maandag 25 februari 2019

Een Walkure waart over Europa: Hojotoho! Hojotoho!


— Adolf Hitler en Winifred Wagner, de weduwe van Richard Wagners zoon Siegfried, 
klaar om naar de openingsceremonie van het Bayreuthfestivalte gaan. (© Wide World Photos) —

Elk kunstwerk spreekt tot ons en zegt: ja, een andere wereld is mogelijk! In die zin is kunst altijd progressief. Ik kijk mezelf streng aan en zeg: ‘Dat is voorwaar een boude stelling. Ge zoudt er goed aan doen dat eens te testen, bijvoorbeeld met de operacyclus Der Ring des Nibelungen van Richard Wagner. Laat maar eens zien hoe dat in uw linkse kraam past!’
Dat treft, want rond de eeuwwisseling kun je me regelmatig in de Franse Languedoc aantreffen, waar ik in m’n eentje een ruïne bewoonbaar maak. Mijn enige vertier is de radio. Tijdens zo’n verblijf wordt in Parijs ‘de Ring’ opgevoerd. Vier avonden na elkaar krijg ik die opera’s te horen. Telkens gaat daar een lange uitleg aan vooraf. Terwijl ik metsel & pleister laat ik me meevoeren door oppergod Wodan en zijn bende. Ik ben zodanig onder de indruk dat ik, terug thuis, meteen de videocassettes koop om … er nooit meer naar om te kijken.
Wat niet belet dat ik 1 en ander te weten kom; bijvoorbeeld dat Wagner de lievelingscomponist van Hitler is. Ook weet ik dat Wagner op latere leeftijd een ruige antisemiet wordt … Hoe kun je ‘s mans Nibelungencyclus dan nog progressief inkleuren?
Toch moet je niet erg diep in het wereldwijde web tasten om daar argumenten voor te vinden. Wagner begint over dat werk al in 1848 na te denken, een revolutiejaar. Aan die revolutie neemt hij zelf deel, zij aan zij met de anarchist Michaël Bakoenin. Na afloop ontvlucht hij het land om niet terechtgesteld te worden omwille van zijn wilde linkse gedrag. Dat Wagner in de daaropvolgende jaren naar rechts zwenkt is iets wat wel meer burgers doen, schrik als ze krijgen van de spoken die ze in hun jeugd zelf opgeroepen hebben. Bij Wagner vertaalt die schrik zich in antisemitisme: niet het kapitalisme is verantwoordelijk voor de malaaien, ’t is de schuld van de Joden!
Maar de Ring behoudt wel degelijk iets van de passie van de jonge revolutionair. Trotseren zijn protagonisten Brünnhilde en Siegfried de bevelen van oppergod Wodan niet, tarten zij daarmee niet alle gezag? Het is Bernard Shaw die in The Perfect Wagnerite als eerste op dat linkse karakter wijst. Men zegt dat diens essay nog altijd goed leesbaar is, maar het dateert natuurlijk wel van voor de Holocaust, wat je, gezien Wagners antisemitisme, niet kunt negeren als je de Ring vandaag beoordeelt. Theodor Adorno is dan goed bruikbaar. Hij schrijft zijn Wagnerkritiek in 1938, terwijl de naziterreur zich volop ontplooit: Wagner's Relevance for Today. De euforie die Wagner via het Gesamtkunstwerk weet op te roepen creëert volgens Adorno een verlangen naar een sociale orde die een duurzamer gevoel van samenhang in ons leven ondersteunt.
Omdat het essay van Adorno me gelijk geeft — ook Wagners opera’s zeggen ons: een andere wereld is mogelijk!  — had ik mijn stukje hier graag afgesloten. Maar ik vind in extremis nog twee auteurs die recentelijk het linkse karakter van de Ring benadrukken. De Amerikaan Fredrik Jameson publiceert in 2013 Wagner as Dramatist and Allegorist, waarin staat dat de Gotterdammerung (de opera waarmee de cyclus afsluit) op het lot wijst dat de mensheid wacht als de jacht op winst niet stopgezet wordt. In Frankrijk publiceert Alain Badiou in 2010 Cinq leçons sur le cas Wagner. Daarover heeft Freddy Mortier hier een interessante bespreking geschreven, zodat ik dat nu niet zelf moet doen.

Geen opmerkingen: