— Brussel, het de Brouckèreplein in de regen. (Eigen foto) — |
Tania woont een optreden
bij en ik blijf achter in de Métropole. Vanaf de kamer kijk ik neer op het plein dat heraangelegd wordt, nadarhekkens houden passanten op het rechte pad. Regen. Werf wordt modder. Aan de overkant haast een travestiet
zich naar het werk, ook ik vat het werk
aan. ‘s Morgens gaan we daarmee klaar zijn, de travestiet en ik. De
stripteaseuses trekken dan hun kleren aan; vrachtwagens volgeladen met
melk en straatvegers beladen met bezems nemen het van ons over; beneden
in het café zullen vermoeide minnaars vergeefs de nacht proberen rekken.
Net wanneer ik het gordijn wil dichttrekken om dit vignet te schrijven, trekt een uithoek van het plein mijn oog. Een Brabants trekpaard! In
’t midden van Brussel! Net als al het voorgaande komt ook dat trekpaard daar door twee songteksten die me inspireren: Il est cinq heures, Paris s’éveille⇲, over grootstad, travestieten en vrachtwagens vol melk. En A horse with no name⇲, woestijnlied. Intussen regent het zo hard dat er op de Brouckère een
riviertje ontstaat. Riviertje wordt rivier, rivier wordt stroom, stroom wordt kolkende zee. Het Brabants trekpaard kan de naderende catastrofe
onmogelijk overleven, ik trek mijn jas aan om het beest te redden. En zo komt het dat ik ’s nachts in Brussel, in
de gietende regen, een paard de teugels geef. Tania komt terug van het optreden en vraagt of ik me niet verveeld heb.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten