dinsdag 31 oktober 2023

Naar Aristoteles’ graf (recensie) (°)


'T IS NIET IETS wat ik mezelf zie doen, maar bij Stefaan Pennynck (1963) is dat anders. Wanneer hij verneemt dat Aristoteles’ graf weergevonden werd, trekt hij meteen zijn poëtische schoenen aan en gaat op pad. Zoals er zijn die naar Jeruzalem trekken, Mekka en zelfs Coyoacán, zo trekt Pennynck naar het oude Griekenland. Daar zoekt hij de rede op. Onderweg pelt hij twee eitjes. Ten eerste maakt hij komaf met een wereld die hem onwelgevallig is en ten tweede bevraagt hij zijn eigen plek in die wereld:
de wereld draaft door, gaat teloor /misschien zal het mij lukken /me uit de maalstroom los te rukken /voor zij zichzelf uit de voegsels zal rukken
U merkt het, de nood is hoog, de wereld staat op ’t punt op hol te slaan. Daar wil Pennynck iets tegen ondernemen. Hoe? Geenszins als politicus, beroep waarvoor de dichter niet bepaald een lofzang aanheft:
beleidsmensen te over, kleinzielig /willen ze zich via politiek verrijken /kunde noch visie laten zij blijken
Dat ziet er dus niet goed uit en zo zijn er nog wel waarover de dichter een niet mis te verstane mening uit:
religieuze dwepers en ideologische zweters /zwetsers, maskers of stomme betweters /valse tronies op de schermen /die liegen, bedriegen
De weg van Pennynck is die van het dichterschap en bij hem loopt die weg over soms wel, soms niet rijmende kwatrijnen, gelardeerd met tussenzangen die me aan een Griekse noodlotskoor doen denken. ’t Is hoe dan ook geen kleine opdracht die hij zich oplegt en Pennynck stelt terecht de vraag of hij wel kans op slagen heeft:
het zal veel van mij vergen /wegen, dalen, bergen /regen zal mij tergen /zon zal mij schroeien
Wat weer andere vragen oproept. Loont zo’n moeilijke reis wel de moeite? Kan poëzie de wereld redden? Hoopvol is Pennynck wel. Hij gelooft in z’n eigen dichterlijke mogelijkheden:
verzen zal ik schrijven /verzen zijn mijn kracht /de verzen zullen komen /aan de tombe in mijn dromen
De situatie wordt complex wanneer blijkt dat het de dichter evengoed om zijn persoonlijke demonen te doen is. Die hebben soms wel, maar veel keer ook niet met ‘de wereld’ van doen. In die zin laat Pennyncks poëtische tocht naar Aristoteles’ graf me ook wel aan de Camino de Santiago denken, die ook veelal een zoektocht naar catharsis is. Bij Aristoteles zit Pennynck dan goed, de Griekse filosoof was de eerste die de louterende werking van catharsis beschreef in zijn Poetica⇲:
bitter is mijn gal /maar zoet wil ik zijn /ik zal mezelf weer vinden /opnieuw mens tussen de mensen zijn
Slaagt Pennynck in zijn opzet? Bereikt hij uiteindelijk Aristoteles’ graf en alzo ook de catharsis? Het gedicht heeft maar één woord nodig om daarop te antwoorden:

misschien


(°) Stefaan Pennynck. Naar Aristoteles’ graf. 2023, 60 blz, EUR 15,00. Het gedicht werd mooi uitgegeven in een boekje van 50 bladzijden. De omslagfoto en de illustraties binnen in het boek zijn van Samuel Pennynck (2001), jongste zoon van de dichter. Binnenin zijn ‘t analoog gefotografeerde zelfportretten, geïnspireerd op een boek uit 1732: ‘Expressions de passlons de l’âme’ van Charles Lebrun. ‘De gemoedsuitingen op de foto’s geven de onderliggende emoties van het gedicht weer: bitterheid, verdriet, afschuw, angst, verwondering en bewondering.’
Wie contact wil nemen: stefaan.pennynck@telenet.be. Pennynck tekent ook present op de Oostendse boekenbeurs, zondag 5 november, van 10 tot 18 u. in O.C. De Schapery ter stede.


Zoals alle e-boeken van De Lachende Visch is ook dit essay (pdf en EPUB naar keuze) gratis. Mail erom (en vermeld de titel). Het valt METEEN in je mailbox. liefkemores@telenet.be.

Geen opmerkingen: