zaterdag 2 oktober 2021

Sylvia Plath, dichteres die de sixties niet mocht meemaken



20 september — De Grote Route volgend, stapt Tania dwars door Vlaanderen. Vandaag wacht ik haar op in — leert me het straatnaambord — Hof te Lovegem, nu Predikstoel, vroeger eigendom van abdij Grimbergen. Zie mij hier zitten, tussen de maïs, terwijl ik de biografie van Sylvia Plath aan ’t lezen ben. ’t Is mooi weer, indian summer, en omwille van al wat hiervoor staat prijs ik me gelukkig. Iets wat Sylvia Plath↗︎ aan het begin van de jaren zestig niet kan zeggen: haar man↗︎ is ervandoor, de verwarming is stuk, het is de koudste winter van de eeuw↗︎, de literaire doorbraak wil maar niet komen, de psyche hapert als immer. Ik citeer een paragraaf op bladzijde 1077, het gaat over de pillen die ze neemt.
Zowel Parnate als Nardil zijn monoamine-oxidatieremmers (MAO-remmers) — een ‘pepmiddel’ (onderdeel van de amfetaminefamilie) — die slapeloosheid kunnen veroorzaken. Beide werden gebruikt in geval van ernstige, therapieresistente depressie. Bovendien leed Sylvia aan een ademhalingsstoornis en gebruikte codeïne, die in die tijd zonder recept verkrijgbaar was. () Ze nam ook een slaappil die zowel barbituraat bevatte als een amfetamine () en een medicatie voor koortsaanvallen. Dus gebruike Plath eind februari twee amfetamines (), een opiaat (), een barbituraat, zowel als een onbekend medicijn voor haar ademhalingsstoornis. De wisselwerking van deze medicijnen zou op zich al haar depressie en angsten aanzienlijk hebben kunnen verergeren; en ze was net begonnen met een antidepressivum, dat in het begin angsten en zelfmoordgedachten kan versterken. Alsof deze medicijnencocktail niet al erg genoeg was, kon het antidepressivum ernstige bijwerkingen hebben in combinatie met fenylpropanolamine, indertijd in Engeland een veelvoorkomend ingrediënt in medicijnen tegen verkoudheid of de griep. Het kon ook acute bloeddrukverhoging veroorzaken als je het combineerde met bepaalde kazen, gist en rode wijn.
De dichteres, die later een plaats tussen de allergrootsten van de eeuw verwerft, maakt er op 11 februari 1963 een einde aan:
Ze stopte de spleten rond de deur en het raam van de keuken dicht met theedoeken en kleren, en plakte alles af met tape. Ze draaide de gaspitten open, ging op de grond liggen met haar hoofd op een gevouwen doek op de klep van de oven.
Vlak voor die dramatische passage staan in de biografie twee merkwaardige zinnen:
Aan de andere kant van Regent’s Park zouden The Beatles om tien uur ’s morgens in de Abbey Road Studios aan de opname van hun eerste album Please, Please Me werken. De ochtend van 11 februari 1963 was de geboorte van de jaren zestig.
Waarmee de biografe suggereert dat Plath de hoop opgeeft krek op de geboortedag van wat wellicht het meest hoopvolle decennium van de eeuw zal worden. Hadden de sixties haar kunnen redden? Wie zal ’t zeggen?! [Wat zeker is: ze hebben mij gered, zie me hier zitten tussen de maïs, wat een leven!]
Flor Vandekerckhove


Heather Clark. Rode komeet. Het korte leven en de vlammende kunst van Sylvia Plath. Vertaald door Bart Gravendaal, Aad janssen, Marianne Palm, Nicole Seegers en Astrid Staartjes. 2020. Uitg. De Arbeiderspers A’dam/A’pen. 1343 pp.

Geen opmerkingen: