— Adolf Hitler en Winifred Wagner, de weduwe van Richard Wagners zoon Siegfried, klaar om naar de openingsceremonie van het Bayreuthfestivalte gaan. (© Wide
World Photos) —
|
Elk kunstwerk spreekt tot ons en zegt: ja, een andere wereld is mogelijk! In die zin is kunst altijd
progressief. Ik kijk mezelf streng aan en zeg: ‘Dat is voorwaar een boude stelling. Ge zoudt er goed aan doen dat eens
te testen, bijvoorbeeld met de
operacyclus Der Ring des Nibelungen van Richard Wagner. Laat
maar eens zien hoe dat in uw linkse kraam past!’
Dat treft, want rond de eeuwwisseling kun je me regelmatig in de Franse
Languedoc aantreffen, waar ik in m’n eentje een ruïne bewoonbaar maak. Mijn
enige vertier is de radio. Tijdens zo’n verblijf wordt in Parijs ‘de Ring’ opgevoerd.
Vier avonden na elkaar krijg ik die opera’s te horen. Telkens gaat daar een lange
uitleg aan vooraf. Terwijl ik metsel & pleister laat ik me meevoeren door oppergod
Wodan en zijn bende. Ik ben zodanig onder de indruk dat ik, terug thuis, meteen
de videocassettes koop om … er nooit meer naar om te kijken.
Wat niet belet dat ik 1 en ander te weten kom; bijvoorbeeld dat
Wagner de lievelingscomponist van Hitler is. Ook weet ik dat Wagner op latere
leeftijd een ruige antisemiet wordt … Hoe kun je ‘s mans Nibelungencyclus dan
nog progressief inkleuren?
Toch moet je niet erg diep in het wereldwijde web tasten om daar argumenten
voor te vinden. Wagner begint over dat werk al in 1848 na te denken, een
revolutiejaar. Aan die revolutie neemt hij zelf deel, zij aan zij met de
anarchist Michaël Bakoenin. Na afloop ontvlucht hij het land
om niet terechtgesteld te worden omwille van zijn wilde linkse gedrag. Dat
Wagner in de daaropvolgende jaren naar rechts zwenkt is iets wat wel meer
burgers doen, schrik als ze krijgen van de spoken die ze in hun jeugd zelf
opgeroepen hebben. Bij Wagner vertaalt die schrik zich in antisemitisme: niet het kapitalisme is verantwoordelijk
voor de malaaien, ’t is de schuld van de Joden!
Maar de Ring behoudt wel degelijk iets van de passie van
de jonge revolutionair. Trotseren zijn protagonisten Brünnhilde en Siegfried de
bevelen van oppergod Wodan niet, tarten zij daarmee niet alle gezag? Het is Bernard Shaw die in The Perfect Wagnerite als eerste
op dat linkse karakter wijst. Men zegt dat diens essay nog altijd goed leesbaar
is, maar het dateert natuurlijk wel van voor de Holocaust, wat je, gezien
Wagners antisemitisme, niet kunt negeren als je de Ring vandaag beoordeelt. Theodor Adorno is dan goed bruikbaar. Hij schrijft zijn
Wagnerkritiek in 1938, terwijl de naziterreur zich volop ontplooit: Wagner's Relevance for Today. De euforie die
Wagner via het Gesamtkunstwerk weet op te roepen creëert volgens Adorno een
verlangen naar een sociale orde die een duurzamer gevoel van samenhang in ons
leven ondersteunt.
Omdat het essay van Adorno me gelijk geeft — ook Wagners opera’s zeggen ons: een andere wereld is mogelijk! — had ik mijn stukje hier graag afgesloten.
Maar ik vind in extremis nog twee auteurs die recentelijk het linkse karakter
van de Ring benadrukken. De Amerikaan
Fredrik Jameson publiceert in 2013 Wagner as Dramatist and Allegorist, waarin staat
dat de Gotterdammerung (de opera waarmee
de cyclus afsluit) op het lot wijst dat de mensheid wacht als de jacht op winst
niet stopgezet wordt. In Frankrijk publiceert Alain Badiou in 2010 Cinq leçons sur le cas Wagner. Daarover heeft
Freddy Mortier hier een interessante bespreking geschreven, zodat
ik dat nu niet zelf moet doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten