Om te weten wat Het Gat is moet je vanuit België naar IJsland varen,
zoals onze IJslandvaarders dat destijds gedaan hebben. Onderweg trotseer je dan
Pentland Firth, een zeestraat tussen Schotland en de Orkaden, een tochtgat van nauwelijks
23 kilometer lang en 12 kilometer breed.
Als de wind meezit en je hebt het tij aan je kant dan vaart een
vissersschip daar in een half uur wel door. Wanneer wind en tij tegenwerken dan
doe je er vier bangelijke uren over. Dat komt doordat de Atlantische Oceaan er
tegen de Noordzee opbotst.
Zo’n schip kan op die manier Het Gat niet door en terugkeren is evenmin
een optie. De roerganger moet zijn werk nu in ’t ongewisse doen, en dat terwijl
hij bakken water over zich heen krijgt. Wat je wel kan doen is dit: je gooit letterlijk
olie op de golven en laat het schip, kop in de wind, langzaam varen, wachtend
op wat komen zal.
Soms loopt dat goed af, soms niet. Op ’t internet vind ik dit cijfer:
in 185 jaar worden ongeveer honderd schepen op de rotsen van Pentland Firth
verbrijzeld. Op dat internet vind ik overigens ook deze mooie foto’s van de
Vlaamse Amandine die in volle storm doorheen Het Gat trekt.
Het is een prettig weerzien, want Daniël Pots, telg van een Oostends
vissersgeslacht, krijgt die foto’s in 1995 vanuit Schotland toegestuurd. In
dat jaar mogen we ze in Het Visserijblad plaatsen. Daarna gaan ze een
eigen leven leiden.
We zien hoe de Oostendse IJslandtrawler O.129 Amandine, met schipper
Marcel Pots aan het roer, eerst óver
een golf gaat (foto bovenaan) en vervolgens dóór
de daaropvolgende (foto onderaan). Zo doe je dat daar in hevig weer: óver, dóór, óver, dóór, óver, dóór…
Dat zal de Amandine nu niet meer doen. In 1995 wordt de relatief kleine IJslandtrawler aan de kant gelegd. Doordat het schip het laatste is van een eertijds
indrukwekkende vloot, komt er tegelijk een einde aan de
Belgische IJslandvisserij.
Het vaartuig ligt inmiddels niet meer tégen, maar óp de kaai in Oostende, waar het als museumschip dienst doet.
Het vaartuig ligt inmiddels niet meer tégen, maar óp de kaai in Oostende, waar het als museumschip dienst doet.
Flor Vandekerckhove
1 opmerking:
Boeiend!
Een reactie posten