijn drieënveertigste, in een autoaccident.
Flor Vandekerckhove
(*) Allan M. Wald, The Revolutionary Imagination. The Poetry
and Politics of John Wheelwright and Sherry Mangan. 1983. 288 ps. Uitg. The University of North
Carolina Press. ISBN 0-8078-1535-7.
1 opmerking:
Blij deze site gevonden te hebben Flor!
Neem je ook een kijkje op lilymayparker.blogspot.be
Ik ben een Haanse Dichter :)
Een reactie posten