— Ik ben een navolger van A.L.Snijders (foto). Ik ben nu aan 't sparen om me ook zo'n tractor — een Snijdersmobiel — aan te schaffen. — |
Harelbeke heeft een vrijzinnig centrum dat De Geus heet. Dat herbergt
een gelijknamige kunstkring en die geeft Art
04 uit, waarin ‘beeldend werk een
even belangrijke plaats inneemt als het geschreven woord.’ (*)
Naast veel anderen lever ook ik daar regelmatig enige geschreven woorden af. Dat is ook nu weer
het geval.
Het redactioneel trekt mijn aandacht:
‘De navolgers van A.L.Snijders worden steeds talrijker. Eerst was er Flor Vandekerckhove, met zijn zeer korte verhalen. Lev Wehmutt kijkt nu ook die kant uit, zij het met iets minder korte stukjes. In dit nummer brengen wij voor het eerst één van de flitsverhalen die Monika Macken schreef bij foto’s van haar zoon, Fred Lo Cascio. (Meteen heeft Monica een nieuwe naam voor de zeer korte verhalen. Dat zal Flor plezieren).’
Of flitsverhalen al dan niet een nieuwe
naam is kun je zelf nagaan, hier heb ik lang geleden al de vele benamingen van het genre
opgelijst.
Ik vermoed dat het hard zoeken is naar schrijvers die zich graag navolger horen noemen, maar zelf heb ik
geen bezwaar. Een mens moet zijn plaats kennen en daar moet hij er het beste van proberen maken. In de pikorde van het schrijversgild sta ik helemaal onderaan. In
de wielrennerij zou ik een kermiscoureur zijn, in de bouw een klusser, in de
politiek een trotskist…
De zeldzame keren dat mijn stukjes het niveau van A.L.Snijders halen, behoren trouwens tot de gelukkigste momenten van mijn schrijversbestaan. En wat ik van de
meester ook leer is dat je gul moet zijn met je teksten. Regelmatig laat hij
gratis een verhaal in mijn mailbox vallen, net zoals ik dat ook bij jou kan doen. Je kunt je daarvoor inschrijven in het vakje dat rechts van deze tekst staat.
Twee weken geleden heeft Snijders me het verhaal Nachtportier gestuurd. De vrouw van
een fietsenmaker trekt jaarlijks naar een hotel waarvan ze de nachtportier goed
heeft leren kennen. Deze week stuurt hij me Supermarkt.
Daarin licht hij een tip van zijn vakmanschap op. Nachtportier is, zegt hij, ‘zoals
altijd deels verzonnen deels waarheid. Het fietsenechtpaar is verzonnen, de
nachtportier niet, hij behoort tot de werkelijkheid.’
De twee verhalen tellen samen 400 woorden. Ik heb er al 370 nodig
om nog maar tot hier te fietsen. In der Beschränkung zeigt sich erst der
Meister.
(*) Wie er in een mailtje om vraagt krijgt wellicht wel een
proefexemplaar toegestuurd: pier.bossuyt@gmail.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten