Links. Megan Boyles’ beeltenis op een papieren boekkaft: blogster verhuist naar markt. Rechts: ‘The New York Review of Blogs’ bestaat niet.
Vandaag gaat in de bib van Bredene ‘thuis aan zee’⇲ door. Daar ontmoet je ‘schrijvers en vertellers die zich lieten inspireren door de zee’. Mij ga je daar niet zien. Ben ik niet thuis aan zee dan? Getuigen niet honderden verhalen/gedichten dat ik me laat inspireren door de zee? Misschien gaat mijn reputatie me vooraf en weten de organisatoren dat ik liever ga wandelen. Dat laatste is zeker waar, maar er is ook iets anders. ER IS EEN PROBLEEM.
DE AMERIKAANSE Megan Marz⇲ stelt in Poets in the Machine⇲ een vraag die ook ik stel in Het internet revolutioneert de literatuur…⇲. Of zoals de ondertitel van haar longread⇲ luidt: Waarom houdt de literaire wereld het online schrijven nog steeds op afstand? Megan Marz: ‘Ik heb literaire kritiek geschreven voor veel publicaties, en ik heb zelden problemen met het plaatsen van een boekrecensie die ik wil schrijven. Maar geen enkele publicatie toonde interesse in tientallen voorstellen die ik deed met betrekking tot online werk.’
Bloggen bestaat inmiddels dertig jaar.⇲ Ook alweer tien jaar geleden zei Robert Silvers⇲ van The New York Review of Books⇲ in een interview⇲ dat blogs de kritische aandacht niet krijgen die ze verdienen: ‘Als je om taal geeft, als je om de gevoeligheid geeft waarmee taal wordt uitgedrukt, en als je om de waarden geeft die ten grondslag liggen aan ons taalgebruik… dan zouden deze media, lijkt mij, in aanmerking moeten komen als onderwerp van kritiek. We lijken aan de rand te staan van een enorme, zich uitbreidende oceaan van woorden, een oceaan die groeit zonder dat er enig kritisch perspectief op wordt uitgeoefend. Voor mij als redacteur lijkt dat een enorme afwezigheid.’ En dit is wat Megan Marz eraan toevoegt: ‘Al dertig jaar gebruiken schrijvers blogs, sociale media en e-mail om dingen te doen met woorden die in boeken moeilijk of onmogelijk zijn. Ze hebben ons ondergedompeld in verhalen die zich nog steeds ontvouwen, persona’s gecreëerd die interactie hebben met lezers (…) Het openbare literatuur-overzicht van de 21e eeuw zit vol gapende gaten waar deze dingen zouden moeten zijn. Het ontbrekende materiaal staat op onze schermen, maar glijdt voorbij met weinig formele erkenning. Hoewel het banaal is geworden om te constateren dat het online leven volledig verweven is met de rest van de wereld, scheidt een denkbeeldig gordijn het online schrijven van de rest van de literatuur. Het is tijd om dat gordijn naar beneden te halen.’
Marz geeft een verhelderend voorbeeld. In 2013 beslist Megan Boyle⇲ om haar dagelijks bestaan te ‘livebloggen’⇲. Ze begint op 17 maart en haar plan is er voor altijd mee door te gaan, dat zou haar kunst zijn. ‘Vijf en een halve maand later hield ze ermee op. In 2018 publiceerde een uitgever wat Boyle had geschreven in Liveblog⇲, roman van meer dan 700 bladzijden. Boyles blogproject had geen recensies gekregen, maar toen het een boek werd, bogen critici zich plotseling over de literaire kwaliteiten ervan, het werd positief beoordeeld [ondermeer in een lange, interessante recensie in Bookforum⇲] en vergeleken met andere serieuze literatuur. Die waardering greep dus pas plaats nadat de ‘kunst’ – het voortschrijden van de blog – uit Boyles project weggehaald was en gecomprimeerd tot een object dat binnen een paar dagen of weken kon worden gelezen.’
Literatuur wordt slechts als dusdanig herkend wanneer een kapitalistische machinerie — mix van producenten (uitgevers), distributeurs (winkeliers) en consumenten (lezers) — zich de tekst toe-eigent, daarin aangevuurd door gecamoufleerde advertenties (recensies) die een aura⇲ rond het product creëren. De blog daarentegen komt niet op de markt terecht, een blogger gaat daar niet mee venten. Wie literatuur met de markt vereenzelvigt, toont geen ‘respect’ voor diens kunstwerk, er wordt geen ‘heiligheid’⇲ aan toegekend, de aura mankeert, een blogger wordt niet tot het literaire veld gerekend.
Flor Vandekerckhove⇲
Bloggen bestaat inmiddels dertig jaar.⇲ Ook alweer tien jaar geleden zei Robert Silvers⇲ van The New York Review of Books⇲ in een interview⇲ dat blogs de kritische aandacht niet krijgen die ze verdienen: ‘Als je om taal geeft, als je om de gevoeligheid geeft waarmee taal wordt uitgedrukt, en als je om de waarden geeft die ten grondslag liggen aan ons taalgebruik… dan zouden deze media, lijkt mij, in aanmerking moeten komen als onderwerp van kritiek. We lijken aan de rand te staan van een enorme, zich uitbreidende oceaan van woorden, een oceaan die groeit zonder dat er enig kritisch perspectief op wordt uitgeoefend. Voor mij als redacteur lijkt dat een enorme afwezigheid.’ En dit is wat Megan Marz eraan toevoegt: ‘Al dertig jaar gebruiken schrijvers blogs, sociale media en e-mail om dingen te doen met woorden die in boeken moeilijk of onmogelijk zijn. Ze hebben ons ondergedompeld in verhalen die zich nog steeds ontvouwen, persona’s gecreëerd die interactie hebben met lezers (…) Het openbare literatuur-overzicht van de 21e eeuw zit vol gapende gaten waar deze dingen zouden moeten zijn. Het ontbrekende materiaal staat op onze schermen, maar glijdt voorbij met weinig formele erkenning. Hoewel het banaal is geworden om te constateren dat het online leven volledig verweven is met de rest van de wereld, scheidt een denkbeeldig gordijn het online schrijven van de rest van de literatuur. Het is tijd om dat gordijn naar beneden te halen.’
Marz geeft een verhelderend voorbeeld. In 2013 beslist Megan Boyle⇲ om haar dagelijks bestaan te ‘livebloggen’⇲. Ze begint op 17 maart en haar plan is er voor altijd mee door te gaan, dat zou haar kunst zijn. ‘Vijf en een halve maand later hield ze ermee op. In 2018 publiceerde een uitgever wat Boyle had geschreven in Liveblog⇲, roman van meer dan 700 bladzijden. Boyles blogproject had geen recensies gekregen, maar toen het een boek werd, bogen critici zich plotseling over de literaire kwaliteiten ervan, het werd positief beoordeeld [ondermeer in een lange, interessante recensie in Bookforum⇲] en vergeleken met andere serieuze literatuur. Die waardering greep dus pas plaats nadat de ‘kunst’ – het voortschrijden van de blog – uit Boyles project weggehaald was en gecomprimeerd tot een object dat binnen een paar dagen of weken kon worden gelezen.’
Literatuur wordt slechts als dusdanig herkend wanneer een kapitalistische machinerie — mix van producenten (uitgevers), distributeurs (winkeliers) en consumenten (lezers) — zich de tekst toe-eigent, daarin aangevuurd door gecamoufleerde advertenties (recensies) die een aura⇲ rond het product creëren. De blog daarentegen komt niet op de markt terecht, een blogger gaat daar niet mee venten. Wie literatuur met de markt vereenzelvigt, toont geen ‘respect’ voor diens kunstwerk, er wordt geen ‘heiligheid’⇲ aan toegekend, de aura mankeert, een blogger wordt niet tot het literaire veld gerekend.
Flor Vandekerckhove⇲
1 opmerking:
Je schrijft:, “Wie literatuur met de markt vereenzelvigt, toont geen ‘respect’ voor diens kunstwerk, er wordt geen ‘heiligheid’⇲ aan toegekend, de aura mankeert, een blogger wordt niet tot het literaire veld gerekend.” Terwijl dat bloggen wellicht nog de enige manier is om je als schrijver nog te manifesteren. Uitgevers geven heden ten dage de voorkeur aan ‘commerciële’ maatschappij gerichte literatuur. Het is godgeklaagd vast te stellen dat zelfs zij geen literatuur meer waarderen. Voor de schrijver die enkel en alleen schrijft vanuit de behoefte te communiceren, zijn ziel bloot te leggen is er geen plaats… ja ik ga ook liever wandelen…
Een reactie posten