Om de twee, drie dagen publiceer ik een nieuw bericht in deze blog; in 2014 zijn het er 157 geweest, een record. Sommige, en niet altijd de slechtste, vallen door de mazen van het net (Wolvenkinderen bijvoorbeeld, een zeer kort verhaal waarover ikzelf uiterst tevreden ben en dat in de blog nauwelijks bekeken wordt), andere zijn ware hits. Wie regelmatig deze plek bezoekt, weet dat je in
de rechterkolom de populaire
berichten aantreft, tien titels die het meest aangeklikt worden. Sommige
staan daar al zo lang dat ze er wellicht nooit meer uit verdwijnen. Dat is het
geval voor de absolute nummer één, Bloggen
is joggen. Elke lente weer schiet het spectaculair de lucht in,
ongetwijfeld door mensen die voor ’t eerst de joggingshoes aantrekken en ’t internet afschuimen op zoek naar
informatie. Iets wat ze in dat stukje niet gaan vinden, maar goed.
Soms gebeurt er in die top tien iets wat
moeilijker te verklaren is. Dit jaar is daar bijvoorbeeld Neuken achter ’t altaar met Graham Greene ingeslopen. Het is een
stuk dat in 2013 in de blog terechtkomt, daar lang een rustig bestaan leidt,
tot het opeens & onverwachts aan een opmars begint. Is het vergelijkbaar
met Bloggen is joggen? Zijn er mensen
die in de lente hun loveshoes aantrekken, het woord neuken googelen en bij mij terechtkomen? Of is Graham Greene in ’t
onderwijs aan een comeback bezig en hebben massa’s leerlingen in de blog naar inspiratie
gezocht? Hoe dan ook: het staat inmiddels op vijf.
In 2014 heeft niemand naast de Eerste
Wereldoorlog kunnen kijken. Zelfs in de blog van De Laatste Vuurtorenwachter staan
tien Groote Oorlogsstukjes en één ervan, over de massale toevloed van
oorlogsvluchtelingen in Oostende — Ten
oorlog? Liever niet! — heeft de top gehaald. Nog harder is ‘t gegaan voor
het kleine essay Aziz en Žižek, twee
intelligente überhipsters, en dat ondanks de titel
die vol moeilijke woorden staat. Het is massaal gedeeld op FaceBook, zo is me
van alle kanten meegedeeld. De spectaculairste entree staat evenwel op conto
van een stukje over Bredene, de gemeente waar ik woon. De vraag waarom daar
geen zeedijk is, heeft bij de bewoners blijkbaar een gevoelige snaar geraakt. Het
staat op twee en ‘t zal het daar nog lang uitzingen. Tot zover de balans.
En nu de perspectieven. Ik gebruik de periode van de eindejaarsfeesten
om me over het werk van Franz Kafka
te buigen. ’t Zou me erg verwonderen als dat geen spoor in de blog nalaat, zelfs twee. Ik
heb nog meer in petto. Ik wil iets publiceren over een ontmoeting tussen James Ensor & Bob Dylan. Ik denk na over een stukje
betreffende een gebeurtenis uit lang vervlogen tijden, toen we de vreselijke
studiemeester Supape danig bij zijn
pietje hadden. Ik wil je de kunstenaar Yevgeniy
Fiks leren kennen. Ook over Jeff
Koons wil ik iets schrijven, want die belichaamt m.i. een kunstenaarstype
dat typisch is voor deze neoliberale tijden: de artiest-ondernemer. Er zijn ook stukjes die om een vervolg vragen, zo is er het onlangs gepubliceerde Van Durruti naar Corman dat gevolgd zal worden door een stuk onder de wervende titel Van Corman weer naar Durruti. Voilà, dat
zijn toch alweer zeven, acht stukjes die in de pijplijn zitten. Nu ik ermee uit de pijplijnkast
gekomen ben is er veel kans dat je ze al in de eerste week van 2015 op je bord krijgt. Daarnaast heb ik ook nog ietwat vagere plannen: ik wil in 2015 een beetje meer over film schrijven en misschien ook iets over opera. Verder: Blue Mind en wat dat is, stropers in de duinen van de Westhoek, een stukje over Benjamin Péret en een ander over Hans Haacke, iets over identiteit, een bespreking van iets van Dave Eggers en last but not least een stuk over Seks in de DDR, waar het destijds naar verluidt aangenamer vrijen was dan in West-Duitsland!
Let nu evenwel goed op: I shall say this only once, ik zal je niet telkens verwittigen wanneer een van deze goede voornemens gematerialiseerd wordt, want mocht je zelf enig initiatief ontplooien dan kan dat automatisch geschieden. Kijk daarvoor naar het hiernaast staande vakje, rechts boven, waarachter het Amerikaanse woord Submit geschreven staat.
Let nu evenwel goed op: I shall say this only once, ik zal je niet telkens verwittigen wanneer een van deze goede voornemens gematerialiseerd wordt, want mocht je zelf enig initiatief ontplooien dan kan dat automatisch geschieden. Kijk daarvoor naar het hiernaast staande vakje, rechts boven, waarachter het Amerikaanse woord Submit geschreven staat.
Rest me alleen nog, naar aanleiding van het nieuwe jaar, dat
ongetwijfeld spetterend zal zijn, je een straffe sigaar aan te bieden. Geen
dank.
Flor Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten