DIE NACHT kon ik niet slapen. Daardoor hoorde ik het lawaai dat vanaf de koer mijn slaapkamer binnendrong. Ik opende de achterdeur en ontwaarde de contouren van een inbreker. Ik greep de stok die al jaren doelloos achter de deur stond en sloeg die op de rug van de indringer kapot. Hij viel neer en kwam daar om het leven. Op mijn koertje! Waarmee ik onverwachts met een lijk opgezadeld zat. Ik groef het tuintje uit en draaide het lijk erin. Tegen de tijd dat het begon te dagen had ik het perkje alweer dichtgegooid en het koertje schoongespoten. ’s Anderendaags kocht ik chrysanten. En de bloemen bloeiden zoals er in dat perkje nooit eerder iets gebloeid had.
1 opmerking:
da's nen goeien ;-)
Een reactie posten