Inzet: het huis naast de vuurtoren, waar ik van 1988 tot 1996 woonde. Op de benedenverdieping was het kantoor van Het Visserijblad⇲. Het huis bestaat niet meer, het gebouw heet nu ONE Baelskaai. De pijl toont waar het huis destijds stond.
OOSTENDE, 18 januari 2024 — Tegen de tijd dat ik in koffiebar Kabine⇲ mijn koffie op heb, besef ik dat ik me aan de achterkant van het vroegere Ostend Stores bevind, later Multinet. Ik ken dat complex, in 2000 heb ik een jaar lang aan de voorkant gewerkt. Daar is nu het verkoopkantoor van Versluys Groep, maar in 2000 deel ik er een verdieping met de consul van Duitsland en zijn merkwaardige staf. U zult graag lezen, zo weet ik wel zeker, waarom ik met plezier aan die tijd terugdenk: Meneer Heim en de consul⇲.
Wanneer ik de Baelskaai verder afloop, richting vuurtoren, blijft mijn oog altijd hangen aan de vitrine van Design Oostende⇲. Dat komt door een blikvanger. Wat je in ’t passeren eerst ziet is een omzeggens levensgrote heilige maagd, en terwijl je verder stapt, verandert het beeld in een halfnaakte schone, waarvan je haast zeker weet dat ze niet heilig is en nog minder een maagd; ze is getooid in lingerie van het soort waarvoor ik, zoals bekend⇲, een zwak heb. ’t Is een werk van fotografe Cecile Plaisance⇲ en de techniek die ze gebuikt om tot zo’n verschuivend beeldresultaat te komen heet lenticulaire druk⇲. Hoe dan ook, telkens ik daar passeer, vraag ik me af wie zoiets koopt. ‘Marie Loin, fuck the rules’ (°) — zo heet het werk — heeft een prijskaartje dat me leert dat het niet voor studentenkamers bestemd is, het lijkt me ook weinig geschikt voor de living waarin je schoonouders al eens komen tafelen, en de echtgenote vindt zo’n werk in de slaapkamer wellicht ook niet aangenaam, toch niet als ze zelf bij voorkeur dikke pyjama’s draagt. Is ’t kunst om in een bordeel op te hangen?
Wanneer ik de Baelskaai verder afloop, richting vuurtoren, blijft mijn oog altijd hangen aan de vitrine van Design Oostende⇲. Dat komt door een blikvanger. Wat je in ’t passeren eerst ziet is een omzeggens levensgrote heilige maagd, en terwijl je verder stapt, verandert het beeld in een halfnaakte schone, waarvan je haast zeker weet dat ze niet heilig is en nog minder een maagd; ze is getooid in lingerie van het soort waarvoor ik, zoals bekend⇲, een zwak heb. ’t Is een werk van fotografe Cecile Plaisance⇲ en de techniek die ze gebuikt om tot zo’n verschuivend beeldresultaat te komen heet lenticulaire druk⇲. Hoe dan ook, telkens ik daar passeer, vraag ik me af wie zoiets koopt. ‘Marie Loin, fuck the rules’ (°) — zo heet het werk — heeft een prijskaartje dat me leert dat het niet voor studentenkamers bestemd is, het lijkt me ook weinig geschikt voor de living waarin je schoonouders al eens komen tafelen, en de echtgenote vindt zo’n werk in de slaapkamer wellicht ook niet aangenaam, toch niet als ze zelf bij voorkeur dikke pyjama’s draagt. Is ’t kunst om in een bordeel op te hangen?
Gisteren werd de kwestie ineens prangend. Toen ik de etalage passeerde, zag ik dat Marie Loin daar niet meer hing. Zou er op de Oosteroever een bordeel geopend zijn? Is daar nu, in zo’n luxeappartement, een Eva aan ’t werk, die tijdens de kantooruren ontvangt? (Ik moet de Tips eens uitvlooien.) Heeft het werk van Plaisance daar een bestemming gekregen?
Ja, de Baelskaai is niet meer wat ze geweest is, mijmer ik, verder stappend, daarbij denkend aan Churchill die zei: ‘First we shape our buildings and afterwards our buildings shape us.’ De oude gebouwen zijn afgebroken en de nieuwe brengen andere zeden voort. Maar wanneer ik op ’t einde van de Baelskaai voor de ONE sta, plek waar ik van 1988 tot 1996 gewoond heb⇲, valt me opeens een verhaal te binnen dat ik op daar op ’t einde van de jaren tachtig geschreven heb en waaruit ik een stukje citeer:
Ja, de Baelskaai is niet meer wat ze geweest is, mijmer ik, verder stappend, daarbij denkend aan Churchill die zei: ‘First we shape our buildings and afterwards our buildings shape us.’ De oude gebouwen zijn afgebroken en de nieuwe brengen andere zeden voort. Maar wanneer ik op ’t einde van de Baelskaai voor de ONE sta, plek waar ik van 1988 tot 1996 gewoond heb⇲, valt me opeens een verhaal te binnen dat ik op daar op ’t einde van de jaren tachtig geschreven heb en waaruit ik een stukje citeer:
‘Dicht tegen het water zag ik een schaduw. De schaduw kwam dichter en de schaduw werd vrouw. Twee meter voor me bleef ze uitdagend staan. Ze schopte haar schoenen door mijn openstaande raam naar binnen en begon blootsvoets een trage rumba te dansen. ’Wat vind je van me?’ vroeg ze. Ja, wat vind ik van iemand die haar schoenen in m'n kamer schopt? Ik zocht nog naar de juiste woorden toen ze haar armen om me heen sloeg. Ze boorde haar tong in mijn mond en ik proefde een smaak die ik toen niet thuis kon brengen, maar waarvan ik nu weet dat het de nasmaak is van sperma van wel honderd vissers. Ze klom door het raam naar binnen, smeet me op ’t bed, ritste mijn broek open en begon me te pijpen. Ik moet toegeven dat ze wist hoe ze dat moest doen. En, jaaaaaaaaaaaaa, ik kwam klaar. Tot mijn ontsteltenis zag ik dat ze m'n sperma gewoon doorslikte. Zo maakte ik kennis met de kaaihoer. Proefondervindelijk als ’t ware. Ik betaalde haar vijfhonderd frank en in minder dan geen tijd was ze weer opgenomen in het nachtelijke duister. Aan de overkant van het dok trok het werk in de vismijn zich luidruchtig op gang.’ (°°)
Zo erg zijn de zeden op de Oosteroever dan toch niet veranderd, zeg ik tegen mezelf, terwijl ik mijn tocht naar de Spinoladijk voortzet, ze zijn alleen chiquer geworden.
Flor Vandekerckhove⇲
Flor Vandekerckhove⇲
(°) Fotografe Cecile Plaisance. Marie Loin - Fuck the rules. Jaar: 2019. Formaat: 120cm x 160cm. Genummerd: 8 ex. Prijs: 20.500 euro incl. btw, incl. inlijsting.Wanneer ik dat werk bekijk, lijkt het me iets te zijn wat speciaal gemaakt werd om de ‘male gaze’ te bevredigen. Cecile Plaisance zegt er zelf iets anders over. Volgens haar is het juist de bedoeling zowel idealisering als hyperseksualisering van het vrouwelijk lichaam in twijfel te trekken.
(°°) Uit Het zwarte café. In Flor Vandekerckhove. De smaak van zeewater. Verhalen. 1991. Uitgeverij Manga. 172 pp. Ik heb het aangehaalde stukje bewerkt, zodat het nu een zelfstandig handpalmverhaal is.
Hiernaast probeer ik het effect van de lenticulaire druk voor de blog te reproduceren met een gif die van het werk gemaakt werd.
Hieronder: Zopas verscheen mijn nieuwe e-book. De digitale publicaties (pdf en EPUB) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel: in dit geval ‘200’, dan begrijp ik het wel.): liefkemores@telenet.be⇲.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten