dinsdag 29 september 2020

Een zingend konijn


’t is niet dat ik denk 

dat het u een zorg is

maar ik zeg het toch:

mijn gedichten 

gaan ergens over.

Ze gaan bijvoorbeeld over

de inhoud

van een gedicht.

En die inhoud is…

Ja wat?

Ik ga het zeggen Walter:

De inhoud is 

een zingend konijn

dat uit een buishoed komt.


'Jij bent bij mijn weten de enige dichter die zichzelf recenseert, 
of toch de enige die dat openlijk doet.'  
(Pier Bossuyt, redacteur Arte 04.)

Alles is al geschreven, waarom zou je er dan nog iets aan toevoegen? Dat, beminde dertien lezers, is het gewicht dat de schrijver-dichter torsen moet: een ellenlange, imposante namenlijst van meesters die hem voorafgaan, een verpletterende lijst waar hij onderuit moet zien te komen: DE CANON! Twee manieren. Eén: je laat de boel de boel en raakt geen pen meer aan. Een verleiding die ik oproep in Dode Kafka bij de koffie.
Dat is het moment waarop ik besef dat er geen einde komt aan 
De namen die op zo’n lijsten neergeschreven staan en dat ik net  
Als Sisyphus mijn steen de berg oprol en net wanneer ik er de brui 
Aan geven wil hoor ik Kafka zelve roepen dat de koffie klaarstaat
Twee: je rolt je steen vrolijk de berg op en je blijft lachen, ook als hij er telkens weer afdondert. En weer en weer en weer. Het gedicht vervolgt alzo:
Terwijl de luchten zich met koffiegeur vullen beslis ik om mijn 
Pen toch weer ter hand te nemen en die over de namenlijst  
Op de achterkant van ’t blad te laten glijden want waar ik zonder 
Twijfel onderuit moet zien te komen is dode Kafka bij de koffie 
Dode Kafka bij de koffie is het eerste gedicht van een rij waarin ik mijn poëtisch programma probeer te omschrijven. Programma waarin ik uitdrukkelijk tegenspreek dat alles alreeds geschreven is. Heeft iemand vóór mij ooit drie tramgedichten geschreven, en van de kusttram een epifanie à la James Joyce gemaakt? En werd de werkelijkheid alzo niet veranderd, of althans de perceptie ervan, zoals Wallace Stevens het met zijn blauwe gitaar doet?
They said, ‘You have a blue guitar,  
You do not play things as they are.’ 
The man replied, ‘Things as they are 
Are changed upon the blue guitar.'
Over die capaciteit gaat Witte woensdag, mijn tweede programmatische gedicht: 
Binst hij gebiologeerd naar haar roodgelakte nagels kijkt legt zij zijn 
Voet tussen haar dijen en daarna in de teil warm water en terwijl ze 
Zacht over zijn zwelling wrijft wordt deze witte woensdag voor hem 
Een Witte Donderdag en zij de bijbelse Abigaïl en hij wordt koning David
De dichter heeft macht, ervaar ik; niet deze van de heerser, evenmin de macht van volksmassa’s die zich in beweging zetten en ’t is zeker niet de macht van de man met een geweer. Het is de macht van de magiër, macht van iemand die iets uit niets weet te maken. Net als de goochelaar bedient de dichter zich daarvoor van zijn trukendoos. Ook de dichter tovert een konijn uit de buishoed, en niet zomaar een konijn, maar een konijn dat zingt!  ’t Is daarover dat De kracht van mijn gedicht gaat, het derde stichtende gedicht: 
De verhalen die daar over mij de ronde doen zijn angstaanjagend maar 
Ze getuigen ook van ontzag want wie geld tekort komt kan ik bijstaan en 
Wie onvruchtbaar is kan ik een kind schenken en wie verdoemd is kan 
Ik van ’t hellevuur redden en ik lees nochtans alleen maar mijn gedicht voor
Flor Vandekerckhove

1 toetje — Nog iets. Ik mag een jonge dichter zijn, ‘k ben ook een oude verhalenverteller. In dat genre hink ik al een schrijversleven lang op twee benen: het ene realisme, het andere surrealisme. Het balletje gaat over en weer, je ziet het — ping! — aan de realistische kant van de tafel, dan weer — pong! — aan de surrealistische. Daar maak ik in de poëzie komaf mee: ik kies resoluut voor een eigen vorm van surrealisme, een surrealisme-light, daarin geholpen door Amerikaanse voorbeelden als James Tate, Charles Simic, Billy Collins en Kenneth Koch.  En mijn eigen surrealisme-light voeg ik toe aan dat van een zwaargewicht als René Magritte. Dat staat in het vierde programmatische gedicht Een kamer vol persoonlijke waarden
’t Is het proberen waard zegt Johan en hij bindt de tas op zijn rug om er 
Mee naar huis te fietsen maar niet voor hij op zijn beurt in de draaideur
Blijven steken is en zelf trek ik naar de kamer in het Plaza om er dit 
Gedicht aan de persoonlijke waarden van René Magritte toe te voegen

And now something completely different!!!

Geen opmerkingen: