vrijdag 10 januari 2025

Waartegen George Orwell waarschuwt

‘Notities over nationalisme (°) is een essay uit 1945 van George Orwell. Hij schrijft het voor het eerste nummer van Polemic, tijdschrift van oud-Spanje-strijder en ex-communist Hugh Slater. Sinds 2021 is er een Nederlandse vertaling, opgenomen in ‘Tegen totalitarisme. Essays over politiek en literatuur’. In 2023 wordt het essay opnieuw in 't Nederlands uitgegeven, deze keer met een lange inleiding van Bas Heijne.
Nationalisme is voor Orwell een containerbegrip, omvattend de ‘neiging om alles om je heen enkel in het licht van je overtuigingen te plaatsen.’ En verder: ‘(…) nationalisme zoals Orwell het bedoelt erkent geen uitwisseling van argumenten, alleen overwinningen en vernederingen. (…)’ Over wat hij ermee bedoelt, zegt Orwell zelf: ‘Nationalisme in de brede zin waarin ik het woord begrijp, omvat ook bewegingen en neigingen als het communisme, politiek katholicisme, zionisme, antisemitisme, trotskisme en pacifisme.’ Dat hij trotskisme uitdrukkelijk in zijn lijstje opneemt, verder nog meermaals vermeldt en ook uitgebreid kadert, stelt mij, oude trotskist, in staat om het essay te recenseren zoals geen ander.
Zo. Kent het trotskisme ‘geen uitwisseling van argumenten’? Laat het me aanvechten (vrees niet, ik zal ’t straks ook beamen.) Trotski maakt inderdaad dwingende analyses, maar er zijn meteen trotskisten die hem tegenspreken, over de aard van de Sovjet-Unie bijvoorbeeld, zij hebben het over 'staatskapitalisme' en over de bureaucratie als nieuwe klasse; de door Trotski opgerichte Vierde Internationale kent meteen trotskistische tegenstanders die daar niet aan meedoen; de POUM werd in Spanje door iedereen trotskistisch genoemd, behalve door trotskisten; tactieken van partijopbouw vinden in het trotskisme altijd tegen- en voorstanders; vandaag zijn er in Frankrijk trotskisten in La France insoumise actief en ook daarbuiten; trotskisme garandeert ‘tendensrecht’, wat toelaat van mening te verschillen en wat — meer dan in welke politieke 'neiging' ook — zichtbaar maakt dat er onenigheid is. 
Dit gezegd zijnde: wat Orwell schrijft, is ook wel waar. Dat begint al bij naamgever Leon Trotski. In 1959 publiceert Max Eastman een boek met herinneringen aan beroemdheden waarmee hij te maken kreeg, Great Companions (°°), waarin ook Problems of Friendship with Trotsky. In 1932 is die Eastman twaalf dagen in Prinkipo, ten huize van de uit Rusland verbannen revolutionair. Hij kiest de kant van Trotski, wat niet wil zeggen dat hij hem in alles gelijk geeft. Hij is bijvoorbeeld van mening dat het marxisme een verwerpelijk theologisch kantje heeft. Daar moet je bij Trotski niet mee afkomen. Eastman: ‘(…) Terwijl we over dialectiek aan het discussiëren waren, ontstond er grote spanning. Het bloed klopte in Trotski’s keel en hij liep rood aan; hij was razend.’ Over Trotski’s persoonlijkheid: ‘Hij leeft instinctief in een wereld waarin andere personen (behalve in de massa, of als klassen) niet meetellen. (…) Er is in dit geen opschepperij of ijdelheid, geen preoccupatie met zichzelf. Trotski is gepreoccupeerd met ideeën en de wereld, maar hé, het zijn zijn ideeën en zijn visie op de wereld. Mensen die Trotski dus niet verafgoden, gaan weg met het gevoel dat ze gekleineerd worden. Of ze gaan verontwaardigd weg, zoals ik.’ Eastman voelt zich door Trotski’s totale desinteresse voor zijn opinies beledigd en hij koppelt daar ferme politieke implicaties aan: ‘Het is, denk ik, doordat niemand zich door hem gewaardeerd voelt dat hij zo duidelijk tekortschiet als politiek leider. Net zomin als hij een huis zou kunnen bouwen kan hij een politieke partij uitbouwen. (…) Wanneer zijn aanhangers van een bezoek aan hem terugkeren, blijken ze niet door hem aangevuurd te zijn, maar in de kou gezet en geremd.’
Had Orwell zijn essay dan niet beter 'Notities over fanatisme' genoemd? Wat ik zelf over Orwells essay denk, staat dicht bij wat 
Johan de Boose in 'Over oorlogstaal' schrijft, taal waarmee men ons vandaag wel heel veel om de oren slaat. De Boose stelt zichzelf de vraag wat hij ervan denkt, hij antwoordt ook: ‘Wel, ik weet het ook niet, ik denk er nog een jaar of vijf over na, terwijl ik mijn best doe om intussen niet verstrikt te raken in mijn eigen verwarring (…)’ (°°°) Ge werpt tegen dat ge met verwarring & vijf jaar uitstel niet aan politiek kunt doen. Daar hebt ge ongetwijfeld gelijk in, politiek is de situatie altijd dringend, "rijp en zelfs al aan het rotten", zoals Trotski zo welsprekend zeide.

(°) George Orwell. Notities over nationalisme. Met een essay van Bas Heijne: Hoe we allemaal nationalist zijn geworden. 2023. Uitgeverij prometheus.nl. 58 pp. 
(°°) Great Companions van Max Eastman is nog in de handel te koop. Het is daarnaast ook gratis te krijg, want ik kreeg het, lang geleden al en gratis als e-boekje (pdf) in handen. Ik weet niet meer waar en hoe ik dat toen geflikt heb, maar ik kan je het e-boek zelf wel bezorgen. Interesse? Vraag het en ik stuur het je meteen op: liefkemores@telenet.be.
(°°°) Johan de Boose. opiniestuk 'Over oorlogstaal' in DS, 4 jan. 2025.

Geen opmerkingen: