— Roger De Coster (77) en Ria Lhermitte⇲. —
|
IN 'T DONKER projecteert de treurwilg zijn schaduwspel op de kerkgevel.
De glasramen bieden zachtjes weerwerk. In ‘t dorp leer ik genieten van de
gothic sfeer die het huis omgeeft. In die tijd woon ik in het huis dat Pier
de garde daar in 1928, naast het kerkhof, heeft laten bouwen. Ik moet de dingen daar nog een
beetje gewoon worden, vooral de nachtelijke geluiden: knerpend grint, een flard
van een gesprek, een kat die krijst, graniet dat, ja dat wat eigenlijk? Soms, bij nacht & ontij, hoor ik kerkmuziek. Terwijl ik een nachtelijk plasje maak, komt het pijporgel mij daarbij assisteren, alle registers open. Waarna
een diepe bas het van de pijpen overneemt.
Stoute schoenen heb ik niet. Ik roep de hulp in van Annie Vanhee⇲, volkskunstenares die daar trouwens nog altijd woont, en samen duwen we de kerkdeur
open. Geruisloos lukt dat niet. De zanger onderbreekt zijn zang. Wij staan oog
in oog met Roger De Coster die me prompt vraagt of ik ook kan zingen.
De Coster herinner ik me uit mijn kindertijd. Zoon van Maurits, de meubelmaker die een
atelier — de zagerij — had in de Duinenstraat, oudere broer van Rita en Erna (†).
Ik herinner me zijn in- en uittrede bij de paters van Orval. Ik hoor het onze
vaders nog zeggen: ‘Zijn roeping als
beeldhouwer is groter dan zijn roeping als pater.' Zo komt het ook dat ik als kind al weet dat cynisme goed gedijt bij een uitgestreken gezicht.
Later, wanneer ik van het dorp naar de duinenwijk verhuis, zie ik hem daar
wekelijks voorbij fietsen. Na het sluiten van de markt gaat hij de resten
ophalen. En dan opeens niets meer.
Tot verleden week. In De Zeewacht lees ik een stuk over een koppel
dat als moderne kluizenaars omschreven wordt. Zij heet Ria en hij Roger. Zij heeft een boek over hem
geschreven: ‘Hij heeft speciale keuzes
gemaakt in zijn leven en heeft een visie. Ik wil niet dat zijn ideeën en
gegevens verloren gaan.’ Veel van die ideeën gaan over soberheid en het
eren van de Schepper. Elk kunstwerk drukt iets van die Schepper uit. Het boek
zoekt nog een uitgever.
Ik bekijk de foto en herken meteen de man
die me twintig jaar eerder gevraagd heeft met hem mee te zingen. Onlangs heb ik
zijn naam, hier⇲, onder een schoolfoto
uit 1948 zien passeren. Ook omdat ik op zoek ben naar nog enkele ontbrekende namen,
beslis ik om het koppel op te zoeken. Ik neem de schoolfoto met me mee.
Het Zeewacht-artikel leidt me naar het huisje aan de Vosseslag. Ik word er
gastvrij ontvangen. Als het koppel al bekeringsijver heeft, dan valt die me
niet op. De twee vertellen me over hun leven, over het onbegrip dat ze daarbij
ontmoeten, over goede mensen die hun pad kruisen. En over wat er met het werk
van Roger moet gebeuren nu het einde nadert. Ik beloof dat ik links en rechts
eens informeer naar iemand die daarbij kan helpen.
Mijn bezoekje fleurt het koppel op. Roger voelt dat ik positieve
energie in het
huisje breng. Zo zie je maar wat een atheïst vermag, zeg ik hem.
Mijn kwinkslag wordt me vergeven. Afsluiten doen ze met een streepje muziek. Hij
op zijn mondharmonica, zij op de tamboerijn.
P.S.: Roger De Coster is op zaterdag 30 september 2017 overleden. Zijn gezellin, Ria L’Hermitte, publiceerde na diens dood de monografie over Roger De Coster⇲.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten