OP 7 JUNI 2021 overleed Peter Cornelis Müller, geboren in 1937. Dat zegt u niets, dat doet het wel als ik erbij vermeld dat deze Müller ook A.L. Snijders is, de schrijver die het handpalmverhaal — dat hijzelf als zkv definieert (het Zeer Korte Verhaal) — in ’t Nederlands gepopulariseerd heeft. De Standaard zegt dat hij het genre uitvindt, maar dat klopt niet, ’t is een verschijnsel dat evengoed elders opgang maakt, onder meer in de Verenigde Staten waar het in vele variaties↗︎ floreert. Volgens mij is 't een genre dat onze tijd kenmerkt.
Voor mij is Snijders een belangrijke schrijver. Hij is mijn leermeester geweest, in zoverre zelfs dat iemand me een navolger↗︎ noemt. Ik denk niet dat die mens dat nu nog zou doen, maar ’t is waar dat Snijders voor mij een maatstaf geweest is: ‘De zeldzame keren dat mijn stukjes het niveau van A.L. Snijders halen, behoren tot de gelukkigste momenten van mijn schrijversbestaan. En wat ik van de meester ook leer is dat je gul moet zijn met je teksten. Regelmatig laat hij gratis een verhaal in mijn mailbox vallen.’
Ik lees A.L. Snijders van voor hij het zkv ijkt. Al in 2012 publiceer ik in Snijders lezen op de Mont Floran↗︎ een lofzang op de man: ‘Hij heeft me een vers van Richard Minne leren kennen waarmee ik het alleen maar eens kan zijn: veracht de burgerman, / doch ledig zijne kruiken. Hij schrijft over de vierkante meter van zijn bestaan. Hij hanteert een levensfilosofie die her en der nauw bij de mijne aanleunt. Hij is pro ‘nutteloze’ dingen, zoals het reciteren uit Het huwelijk van Willem Elsschot, iets wat ik ook graag doe. Hij idealiseert het heremietleven en hij zegt alleen maar van mensen te houden wanneer ze in een hol wonen waar ze niet uitkomen. Voor de rest probeer ik, eveneens à la Snijders, de werkelijkheid op een scheve manier trouw te blijven.’ In die tijd zijn ’s mans verhalen al kort, maar bijlange niet zo kort als wat later een zkv heet. Ook de inhoud maakt ze meteen apart. Door Snijders te gaan lezen, besef ik dat je je eigen leven kunt verhalen, dat je het enigszins kunt veranderen zonder dat het echt fictief wordt. Snijders heeft me niet alleen kort leren schrijven, hij heeft me ook het niemandsland binnengeleid waar genres aan elkaar grenzen. Kijk maar hoe vernuftig hij dat doet: Leren schrijven met A.L. Snijders↗︎.
Ik lees A.L. Snijders van voor hij het zkv ijkt. Al in 2012 publiceer ik in Snijders lezen op de Mont Floran↗︎ een lofzang op de man: ‘Hij heeft me een vers van Richard Minne leren kennen waarmee ik het alleen maar eens kan zijn: veracht de burgerman, / doch ledig zijne kruiken. Hij schrijft over de vierkante meter van zijn bestaan. Hij hanteert een levensfilosofie die her en der nauw bij de mijne aanleunt. Hij is pro ‘nutteloze’ dingen, zoals het reciteren uit Het huwelijk van Willem Elsschot, iets wat ik ook graag doe. Hij idealiseert het heremietleven en hij zegt alleen maar van mensen te houden wanneer ze in een hol wonen waar ze niet uitkomen. Voor de rest probeer ik, eveneens à la Snijders, de werkelijkheid op een scheve manier trouw te blijven.’ In die tijd zijn ’s mans verhalen al kort, maar bijlange niet zo kort als wat later een zkv heet. Ook de inhoud maakt ze meteen apart. Door Snijders te gaan lezen, besef ik dat je je eigen leven kunt verhalen, dat je het enigszins kunt veranderen zonder dat het echt fictief wordt. Snijders heeft me niet alleen kort leren schrijven, hij heeft me ook het niemandsland binnengeleid waar genres aan elkaar grenzen. Kijk maar hoe vernuftig hij dat doet: Leren schrijven met A.L. Snijders↗︎.
Dat ik zo’n verhaal kan schrijven,
dank ik waarlijk aan A.L. Snijders.
(en uiteraard ook aan Monty Python)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten