Veel
van mijn wandelingen starten aan de Hubertmolen
in Wenduine. De wind bepaalt in welke richting de tocht vervolgens gaat:
Bredene of Blankenberge. In
dat laatste geval steek ik eerst een plantsoen over. In een hoek staat een
monumentje dat me intrigeert, een buste in bas-reliëf, beeltenis van een jonge militair.
Moeilijk te ontcijferen Franstalige opschriften met namen waarin ik Congolese
plaatsten vermoed. Ik
denk er weer aan omdat er nu nogal wat te doen is omtrent straten, pleinen en dokken,
vernoemd naar Belgen die behoorlijk fout geweest zijn. Er passeren namen van
een burgemeester (Leo Delwaide), een pastoor (Cyriel Verschaeve) en een koning
(Leopold II). In een commentaar voegt een journalist daaraan toe: ‘Of trekken we een blik generaals open? Van
de meeste weten we niet eens meer hoeveel soldaten ze over de kling hebben
gejaagd.’ Zou deze aristocratisch ogende jongeman in dat blik passen?
Inventaris
Onroerend Erfgoed beschrijft het monumentje.
Het betreft ene Alphonse Lange en er is sprake van gevechten met Arabische
slavenhandelaars in Congo. Het bekomt Lange slecht.:
‘Ziek door buikloop zoekt hij genezing in Wenduine
waar hij in 1897 overlijdt (…)’ Hij wordt nauwelijks 32. Meer over ’s mans militaire carrière staat hier.
Die speelt zich af in de Onafhankelijke Congostaat. Over die tijd zegt Wikipedia: ‘De 23 jaar onder het bewind van Leopold II worden
gekenmerkt door beschuldigingen van moordpartijen, slavernij, ontvoeringen,
martelingen, verkrachtingen, onthoofdingen en het afhakken van handen. De
schattingen over het aantal slachtoffers variëren aanzienlijk. De Britse diplomaat
Roger Casement had het over drie miljoen tijdens twaalf van de twintig jaar.
Peter Forbath noemde ten minste vijf miljoen. Adam Hochschild sprak van tien
miljoen. (…)’
In een vrije tribune klaagt theatermaker Luk Perceval dat aan: ‘Hoe is het in godsnaam mogelijk dat de
schoolgaande jeugd, nog steeds, nauwelijks weet heeft van wat er in Congo is
gebeurd? Hoe is het mogelijk dat er in België nog trotse standbeelden staan die
verwijzen naar de glorieuze leider Leopold II? Een koning die, gemeten naar het
bloedvergieten dat hij veroorzaakt heeft, thuishoort in het rijtje van Stalin,
Hitler, Mao en Pol Pot.’ (°) Om het erg lucratieve ivoor uit het Afrikaanse land weg te halen moet deze Belgische Stalin eerst anderen verjagen die daar al langer
eigendomsrechten laten gelden. In dat kader beslist het hoofd van de Force Publique, Francis
Dhanis — a.k.a. Fimbo Nyingi
(‘veel zweepslagen’) — om op 13 oktober 1893 sultan
Rumaliza aan te vallen. Dhanis omkadert zijn soldaten met ‘eersteklas
Belgische officieren.’ Lange is er een van. Iemand spreekt over ‘de enige oorlog die België ooit won.’
(°°)
Meer weet ik er niet van, maar ’t is voldoende om me af te
vragen of Lange dat publieke eerbetoon wel verdient, ook het plantsoen werd naar hem genoemd. Moet het beeldje daar weg? Moet het daar onveranderd blijven
staan? Hoort daar niet een bordje met uitleg bij? Wat denken de
Wenduinenaars? Is dit niet het goede ogenblik om aan de kust een parkje naar Patrice
Lumumba te noemen? Moet de wijk- of de gemeenteraad zich niet eens over dat beeldje buigen?
Flor Vandekerckhove
(°) Op zaterdag 23 februari, na publicatie van dit stuk, staat in De Standaard een interessante bijdrage van historicus Guy Vanthemsche. Hij vindt de vergelijking met Stalin, Hitler en de anderen onjuist: zij waren er om ideologische redenen expliciet op uit om welbepaalde bevolkingsgroepen uit te moorden. 'Dat was nooit de bedoeling van Leopold II (…) Hij wilde wel zo veel mogelijk winst halen uit Congo, en hij heeft de plaatselijke bevolking daarvoor meedogenloos uitgebuit. Een letterlijk niet te tellen aantal mensen liet daardoor het leven.'
(°°) Lucas Catherine. Manyiema: de enige oorlog die België ooit won. 1994. Uitg. Hadewijch. 139 pp.
(°°) Lucas Catherine. Manyiema: de enige oorlog die België ooit won. 1994. Uitg. Hadewijch. 139 pp.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten