donderdag 20 juni 2024

Hoe schoon was de Gentstraat


BREDENE — Voor het eerst zie ik welke mooie huizenrij dat in oorsprong is: sterk gelijkende woningen en toch individuele verschillen. Op de postkaart staat Breedene, met dubbele klinker, van welk jaar dateert de foto dan? Die huizen — of moet ik zeggen sommige? — hebben namen, het huis op de voorgrond heet Duinbloem, weet ik van Hugo Pauwels die daar zijn jeugd doorbrengt. Een plakkaat op de gevel van het tweede huis leert ons dat pension Jean daar in die tijd al uitgebaat wordt, de recente foto toont ons een extra verdieping op het huis dat nu in appartementen is verdeeld.
Ik probeer de schoonheid van die huizenrij in een hedendaagse foto te vatten, maar slaag er niet in. Al de foto’s die ik daar die middag schiet, getuigen van slijtage die ouderdom teweegbrengt, ze tonen een straat getekend door de tijd, vooral de balkons hebben danig afgezien. Of komt het doordat het die dag ferm regent en is 't de regen die een domper op de straat zet?
Ik overdrijf geenszins als ik zeg dat ik duizenden keren door die straat gestapt, gelopen en gefietst ben, naar de merceriewinkel Au Printemps, naar onze maat Hugo, met braadkippen naar L'Aurore, de Cosmo, de pensions Toerist en Concordia… Ik ben er zoveel keer gepasseerd dat ik mij daar nog als kind zie lopen, nu nauwlettend gevolgd door mijn oudere, gepensioneerde ik die, net als de huizenrij in de Gentstraat, zichtbaar onder ouderdomsslijtage lijdt. Iets soortgelijks, stel ik me voor, overkomt ook Octavio Paz in zijn spooky gedicht De straat.
Flor Vandekerckhove

(°)

(°) En zoals steeds: suggesties om de vertaling te verteren worden in dank aanvaard. liefkemores@telenet.be.


Octavio Paz. The Collected Poems of Octavio Paz. 1957-1987. 688 ps. Uitg. New Directions. 1991.

3 opmerkingen:

Schampier zei

gevolgd door mijn oudere, gepensioneerde ik die, net als de huizenrij in de Gentstraat, zichtbaar onder ouderdomsslijtage lijdt...we leiden er wel niet onder maar toch mooi gezegd.

Schampier zei

Lijden uiteraard

Luc Blomme zei

Wij woonden in het huis van Hugo Pauwels van 1946 tot 1951