— Flor Vandekerckhove. 1987. Een trawler uit Portsmouth.
Acryl op
ongeprepareerde jute. 130 x 130. —
|
Ergens in de jaren tachtig lees ik in Vrij Nederland iets over
kunstenaars die zich in het havengebied van IJmuiden terugtrekken. Lei
Molin↗︎ doet dat al in 1979. Pieter
Defesche↗︎, Gérard Leonard van den Eerenbeemt, Theo Kuypers, Jon
Marten↗︎ en Jaap Mooy↗︎ volgen. Daar stichten ze de IJmuider
Kring. (°)
Het artikel uit Vrij Nederland ben ik al lang kwijt, maar op ’t net vind ik nog sporen van die bende. Het dagblad Trouw schrijft in 1984: ‘De kunstenaars reageren op het havengebied (…). Zij geven geen
natuurgetrouwe afbeeldingen van de haven; hun schilderijen zijn op het eerste
gezicht abstract, al liggen er wel natuurlijke verschijningen aan ten
grondslag.’ In 1988 schrijft De Volkskrant: ‘De
IJmuider Kring verzet zich tegen alle dwang die uitgaat van opdringerige
kunsthistorici, critici of galeries. Ze zijn wars van etikettering.’
In 1987 verhuis ik zelf vanuit Gent naar een havengebied; niet naar dat
van IJmuiden, wel naar de Oosteroever in Oostende. Voor mij is dat ook de tijd
waarin ik afscheid neem van een militante praktijk aan de uiterst linkse kant
van het politieke spectrum. Dat afscheid werpt me in een leegte die ik al schrijvend
en schilderend probeer te vullen.
In mijn hoofd neem ik de beelden van de IJmuider Kring met me mee, zoals
die waarvan De Volkskrant zegt: ‘De
herinneringen aan een afgebikte, roestige trawler of een vage lucht van zee en
teer worden gereduceerd tot bijna onherkenbare tekeningen.’
Het schilderij dat ik hierbij plaats maakt duidelijk dat ook ik me door
het havengebied laat inspireren. Ook in mijn schilderijen is de herinnering aan
wat daar te zien valt haast onherkenbaar gereduceerd, in dit geval tot een deel
van het immatriculatienummer van een schip. Om de overweldigende ruwheid te
vatten laat ik trouwens de drager meespelen, in dit geval ongeprepareerde jute
waarop ik de verf rechtstreeks aanbreng. Die manier van werken — die je in mijn
geval ‘ongehinderd door enige kennis’
mag noemen — maakt dat maar weinig van die schilderijen de tand des tijds
doorstaan.
Gaandeweg leer ook ik inzien dat de dingen een technische kant hebben die een mens zich met veel transpiratie eigen dient te maken. Waardoor ik tegelijk besef dat ik zal moeten kiezen: schrijven of schilderen. Over de keuze die ik maak, lees je alles in Afscheid van de schilderkunst↗︎.
(°) Bert Schierbeek. IJmuider Kring, Utrecht 1984. 99 pp.
Teksten in Engels en Nederlands. Ik zie dat het alleen nog antiquarisch te koop
is, onder boeknummer 256443, bij Antiquariaat A. Kok & Zn. B.V.,. Ik zou me
dat boek graag aanschaffen, maar 35 euro is helaas iets te veel voor mij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten