woensdag 25 oktober 2023

Over schrijvers en wielrenners


IN DIE TIJD zat ik in de reclame. Die job leidde me naar wielerwedstrijden, ik schat jaarlijks zo’n vijftig, meestal kermiskoersen. Zo raakte ik vertrouwd met een merkwaardige gemeenschap van bookmakers, reclamejongens, pillendraaiers, renners en hun entourage; incrowd die zich volgens de wetten van de wielerkalender over ’t land verplaatste — Yo de mannen! De grote namen ontbraken in dat kermiscircuit, dat werd uitsluitend door kermiscoureursgereden. Buiten het circuit genoot dat gebeuren geen goede faam, maar in de beslotenheid van die gemeenschap was dat toch anders. Heeft niet elk milieu zijn jonge wolven, eeuwige beloften, meelopers, oudgedienden, slachtoffers, levende legenden en kampioenen? Hoe goed zo'n renner echter ook was, hij was en bleef een kermiscoureur.
Aan die tijd moet ik weer denken nu ik aan een essay over schrijverschap werk. (*) Ik ontdek een raakvlak met de koers. In de wielrennerij zijn de plaatsen bij ter zake doende wielerploegen schaars. De renners van het kermiscircuit zijn kansloos voor een plaats bij zo’n ploeg, zij maken deel uit van ploegjes die alleen binnen dat kermiscircuit betekenis hebben, bijvoorbeeld Mysenlan-Baboco-Cyclinvest en Dovy Keukens-FCC. ‘t Zijn ploegjes waaruit een wielrenner geen inkomen haalt. Net zo is ‘t voor schrijvers: de plaatsen bij toonaangevende uitgeverijen zijn schaars, de meeste schrijvers doen het met uitgeverijtjes die, als ’t wielerploegen waren, naar namen luisteren als Mysenlan-Baboco-Cyclinvest en Dovy Keukens-FCC. Net als de kermiscoureurs draaien die schrijvers rondjes rond de kerk, zoals binnenkort ook op de Oostendse boekenbeurs die me tot dit stukje inspireert. Feit is: daar komt volk op af! Zei de plaatselijke schepen van cultuur onlangs niet dat zijn stad weer literaire hoogdagen kent? Vijf nieuwe boeken van Oostendenaars in één week tijd! (**) Dat komt door de plaatselijke Oktoberfoor: wielerseizoen afgelopen, schrijvers nemen het kermiscircuit over.


(*) Elk jaar trek ik in oktober naar de Pyreneeën. Terwijl ik daar uitkijk over berg en dal werk ik aan een essay. Verleden jaar heette dat ‘Als de muziekwijze verandert, wankelen de stadsmuren’ en dat cirkelde rond Allen Ginsberg. Dit jaar ga ik in dialoog met Haruki Murakami: ‘Over schrijverschap’Nu ben ik weer thuis en dat essay is omzeggens klaar.
(**) Zelf hoor ik daar niet bij. Zoals al de e-boeken van uitgeverij De Lachende Visch zal mijn nieuwe essay niet op de boekenmarkt present tekenen. Ik ga er dus ook niet mee op een boekenbeurs leuren. Het is gratis beschikbaar voor wie erom vraagt. Er komt een PDF-versie en het is ook beschikbaar in EPUB. Je kunt nu al reserveren via liefkemores@telenet.be. De Weggeefwinkel zorgt ervoor dat het op de dag van de publicatie (d.i. eerstdaags) in je mailbox valt.

2 opmerkingen:

Vader Kapoen zei

Ieder zijn mening Flor, schrijvers vergelijken met kermiscoureurs vind ik goed gevonden! Dan rijd ik veel liever mee in dat peloton dan te koersen tussen elitaire renners die elkaar de vernieling in rijden voor de centen... Voor het publiek in een flitsende uitrusting spitse quotes debiteren en dan in de coulissen foefelen met stimuli en koersen verkopen aan de meeste bieder is pas volksverlakkerij, daar waar kermiscoureurs nog rijden voor de eer en de liefde voor de stiel.

Doe jij maar schoon voort op jouw toren, bedankt voor de gratis reclame!

Anoniem zei

Bescheidenheid siert de mens. Sommige cyclo-sportieven gebruiken zelfs doping om het gevoel te krijgen dat ze ware olympiërs zijn. Het sérieux van sommige schrijvers moet doen geloven dat de wereld op hen zit te wachten. Nabootsing en zelfbegoocheling. Zoals Camus zei: il faut imaginer Sysyphe heureux. Groeten, Ignace Pollet (vindbaar op Facebook)