* In D.L.Vuurtorenwachter plaatst Flor Vandekerckhove sinds 1988 columns, herinneringen, leesnotities, (mini-)essays, polemieken, verhalen, gedichten… ****************** ************* 'Deze vuurtoren belicht de verdwijnende wereld van een babyboomer/soixantehuitard.' ******************* ****
dinsdag 22 juni 2021
Hoe Charles Simic vliegen in ’t donker vangt
‘O the season of mists! Someone blew the hunting horn.’
Charles Simic
The World Doesn’t End, boek waarmee Charles Simic in 1990 de Pulitzer Prize wint, sluit af met een extreem kort gedicht betreffende zijn identiteit: The room is empty, / And the window is open. Twee regels waarin ’t al gezegd wordt, bij Simic is er plaats te over en het openstaande raam draagt ontelbare mogelijkheden in zich. ’t Is ook een politieke verklaring: geen nationalisme!
Het boek, opgedragen aan James Tate, zegt in de ondertitel: prose poems. Dat klopt, zij het maar gedeeltelijk. Het boek telt drie delen en elk sluit af met een gedicht mét lijnonderbrekingen, ook het openingsgedicht is om dezelfde reden geen prozagedicht. Simic maakt er ons mee duidelijk dat hij de twee genres — als het al aparte genres zijn — niet al te strikt gescheiden houdt: met of zonder lijnafbrekingen, een gedicht is een gedicht. Maar wat onderscheidt een prozagedicht dan van een (proza)verhaal? Dit is wat Russell Edson over het prozagedicht zegt: ‘Fabel, legende, ontstaansmythe, reisverslag, epistel, bedverhaaltje en droom zijn maar enkele van zijn ingrediënten. Het prozagedicht leest als een vertelling, maar werkt als lyriek, omdat het steunt op het naast elkaar plaatsen van beelden en onverwachte zinswendingen. Als onderbroken verhaal benadrukt het dat het over en over gelezen moet worden tot zijn woorden en beelden ten volle hun mysterie uitstralen.’ En dit is wat Simic er zelf van zegt: ‘Een prozagedicht schrijven is een beetje als proberen een vlieg te vangen in een donkere kamer. De vlieg er is wellicht niet eens, de vlieg bevindt zich in je hoofd, toch blijf je struikelen en tegen dingen aanlopen in een dolle achtervolging. Het prozagedicht is een uitbarsting van taal na een botsing met een groot meubelstuk.’ Wat we daarvan moeten denken, wordt duidelijk in de quote van jazzmuzikant Fatz Waller, vooraan in het boek: ‘Let’s walz the rumba.’ Dus: laat ons het ons eens anders aanpakken, laat ons ritme, ziel en verbeelding behouden en experimenteren met de danspasjes.
Ik probeer Simics dichtkunst te concretiseren in twee gedichten die ik vertaal (dat had ik niet zelf moeten doen, intussen weet ik dat The World Doesn’t End in ’t Nederlands vertaald werd°). Het eerste is het titelloze openingsgedicht van het boek.
Simic herinnert zich zijn kindertijd in Joegoslavië. Hij herbeleeft de Duitse bombardementen. Het gedicht beschrijft moeder als een vage figuur van zwarte rook, en als rook draagt ze haar kind beschermend over de brandende steden. Rook slaat wellicht ook op de vaagheid van de verre herinnering. Er zijn er daar nog, ook andere hulpeloze oorlogsslachtoffers proberen aan de brandende steden te ontsnappen: ‘Zij probeerden hun overjassen aan te trekken met / armen gemaakt van rook.’ De slotzin overtreft alles in een surrealistisch beeld. ‘De hoge hemelen waren vol gekrompen / dove oren in plaats van sterren.’ ’t Is een poëtische manier om te zeggen dat de hemel doof blijft blijft voor hun lijden. Voorwaar, dit is poëzie en niet alleen omdat er lijnonderbrekingen in voorkomen.
Weer neemt Serviër Charles Simic ons mee naar Joegoslavië in oorlogstijd. Het leven hangt aan een zijden draadje. Hoe delicaat dat leven is, verbeeldt de dichter met een winkel gespecialiseerd in porselein. Een vrouw (zijn moeder) doet er alles aan om het huiselijke leven in pais en vree te laten verlopen. Buiten raast het geweld, binnen houdt men de adem in (‘Not a breath allowed near the sugar bowls’). Heel het gedicht verloopt in stilte (‘Tsss!’), die stilte is beschermend, ze reflecteert ook de repressieve orde veroorzaakt door de oorlog. Hoezeer hoe de vrouw ook probeert oude waarden hoog te houden, toch lopen de muizen — teken van verval — er in ’t rond. Het leest als een verhaal, het werkt als lyriek. ’t Is een gedicht.
Flor Vandekerckhove
° Charles Simic. The World Doesn’t End: Prose Poems. 1985. 74 pp. A Harvest Book. Harcourt Brace & Company, New York. — Aan de wereld komt geen eind. Vertaald door Ivo Kievenaar. 2017. Brave New Books. Een goede Nederlandse bespreking staat hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten