zondag 21 november 2021

'Kom hier, kleine hoer, jij kleine teef…'

'De woede van een kat is prachtig, puur brandend kattenvuur, overeind staand haar en knisperende blauwe vonken, ogen laaiend en sputterend.’ (William Burroughs). M’n vakantiehuisje heet nu Lo Gat Furiós, mede geïnspireerd door het logo van de CNT↗︎. Er hangt een mooi verhaal vast aan die CNT-kat: stakers verzorgen zieke kat; kat geneest; staking krijgt gunstig verloop; stakers adopteren kat.


WILLIAM S. Burroughs is 83 en leeft solitair in een huisje. Hij slikt zijn dosis methadon, leest en schrijft tot de dood er in augustus 1997 op volgt. Zijn laatste notities heten terecht The Final Journals↗︎. (*) Ik heb inmiddels wel een en ander van Burroughs gelezen en voor het eerst zie ik zijn zachte kant. De oude beat lijkt verlicht door zijn katten. In zijn dagboek spreekt hij met liefde over kater Ruski, kattin Ginger en het nest dat eruit voortkomt. Daarnaast zijn er Fletch en Jane, ook al met een nest, net als Thomas en Muti. Er zijn ook eenlingen, zoals Spooner of Calico. James Grauwerholz↗︎, Burroughs’ redacteur en manager, heeft het erover in zijn inleiding tot die dagboeken: 
Door al die katten in een klein huis te houden, met kattendeuren die ze binnen en buiten lieten, ontstond een situatie gekenmerkt door onderbrekingen voor het voeren, voortdurend katachtig braken en gekibbel, en een huis doordrongen met de stinkende geur van kattenpis. Deze dieren werden, in hun onschuldige wijsheid, de dagdagelijkse metgezellen van William, soms zijn beproeving omdat ze hem afleidden, en het voorwerp van zijn liefde. Hij voedde ze dwangmatig, zodat de twee die aanleg hadden om teveel te eten - Fletch en Mutie - uiteindelijk behoorlijk rond werden. En hij overlaadde ze met joviale scheldwoorden: 'Kom hier, kleine hoer, jij kleine teef…' Maar zodra hij een van zijn katten zag binnenkomen, sprong hij op om het dier te voeren en te aaien. William was dol op zijn katten.
Op de laatste dag van mijn vakantie in de Languedoc maak ik werk van een voornemen. Mij was al opgevallen dat je daar nog wel Occitaans hoort spreken. Daardoor weet ik ook dat Lo Gat Furiós Occitaans is voor De Boze Kat. Ik neem me voor om het vakantiehuisje niet langer Le Chat Fâché te noemen, maar Lo Gat Furiós. Bovenstaande foto’s getuigen van mijn daadkracht terzake. William Burroughs had het zeker geapprecieerd.

(*) William Burroughs. Last Words: The Final Journals of William S. Burroughs. 2000. Grove Press (US) 273 pp.

Geen opmerkingen: