— We waren klein, maar we hadden grote plakkaten. — |
In de nasleep van mei 68 vervoegde ik de Revolutionaire Arbeidersliga, een partijtje dat zich op het trotskisme beriep. Ik begreep niet zoveel
van politiek — nog altijd niet trouwens — maar voelde me wel meteen thuis tussen
die dwarsliggers, outsiders en opstandelingen die er deel van uitmaakten. De
RAL werd mijn politieke thuis en haar opvolger, de SAP, is dat vandaag nog steeds. De RAL maakte deel uit van wat toen gemeenzaam klein links genoemd werd en waartoe ook Alle Macht aan de Arbeiders (AMADA) en de communistische partij (KPB) behoorden. Van al dat kleine links was
de RAL veruit het allerkleinste. Ook daarom probeerden we de twee andere ertoe te bewegen met ons samen te
werken. Die wisten wel beter, want wij waren niet alleen erg klein, we waren ook
erg betweterig. Samenwerking was voor hen geen optie, maar
we versaagden niet. We grepen elke gelegenheid aan om de andere te verplichten
met ons te spreken. Zo’n gelegenheid was het feest van de Rode Vaan – Drapeau Rouge dat jaarlijks door de KPB in Brussel georganiseerd
werd. Ik
trok erheen en zag lange rijen standjes, waarachter allerhande lieden hun
ding propageerden. Zo’n verkoopstandje had mijn RAL daar niet
gekregen, uiteraard niet, maar ik ontwaarde boven een boekenstand wel een vlag waarin ik het
embleem van mijn partijtje herkende. Zo vernam ik dat er nog andere groepjes waren die zichzelf, net als wij, trotskistisch noemden, en die evenmin met ons wensten samen te
werken. In
dat laatste geval was dat maar goed ook, want degenen die daar onbeschaamd onze
vlag lieten wapperen waren de volgelingen van Juan Posadas (1912-1981), een
Argentijn met een toch wel geschift gedachtegoed. Dat er
een atoomoorlog stond aan te komen, vond hij een redelijk aanvaardbare gedachte,
omdat die zowel met het stalinisme als met het kapitalisme tabula rasa zou
maken, waarna het enige ware socialisme als een feniks enzovoort. Aan
die stand schafte ik me een brochure aan. Daarin had die Posadas het over vliegende schotels. Laat me toe deze politieke
theorie voor u samen te vatten. Er zijn miljarden sterrenstelsels met miljarden
planeten. De kans is bijgevolg reëel dat er ergens nog intelligent leven
aanwezig is. Alleen in socialistische omstandigheden kan men interplanetaire
reizen organiseren, zegt Posadas. Als die buitenaardse wezens hier voet aan de
grond zetten, dan kan het niet anders dan dat die reizigers ware socialisten zijn die ons vervolgens gaan leren hoe we het alhier moeten aanpakken. Meteen
begreep ik waarom die lieden van de KPB een verkoopstand gekregen hadden. Een
betere manier om de trotskisten belachelijk te maken was er niet. Waarna ik zowel moe als ontevreden weer huiswaarts trok.
Flor
Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten