dinsdag 30 december 2025

Mijn top-tien aller tijden

Alsof er rond deze tijd nog geen lijstjes genoeg zijn.

MIJN SCHRIJVERIJ negeert de boekenmarkt, aan auteurslezingen doe ik evenmin, ik schrijf digitaal, door elkeen vrij te zien op 't internet en doe aan YouTube waar je me 481 keer kunt aanklikken. Sommige van die YouTube-filmpjes zijn als auteurslezingen waar nauwelijks iemand naar afzakt. Er zijn ook succesnummers. Vijf jaar geleden maakte ik er een Dichterlijke hitparade van, een top-tien. Vandaag doe ik het nog eens: startend op nummer tien, tot de absolute top die tienduizenden keren werd aangeklikt. (Flor Vandekerckhove)

10. De boerin uit West-Vlaanderen en de kersentijd verhaalt het avontuur van een West-Vlaamse die naar Cuba uitwijkt en daar met haar boerenverstand het heft in handen neemt.Gezakt van 4 naar 10, maar toch nog in de top.  (623) 

9. Nieuw in de top-10 is Zeemansverlangen. (632) De pianomuziek op de achtergrond wordt gevormd door willekeurig aangeslagen toetsen op de piano. De GIF’s zijn van Bill Domonkos. 


8. Vijf jaar geleden nog op 1, nu gezakt naar 8: Karel, de stichter van Bredene-Duinen (697) In dat poëtische verhaal laat ik me inspireren door een bekend standbeeld in de wijk waar ik woon. Kijk maar, er staat niet wat er staat: It's poetry stupid! 

7. Geklommen van 10 naar 7. Ensor en zijn bende in Oostende 818. Het poëtische verhaal bezingt de Oostendse kunstscene, verzameld rond het graf van grootmeester James Ensor. De foto’s van een vernissage waarop Avondgenoegen present tekende, werden gemaakt door wijlen Eric Stuckmann. 

6. Eén plaats gestegen, van 7 naar 6: Rode mustangs en mannen met een zwarte moustache. (830) Paul van Vliet zingt over meisjes van dertien: ‘te groot voor de poppen, te klein voor de kerels’. Vooruit, zei ik tegen mezelf, laat me daar eens een jongensversie van maken. 

5. Gestegen van 8 naar 5: Elk z’n goeienavond (914). beantwoordt Arno’s supermooie song Oostende bonsoir. De beelden selecteerde ik uit advertenties die het gebruik van alcohol promoten. Erg toepasselijk. 


4. Stond vijf jaar geleden nog op 3 en is een plaatsje gezakt: De plechtigheid (953) maakt u deelgenoot van een confrontatie tussen jonge vissers en marinesoldaten. Plaats van de handeling: Oostende. Periode: midden vorige eeuw. 

3. Ook voor het eerst in de top-10. (1700) Een driezinnenverhaal gebaseerd op mijn ervaringen als scheepshersteller, met name het openingsverhaal van mijn veelgelezen experimentele boekje 2honderd 3zinnenverhalen & 1liners

2. Nu voor het eerst in de top 10. Mijn vriendin Delphine Lecompte (1800), een ode aan Vlaanderens grootste dichteres. 



1. De absolute top is Tepelklem. 35222 views. Laat de erotiek ervan een genoegen zijn, voor haar, voor hem. 

maandag 29 december 2025

Oud worden voor beginners (7)

’t Is een reeks die ik een beetje uit het oog verloren was, ‘Oud worden voor beginners (6)’ dateert al van 22 juli. In 'Oud worden voor beginners (5)’ vertelde ik over het liefdesverhaal van A.L. Snijders en Ineke Swanevelt, een jonge liefde op hoge leeftijd. Ineke Swanevelt reageerde inmiddels uitgebreid op die post, je moet eens kijken: klik hier. Het opengesperde oog van de veelzijdige Alejandro Jodorowsky (foto) herinnert me er nu aan dat ik de reeks  met zijn gedicht moet verderzetten. (Flor Vandekerckhove)


En zoals steeds: ik ben geen professionele vertaler, verre van. En er is altijd meer dan één manier om een gedicht te vertalen. Wie suggesties heeft om de vertaling te verbeteren, mag me die altijd laten weten. Mail naar liefkemores@telenet.be.

zondag 28 december 2025

Ik wil u iemand voorstellen

Christine Pire en Edwin Wets in Femme Fatale Revisited. Inzet: de cartoon die deze post op gang trok. 


EEN TERUGGETROKKEN leven heeft voordelen die ik enthousiast omarm, er zijn ook ferme nadelen. De afstand tot de wereld groeit en op den duur weet je niet meer wat zich daar afspeelt. Zoals ook nu weer. Christine Pire stuurt me een cartoon, een kerstkaartje, ingekleurde tekening, waarop ik haar meteen herken en ook Edwin Wets, haar tegenspeler in Femme Fatale Revisited (FFR). 
‘Wie heeft die cartoon gemaakt?’ vraag ik Christine. 
‘Edwin Wets natuurlijk,’ antwoordt ze.
‘Zo,’ zeg ik, ’is die Wets een cartoonist?’
‘Bwaah neen,’ zegt Christine, ‘ik zou eerder zeggen, een rocker.’
Waardoor ik me realiseer dat ik waarlijk niets over die mens afweet, iemand die een hoofdrol speelt in een stuk dat ik geschreven heb, mijn beste toneelwerk ooit trouwens. 
‘Heb jij die cartoon gemaakt?’ vraag ik Wets. 
‘Neen,’ zegt hij, ‘dat heeft ChatGPT gedaan.’
‘Ben je een rocker?’ vraag ik.
‘Rocker? Ik ben zanger bij rockband Moby Dickhead die vorig jaar heropgestart werd.’  Al wat Edwin Wets zegt is nieuw voor mij: ‘Ik speelde voor het eerst toneel in 1990. De rol van nar in FFR was voor mij de meest voldoening gevende ooit. Zang, beweging, emotie, humor en een stevige portie gekheid… Het kwam allemaal samen. Christine is een echte kracht op en naast het podium, door met haar te spelen werd ik beter. De tekst zat ook sterk in elkaar.’
‘Ja’, zeg ik, gespeend van nederigheid,
 ‘dat laatste is zeker waar.’
Weer naar Christine. ‘Dat is nogal een kerel zeg, die Edwin Wets.’
‘Ge hebt geen idee,’ antwoordt ze, ‘Hij is een getalenteerd zanger/acteur. Hij was niet vertrouwd met het Franse chanson, maar vond meteen de tweede stem in onze samenzang in FFR. Hij was trouwens erg ontroerd toen we de laatste keer FFR brachten. Volgend jaar in mei spelen we weer samen in een regie van Rik Vanovenberghe: Het Bezoek van de Dame, van Friederich Dürrenmatt.’ 
Moe van zoveel digitaal sociaal contact trek ik me terug in mijn vuurtoren, blij dat ik weer een steentje verlegd heb in de rivier van mijn nauwelijks gelezen oeuvre. (Ik voel dat ik nog iets aan die slotzin moet doen.)
Flor Vandekerckhove

Femme Fatale Revisited werd in cultuurcentrum De Grote Post opgevoerd (29, 30, 31 mei, 1 juni) met Christine Pire als gepassioneerde femme fatale, Edwin Wets als dolgedraaide nar en Ron Vanderstraeten als reporter ter plaatse. Jean-Marie Missiaen was machinist. Er was ook een bus vol schone vrouwen. Regie: Christine Pire.
De theatertekst Femme fatale revisited werd uitgegeven door De Lachende Visch, als creative commonsDie tekst mag voor niet-commerciële doelen vrij gebruikt worden als de naam van de auteur vernoemd wordt. Het e-boekje (56 pp, pdf) is gratis beschikbaar voor wie erom vraagt. Wie het per kerende in de mailbox wil vinden, mailt sofort naar liefkemores@telenet.be.


zaterdag 27 december 2025

Jeffrey Epstein had echt overal een poot in huis

Twee merkwaardige foto’s uit het onderzoek naar pedocriminele financier Jeffrey Epstein. Ze behoren tot de achtenzestig die in december vrijgegeven werden, Links: pedocriminele financier Jeffrey Epstein en Noam Chomsky; rechts: de ultranationalistische MAGA-figuur Steve Bannon en Noam Chomsky. De foto’s zijn niet gedateerd. 


NOAM CHOMSKY (97) is niet alleen een bijzonder slimme mens, professor en taalkundige, hij is ook anarchist en een onverbiddelijke criticus van de Amerikaanse buitenlandse politiek. Wie het Amerikaanse imperialisme bekritiseert kan niet om Chomsky heen. Bij ons worden zijn boeken uitgegeven door EPO.
Chomsky had ook, weten we nu, contact met Jeffrey Epstein († 2019), steenrijke investeerder die omwille van zijn partouzes in de jail terechtkwam, waar hij zichzelf van kant maakte. Nu werden stapels documenten vrijgegeven, waaronder achtenzestig foto’s die aantonen dat mensenhandelaar Epstein overal een poot in huis had, ook ten huize van Noam Chomsky.
Nieuwsgieren gaan in die documenten vooral op zoek naar tekens die aantonen dat notoire schuinsmarcheerders als Bill Clinton, Donald Trump en de Britse (gewezen) prins Andrew het op die parouzes met minderjarige meisjes deden. Niemand beweert dat Noam Chomsky zich daartoe verlaagd heeft. Wel blijkt dat hij en de mensenhandelaar contact onderhielden, ook nadat Epstein in 2008 al een eerste keer veroordeeld werd voor het ronselen van een minderjarig meisje voor prostitutie. Die bewering steunt op een supporterende brief voor Epstein, toegeschreven aan Chomsky, met de aanhef ‘to whom it may concern’. De steunbetuiging is niet gedateerd, maar bevat een ‘getypte handtekening’  (‘a typed signature’) met Chomsky's naam en een vermelding van zijn functie aan de Universiteit van Arizona, functie die hij in 2017 accepteerde: ‘Ik heb Jeffrey Epstein een half dozijn jaar geleden ontmoet’, luidt het in de steunbetuiging. ‘Sindsdien hebben we regelmatig contact gehouden, met vele lange en vaak diepgaande gesprekken over een zeer breed scala aan onderwerpen, waaronder onze eigen specialismen en professionele werkzaamheden, maar ook tal van andere onderwerpen waar we gemeenschappelijke interesses in hadden. Het is een zeer waardevolle ervaring voor mij geweest.’ De brief prijst Epstein omdat hij Chomsky ‘de fijne kneepjes van het wereldwijde financiële systeem’ had bijgebracht op een manier die ‘de zakenpers en vakbladen’ niet hadden gekund. Jeffrey werd, zo besluit de brief, al snel ‘een zeer gewaardeerde vriend en een regelmatige bron van intellectuele uitwisseling en stimulering.’ 
Ik hou een slag om de arm, in deze tijden van alternatieve feiten en trucs met artificiële intelligentie weet je nooit. Maar als we echt zien wat we menen te zien, leert het ons dat er een wereld van ‘ons kent ons’ bestaat, waarvan wij, hier beneden, geen benul hebben, wereld waarin bijvoorbeeld Chomsky aan bijvoorbeeld Steve Bannon een goede mop vertelt en waarbij die laatste schuddebuikt van ’t lachen.
Zelf hou ik me ver van het debat dat sindsdien op sociale media 
rond Chomsky tiert, ik ben daarvoor een te groot aanhanger van Jean Gabins levensfilosofie Maintenant Je Sais. Maar wie er zin in heeft, vindt een interessante bijdrage tot dat debat in Chomsky Reassessed van Michael Albert. 
Toch dit nog. In 1988 engageerde ik me om in Oostende Het Visserijblad uit te geven. Ik was nog geen journalist en ik heb toen enkele jaren alles gelezen wat ik over de stiel te pakken kon krijgen. In een boek van toenmalig hoofdredacteur van Le Monde onderstreepte ik: ‘(…) is het, om te informeren, niet alleen nodig om mensen te ontmoeten, maar ook om met hen om te gaan? Is het, om de intenties van de machtigen te kennen, nodig om vriendschap met hen te sluiten? Is het, omdat het leven geen priesterschap is, nodig om financiële banden met hen te onderhouden (…)' (°)
Flor Vandekerckhove

(°) 1994, Edwy Plenel, Un temps de chien, uitg. Stock. 187 p. 
Meer in Over identiteit.
(De vertaling van de citaten is van Google.) 

vrijdag 26 december 2025

Hoe mensen uit uw blik verdwijnen

De foto komt uit The Wisdom of Travel: Insights from Wanderers. Ik vind daar geen info die me naar de fotograaf leidt, maar Maurice Vanbellinghen zegt me dat de foto van Roberto Di Patrizi is.


PRAKKISEREND over wat ik dit jaar op kerst ging posten, overliep ik mijn vroeger al gepubliceerde (anti-)kerstverhalen. Mijn oog bleef haken aan ‘Nodig een eenzame uit’ (20 december 2016): ‘Onderweg kom ik altijd weer dezelfde mensen tegen: de dikke man; de jonge vrouw met het hondje; de oude man met de rollator; de Brusselse buurman… Het zijn eenzaten zoals ik. De jonge vrouw en ik knikken elkaar toe, altijd hetzelfde knikje; de rollatorman stopt voor een babbel, altijd dezelfde babbel; de dikke man kijkt me nooit aan, dat vind ik vreemd, net zoals ik het vreemd vind dat hij zo dik blijft zijn, je zou denken, van al dat wandelen… De Brusselse buurman is ver in de tachtig en zijn hondje is in hondenjaren nog ouder. Dat wil zeggen, wás, het is onlangs overleden. De Brusselse buurman maakt nu de wandeling zonder hondje.’  
We zijn nu negen jaar verder en dit is wat me vandaag overvalt: geen van al die mensen zie ik nog. De dikke niet, de jonge vrouw niet, de man met de rollator niet, en wat me nog het meeste schokt, de Brusselse buurman niet. Hoelang geleden zijn ze uit mijn blik verdwenen? Maanden? Jaren? Geen idee. Zo zal het ook mij vergaan. Op een dag valt het u op dat De Laatste Vuurtorenwachter u niet langer verveelt. Hoelang geleden is ’t dat hij uit uw blik verdwenen is? Maanden? Jaren? Geen idee.
Flor Vandekerckhove

Velerlei maquis (2024, 32 p.) is een essay waarin ik een periode uit het het werk van Charles Baudelare, Paul van Ostaijen en Bob Dylan belicht, meer bepaald de tijd waarin ze hun werk in het verborgene (het maquis uit de titel) produceren. Zoals al de e-boeken van uitgeverij De Lachende Visch is ook dit essay gratis voor wie erom vraagt. Er is een PDF-versie en het is ook beschikbaar in EPUB. Je kunt bestellen via liefkemores@telenet.be. De Weggeefwinkel zorgt ervoor dat het in je mailbox valt. (Vermeld titel en welke versie je verkiest, pdf of epub.)

donderdag 25 december 2025

Het kerstfeest der vissers

Aan Het kerstfeest der vissers werd in De verhalen (°) ook de tekening toegevoegd.

GEMEENTEDIENSTEN, commerçanten, chefkoks, charmezangers, pastoors… Al in november halen ze kerstbollen, tierelantijnen, kribben, engelenhaar, schuimsneeuw en kerstmutsen uit hun magazijnen. Sparren, glitter, kerststallen, kerstmannen, rendieren, muzak… Aan kerst valt niet te ontkomen. Ook door mij niet, al probeer ik er elk jaar wel vernuftig omheen te fietsen. 
Dit jaar haal ik dat vernuft uit het mooiste Nederlandstalige kerstverhaal ooit, Kerstfeest der vissers van Joop Waasdorp (°1917 - 1988†). (°)
Een schoolklas krijgt opdracht iets rond kerst te tekenen. Zoals ik het moeilijk heb met kerst, zo heeft de verteller het op school moeilijk met tekenen. Hij maakt er zich zich gemakkelijk vanaf en is er dan ook als eerste mee klaar.
(…) toen ging ik met mijn werkstuk naar onze tekenleraar. Hij nam de grote blauwe vlakte van mij aan en bekeek hem een poosje aandachtig.
‘Dat blauw,’ vroeg hij. ‘Wat is dat eigenlijk?’
‘Dat is de zee,’ zei ik.
Hij bracht de tekening dichter naar zijn ogen en las hardop de woordjes in de rechter bovenhoek: Het kerstfeest der vissers.
‘Waar zijn die vissers?’ informeerde hij.
‘Aan boord,’ zei ik.
‘Aan boord?’ vroeg hij. ‘Aan boord waarvan dan?’
‘Aan boord van dat schip,’ zei ik en ik wees met mijn wijsvinger het stofje aan.
Onze tekenleraar keek een hele poos naar dat nietigheidje, toen snel even naar mij en vervolgens weer op het blauwe papier. Zo bleef hij tamelijk lang zitten turen. Ineens deed hij iets wat ik nog nooit aanschouwd had: hij nam zijn pet af. Die pet, die koekenpan, nam hij echt en werkelijk van zijn hoofd. En terwijl hij hem omgekeerd vasthield, zodat de voering te zien was, zei hij: ‘Daar neem ik mijn pet voor af!’
En voor wie zo kan schrijven… Daar neem ik dan weer mijn pet voor af, ook een koekenpan, in mijn geval een baret.
Flor Vandekerckhove

(°) Het Kerstfeest der Vissers (1988) staat in Joop Waasdorp. De Verhalen. 2013. Uitg. J.M.Meulenhoff. In dbnl staan twee lange, goedgeschreven besprekingen van het werk van Waasdorp, beide van Eddy Mielen: De kunst van Joop Waasdorp en Een verkenning van het werk van Joop Waasdorp. Zelf heb ik al twee keer over het werk van deze mens geschreven in Joop Waasdorp vertelt waarlijk àlles en in Ooit had ik een boot.

woensdag 24 december 2025

Een fait divers op kerstavond

Het verste dok, de verste kaai, de verste meerpaal. Wat zich daar al niet afspeelt, in een scheepsruim!


Kerstavond 
het mastlicht verdwijnt en toont zich weer
en weer
tot het blijft stille staan
zes sigaretten lang wacht ik op wat komen gaat
en wanneer het niet komt
stap ik aan boord
gewapend met mijn perskaart 
waag ik me op de loopbrug rond de motor 
de hitte van het motorruim slaat mij in 't gezicht
achter de werkbank in de verste hoek zie ik
een jong koppel
tussen olie en smeervet
brengt de vrouw het kind ter wereld
het mastlicht dat ik volgde
het paar
het kind
de warmte van de scheepsmotor
mensen zonder papieren
en kerst als fait divers

Kerstavond is proza in versvorm, afgekort provovers⇲ (mv. provoverzen, de beoefenaar ervan is een provoversaal.) Dit zijn de regels: (1) inhoudelijk is het een klassiek verhaal: protagonist, conflict, uitkomst; (2) dat verhaal telt exact honderd woorden, titel niet inbegrepen; (3) de titel van het provovers bestaat uit één woord, nooit een eigennaam; (4) leestekens ontbreken, alsook kapitalen (behalve als het een eigennaam betreft); (5) de lijnafbrekingen zijn dermate georganiseerd dat ze het lezen faciliteren. De Lachende Visch publiceerde een verzameling soortgelijke provoverzen in GESPREKKEN MET POLLEKE. Zoals alle e-boeken van De Lachende Visch is ook GESPREKKEN MET POLLEKE (129 bladzijden) gratis voor elkeen die erom vraagt. Schrijf naar liefkemores@telenet.be (vermeld de titel, zeg of je pdf verkiest of epub) en vind het boek meteen in uw mailbox.

dinsdag 23 december 2025

Blankenberge variant van een universeel verhaal



Blankenberge — TOEN IK JONG was en stijf stond van testosteron, trok ik naar de dijk, om daar een vrouw te zien die me al in vervoering brengen kon door alleen maar met d’r haar te schudden. In gedachten zat ze achter me op de chopper en gaven we de wind vrij spel, een spoor van feromonen achterlatend. Obers staakten ’t werk, verkopers de verkoop, drinkers ’t drinken… Iedereen keek ons in ’t passeren na. De wind schroeide mijn okselharen, terwijl ik met vaste hand de stang omklemde. En zij mijn bast. Nooit eerder waren we zo geil geweest. Tot zover mijn gedachten. Ik stapte heel de dijk af en zag haar nergens. Onverrichter zake keerde ik terug naar huis. En bij ’t verlaten van de dijk hoorde ik achter me de spot van de Roeschaard — roes, roes, roes. (Flor Vandekerckhove)

In Langs Vlaamse wegen breng ik verslag uit van een reis langs de grenzen van het graafschap Vlaanderen. Daar ga ik telkens op zoek naar de Vlaamse identiteit. Zoals alle e-boeken van uitgeverij De Lachende Visch is ook Langs Vlaamse wegen gratis voor elkeen die erom vraagt, ’t is een gift van de schrijver aan zijn lezers. Het boekje (2021, e-boek, pdf, 70 bladzijden, met een voorwoord van Jan Loones) ligt klaar in De Weggeefwinkel. Doe het meteen via liefkemores@telenet.be (vermeld de titel) en het boek ligt meteen in uw mailbox.

maandag 22 december 2025

Inspirerende biografieën

Links: Een illustratie van Koenraad Tinel bij Babels verhaal De zonde van Jezus. Rechts: de foto van Diane Arbus waarover Jerome Charyn het heeft.


‘Het gesprek met Mark Schaevers (…) was wel het meest bijzondere dat ik al mocht voeren. We spraken over de uitdagingen waar je als biograaf voor staat, de keuzes die je maakt, de verrassingen op je pad, de pen die nu en dan discreter wordt terwijl waarheid de leidraad blijft. Zo kwam Mark met een citaat, van weer een andere biograaf, dat je over de levende verwanten moet schrijven alsof ze dood zijn. Had hij dat gedaan, omtrent Claus? En ik, omtrent Michiels? (…) op de eerste rij zat Rik Van Gorp, jonge negentiger, lang geleden ons beider professor Europese Letterkunde. Hij had onze boeken gelezen en sprak ons toe over de biografie als open genre, en dat we het elk op onze manier hadden gedaan. (…)’ (°)
Sigrid Boussets boek over Ivo Michiels (°°) maakt duidelijk dat er meer dan één manier is om een biografie te schrijven. Het is een ‘open genre.’ Je kunt zo’n boek met grote afstandelijkheid schrijven, zoals Matthijs de Ridder dat doet in zijn De dichter die de wereld wilde veranderen. (°°°) Daar tegenover staat de biograaf die grote betrokkenheid demonstreert zoals Nick Tosches in zijn Hellfire. (°°°°)
Over Isaak Babel heb ik twee biografieën in huis. De eerste is afstandelijk (°°°°°), de tweede betrokken. (°°°°°°) Over dat eerste boek schreef ik eerder Kan je verhalen wissen met een nekschot. Nu iets over 't tweede.
Wanneer biograaf Jerome Charyn op A Jewish Giant at Home with His Parents in the Bronx, N.Y
stoot, foto van Diane Arbus, denkt hij meteen: ‘Babel had de nieuwsgierigheid van Diane Arbus, dat gevoel van vertrouwdheid met het onbekende, een verlangen om te zoeken naar wat vreemd of nieuw was … en dat te vertalen in een reeks beelden die als momentopnamen in voortdurende beweging waren. Hij had de reus geweldig gevonden, zich helemaal thuis hebben gevoeld in het appartement van zijn ouders in de Bronx, hij die de hele planeet in een sprookje vol waterspuwers had kunnen veranderen – zo “zat” zijn blik op de dingen. (…)’ 
Dat is een hoogst subjectieve vergelijking en ik kan me voorstellen dat velen daar anders over denken. Maar wat hij zegt is wel inspirerend. Hij laat me teruggrijpen naar de Babeltekeningen van Koenraad Tinel die Babels personages op zijn eigen manier uitvergroot. (°°°°°°°) Naast Babels woorden — ‘Als kamermeisje in een hotel loop je met je rokken omhoog. Wie hier ook zijn tenten opslaat, hij is je heer en meester, om het even of het een jood is of wie ook.’ — plaatst Tinel een extreem spetterend meisje, een reus op haar eigen manier.
Flor Vandekerckhove

(°) Uit een FB-bericht van Sigrid Bousset.
(°°) Sigrid Bousset. Wat ik haar niet vertelde. 2025. Uitg. De Bezige Bij. 480 p. 
(°°°) Matthijs de Ridder. Paul van Ostaijen. De dichter die de wereld wilde veranderen. 2023. Querido. 704 p.
(°°°°) Nick Tosches. Hellfire. Het levensverhaal van Jerry Lee Lewis. Vertaling Gideon den Tx. Uitgeverij Ben Bakker. 1990. 258 p. 
(°°°°°) Adrien Le Bihan. Isaac Babel, L’écrivain condamné par Staline. 2015. Paris, ed. Perrin. 343 p. 
(°°°°°°) Jerome Charyn. Savage Shorthand. The Life and Death of Isaac Babel. 2007. Random House. 
(°°°°°°°) Koenraad Tinel. Tinel tekent Babel en Singer. 2022. Uitg Oogachtend. 182 p.

Uitgeverij De Lachende Visch presenteert Vanaf de vuurtoren, bundel met vijftig korte essays van Flor Vandekerckhove: ‘Kort zijn ze zeker, maar zijn het ook essays?’ Zoals alle e-boeken van uitgeverij De Lachende Visch is ook Vanaf de vuurtoren gratis voor elkeen die erom vraagt, ’t is een gift van de schrijver aan zijn lezers. De bundel (e-boek, pdf of epub naar keuze) ligt klaar in De Weggeefwinkel. Doe het meteen via liefkemores@telenet.be (vermeld de titel en zeg pdf of epub) en het boek ligt meteen in uw mailbox.

zondag 21 december 2025

Leonard Bernstein: ’Als ik het met hem oneens ben, waarom doe ik het dan?’

Links: dirigent Leonard Bernstein, rechts pianist Glenn Gould.


IN Absolutely on music (°) hebben Haruki Murakami en Seiji Ozawa het ook over Brahms’ Piano Concerto no. 1, opvoering uit 1962. Leonard Bernstein was toen dirigent, Glenn Gould was de solopianist. Ozawa weet er alles van, hij was erbij betrokken als reservedirigent.
Omdat vernuftige computertechnieken me toelaten verder in dit e-boekje te lezen en tegelijk op de Mac naar het concerto te luisteren, beleef ik een totaalervaring. Misschien doe jij dat ook als je klikt op Hear the Famously Controversial Concert Where Leonard Bernstein Introduces Glenn Gould & His Idiosyncratic Performance of Brahms’ First Piano Concerto (1962). Daarop staat ook de erg geestige, voorafgaande speech van Bernstein, waaruit ik met de hulp van Google een stukje vertaal: 
‘U staat op het punt een nogal, laten we zeggen, onorthodoxe uitvoering van het Brahms-concert in d-klein te horen, een uitvoering die duidelijk verschilt van alles wat ik ooit heb gehoord (), met zijn opmerkelijk brede tempi en de frequente afwijkingen van Brahms' dynamische aanwijzingen. Ik kan niet zeggen dat ik het helemaal eens ben met de opvatting van Gould, en dit roept de interessante vraag op: “Waarom dirigeer ik het dan?" Ik dirigeer het omdat Gould zo'n waardevolle en serieuze kunstenaar is dat ik alles wat hij te goeder trouw bedenkt serieus moet nemen, en zijn opvatting is interessant genoeg opdat 'k zou vinden dat u die ook moet horen. ()’
(°) Haruki Murakami. Absolutely on Music. 2017. Gesprekken met dirigent Seiji Ozawa (†). Uitg. Knopf Doubleday Publishing Group. 320 p. Ook dit citaat van Murakami komt uit dat boek: ‘() je kunt niet goed schrijven als je geen oor voor muziek hebt. () het belangrijkste bij schrijven? Het is ritme. Niemand gaat lezen wat je schrijft als er geen ritme in zit. Het moet een innerlijk ritmisch gevoel hebben dat de lezer voortstuwt. ()’  
In 2023 schreef ik Over schrijverschap, een vergelijking tussen de schrijfpraktijk van Haruki Murakami en die van mij. 23 p. Net als alle e-boeken van De Lachende Visch is ook dit essay gratis (beschikbaar in pdf en EPUB). Mail erom (zeg pdf of epub en vermeld de titel): liefkemores@telenet.be.