zondag 21 augustus 2016

Herinneringen aan Walter Debrock

Op de foto kan ik (links) er alweer om lachen. Walter Debrock (†), rechts, heeft het er moeilijker mee. Maar de gebroeders Piet (†) en Mathieu De Vestele zijn in hun nopjes; de broers zijn dan ook nazaten van een Oostends kapersgeslacht.

Wanneer ik in 1988 Het Visserijblad↗︎ nieuw leven probeer in te blazen, hoor ik op de radio de in Oostende geboren en getogen Walter Debrock↗︎ spreken. Maritieme geschiedenis blijkt ‘s mans hobby te zijn, hij heeft het over de Oostendse kapers. 
Kan ik die mens vragen om aan Het Visserijblad mee te werken? Ik twijfel, Walter Debrock maakt niet bepaald deel uit van het jongensclubje (kijk hier naar foto 2↗︎) dat ik op de Baelskaai bijeenbreng. In het beroepsleven is hij leraar-prefect geweest, directeur van het middelbaar & het normaalonderwijs, administrateur-generaal van de Diensten voor Nederlandse cultuur, docent aan de VUB en voorzitter van de Raad van Beheer van dezelfde universiteit. Hij is, met andere woorden, niet het soort mens dat ik — yo de mannen! — spontaan op de rug sla. Ik doe het toch, hem opbellen bedoel ik. In Brussel krijg ik een meer dan bereidwillig man aan de lijn. Ik vraag hem om ons een stukje over die kapers te leveren.
Dat stukje groeit uit tot een lange reeks, waarin elke Oostendse kaper een eigen aflevering krijgt. De reeks loopt vele maanden lang. Het Visserijblad speelt erdoor in een hogere divisie, het legt ons geen windeieren. In die tijd publiceer ik ook mijn eerste literaire werken. Ik overtuig mijn uitgever om ook de ‘verzamelde kapers’ uit te geven. Dat gaat uiteindelijk niet door omdat die mens zijn onderneming onverwachts om persoonlijke redenen stopzet. Ook omdat ik daar zelf nog een boek in de pijplijn heb, richt ik naast Het Visserijblad een eigen uitgeverijtje op, De Lachende Visch. Die geeft in 1994 ook De Oostendse kapers van Walter Debrock uit. [Het is beschikbaar in de Oostendse openbare bibliotheken.]
De boekvoorstelling herinner ik me als de dag van gisteren. Ik heb alles minutieus voorbereid. Er is een geslaagde voorverkoop geweest. Le tout Ostende is uitgenodigd. In Oostende is er in die tijd een bankfiliaal dat zijn bovenverdieping openstelt voor culturele manifestaties. Ik reserveer de zaal. Jawel, voor vrijdag de dertiende, we lachen er nog om. Die dertiende bezet een nieuwe filiaalhouder het kantoor. Hij moet zijn weg nog zoeken, zegt hij. Hij overhandigt me de sleutel en vertrekt op weekend. 's Avonds probeer ik de deur te openen. Tevergeefs, de sleutel past niet in het slot.
Debrock is intussen aangekomen. Hij ergert zich aan zoveel amateurisme. Ik probeer de filiaalhouder te bellen. Zonder resultaat. Intussen komen al gasten aan. Ik bel naar de vorige filiaalhouder, ik bel naar andere bankfilialen, naar… ’t Is vrijdagavond, niemand neemt op. Zie me daar staan op de hoek van de grootste Oostendse winkelstraat, met mijn kartonnen dozen en een bende chic volk om me heen.
Ik moet íets bedenken. Om de hoek, op het Wapenplein, bevindt zich het Cultuurpaleis. Dat heeft een open binnenplein. Dat is een publieke, maar toch afgescheiden plek, het is mooi weer, onweerachtig warm zelfs… Een boekvoorstelling in open lucht, het is eens iets anders. Ik laat iemand achter bij dat bankfiliaal, die laatkomers naar het plein stuurt. Dat vult zich helemaal met genodigden. Vlak voor de plechtigheid van start gaat begint het out of the blue te regenen, niet een beetje, echt een hevige stortbui. Ik ben aan het einde van mijn improvisatiemogelijkheden. Onder de genodigden bevindt zich Marc Victor die aan de Stad werkt. Hij heeft sleutels van dat Cultuurpaleis op zak, omdat hij daar bij calamiteiten binnen moet kunnen. Hij ziet het drama, laat zijn ambtelijke voorzichtigheid varen en opent de deur van de receptiezaal. 120 natgeregende genodigden stormen naar binnen. Ik ben er hem tot vandaag dankbaar voor. 

Flor Vandekerckhove


[In De Laatste Vuurtorenwachter dateert dit stukje van 2016. In 2021 redigeer ik het opnieuw, ten behoefte van de FB-groep Oostendse verhalen.]


De e-boeken van Flor Vandekerckhove zijn gratis. Vraag erom via liefkemores@telenet.be.



Geen opmerkingen: