In een studie over de Russische schrijver
Isaak Babel kom ik haar naam tegen, een Amerikaanse in wier verhalen we de stijl
en het thema van Babel moeten herkennen. Wie is die vrouw? ‘Mensen zeggen dat ik zoals Isaak Babel
schrijf, maar het is niet zo dat hij me beïnvloed heeft. Ik had hem niet
gelezen vooraleer ik begon te schrijven. Het zijn onze grootouders die ons
beiden beïnvloed hebben. (…) Het is niet zozeer een literaire invloed dan wel
een sociale, een invloed van de taal, een muzikale beïnvloeding.’ Babel en
Paley (1922-2007) hebben Joodse wortels in het Rusland van de
tsaren met elkaar gemeen. In een ander interview geeft ze meer uitleg. Je taal komt,
zegt ze, van wat je thuis gehoord hebt: ‘Thuis
in de East Bronx hoorde ik als kind drie talen — Engels, Russisch en Yiddish.
Ik spreek de dingen veel uit terwijl ik ze schrijf. Ik hou ervan om het verhaal te horen.’ Maar een verhaal schrijven is nog
iets anders dan het mondeling vertellen:
‘Ik kom haast altijd vast te zitten na
een bladzijde of na een paragraaf — op het punt waar ik moet beginnen denken
waarover het verhaal zo mogelijks zou kunnen gaan. Ik begin met paragrafen die niet onmiddellijk met een plot verbonden zijn. Eerst is er de
klank van het verhaal. (…) Iedereen zegt dat ik geen plot heb. Dat maakt me
echt kwaad. Plot is niets; plot is een tijdlijn. Al onze verhalen hebben
tijdlijnen. Eerst gebeurt er iets, daarna gebeurt er iets anders.’ Kent ze
dan nooit het einde wanneer ze aan een verhaal begint te werken? ‘Neen. Dat gebeurt gewoonlijk als ik al aan
het midden bezig ben.’
Goed, dat wil ik dan wel eens zien. Dus schaf
ik me de verzamelde verhalen van Grace Paley aan. (*) Daarin leer ik een
geëngageerde auteur kennen: ‘Schrijvers
hebben de verantwoordelijkheid om recht naar de wereld te kijken en daarover na
te denken. Wat ze zien is hun zaak, maar alle schrijven is politiek.’ Ze
schrijft over kleine luiden met hun dagelijkse ongemakken. De naam van haar
eerste bundel is dan ook The Little
Disturbances of Man. Dat blijken veelal vrouwen te zijn die hun kinderen
opvoeden in afwezigheid van mannenmensen. In Dreamer in a Dead Language zegt zo’n vrouw over die mannen: ‘They pay me with a couple of hours of their
valuable time. They tell me their troubles and why they're divorced and
separated, and they let me make dinner once in a while.' De vrouwen in
Paleys verhalen zijn politiek actief, ze participeren aan de vredesbeweging en
ze nemen deel aan antiatoommarsen.
Het
verhaal The Contest opent als volgt: ‘Up early or late, it never matters, the day
gets away from me. Summer or winter, the shade of trees or their hard shadow, I
never get into my Rice Krispies till noon.’ Zoiets had Babel inderdaad ook kunnen
schrijven — mocht hij Rice Krispies
gekend hebben uiteraard. Ook in The
Expensive Moment herken ik de ironie van Babel. In dat verhaal gaat Faith
(een steeds weerkomend personage bij Paley) vreemd, maar passioneel kun je ’t
niet noemen: ‘Their lovemaking was
ordinary but satisfactory. Its difference lay only in difference. Of course, if
one is living a whole life in passionate affection with another, this
differentness on occasional afternoons is often enough.’ Of in The Loudest Voice: ‘”You're in America," the husband retorts. "In Palestine the
Arabs would be eating you alive. Europe you had pogroms. Argentina is full of
Indians. Here you got Christmas."’
Het
verzamelde werk bundelt drie boeken. Het eerste wordt in de jaren vijftig
gepubliceerd. Het tweede (Enormous Changes
at the Last Minute) komt er pas in 1974, twintig jaar later. Ze schrijft nu
anders, zo luidt een kritiek, haar ervaringen vinden minder dan vroeger hun
weg naar de verbeelding. Wellicht is de reden in de veranderende
tijdgeest te vinden en in het toenemende activisme van Paley. Ook
wij herinneren ons de sixties als intenser, luider, opwindender dan de jaren
vijftig, en luidruchtigheid is niet bepaald wat een schrijver nodig heeft om
een verhaal mooi rond te maken. Activisme laat een mens maar weinig tijd over
om fictionele verhalen ambachtelijk uit te werken— wellicht komt het ook
daardoor dat ik nu pas, tijdens mijn pensioen, goed begin te schrijven.
Heeft
die criticus gelijk? Is er sprake van een achteruitgang in haar schrijven? In
de latere verhalen van Paley kun je een ruwere taal vinden, er is sprake van
toenemend straatgeweld, ze beschrijft het uiteenvallen van traditionele
relatievormen… De kleine ongemakken van de arbeidersvrouwen uit de eerste
bundel worden overstemd door de grootse gebeurtenissen van de sixties. Het
alter ego van de schrijfster weet exact wat haar overkomt. In Faith in a Tree zegt ze: ‘And I think that is exactly when events
turned me around, changing my hairdo, my job uptown, my style of living and
telling. Then I met women and men in different lines of work, whose minds were
made up and directed out of that sexy playground by my children's heartfelt
brains, I thought more and more and every day about the world.’
Maar
je weet hoe ’t gaat: hoe meer er verandert, hoe meer het ook hetzelfde
blijft. In het verhaal Northeast Playground ontmoet de ouder
geworden Faith enkele jongere vrouwen, allemaal alleenstaande moeders. Die
mijden contact met de laat ons zeggen meer gesettelde vrouwen die elders in dat
park vertoeven: ‘Then I stated: In a way, it was like this when my children were little
babies. The ladies who once wore I Like Ike buttons sat on the south side of the sandbox, and the rest of us who
were revisionist Communist and revisionist Trotskyite and revisionist Zionist
registered Democrats sat on the north side. In response to my statement, No kidding! most of them said. Beat it,
said Janice.’
De
liefhebbers moeten weer elf jaar wachten vooraleer een derde verhalenbundel (Later the same day) gepubliceerd wordt.
De Joodse gemeenschap van de jaren vijftig is gaandeweg uitgebreid met zwarten,
Italianen, Ieren… De vrouwen voeden nog steeds alleenstaand hun kinderen op, ze
leiden nog altijd een activistisch leven. In Friends noemt Paley hen ‘the soft-speaking tough souls of anarchy’. Maar het kapitalisme heeft intussen
wel veel vernietigd. De dochter van Selena,
‘one
of that beloved generation of our children murdered by cars, lost to war, to
drugs, to madness,’ is lang geleden ergens ver weg
dood teruggevonden. Zegt Selena tot Faith: ‘You
know the night Abby died, when the police called me and told me? That was my
first night's sleep in two years. I knew
where she was.’
Flor
Vandekerckhove
(*) Grace Paley, The Collected Stories. New York, Farrar Straus Giroux. 1994. 386 ps. ISBN 0-374-52431-9.
Intussen heb ik ook vertaald werk gevonden.
- Grace Paley. Later die dag. 1986.
Uitgeverij Contact Amsterdam. 144 p. / Grace Paley. Lange
afstandloopster en andere verhalen. Met een voorwoord van Nina Polak.
2017. L.J. Veen Klassiek. 186 p.
1 opmerking:
straffe madame! kheb haar eens gegoogled ;-) schreef ook poëzie é, interessant...(bv 'This Life')
Een reactie posten