dinsdag 25 maart 2025

Artiest ontmoet kunstminnende mensen

Links Frank Van den Berghe in Huize St Bonaventura, 23 maart 25. Midden: Frank en Charles Van den Berghe werken aan een folkloristische figuur n.a.v. de nog steeds bestaande Lichtstoet in Ledeberg. De foto toont waar Frank Van den Berghe de mosterd haalde (met dank aan Raf Dobbelaere voor de foto, vermoedelijk eind jaren zestig) Rechts: Kunstwerk van Frank Van den Berghe, in 2014 geëxposeerd in Huize Bonaventura, 'Kring' - Hout en gelaagd materiaal - 2014/15 - 57x30x4 cm.)


DE WERELD VAN de beeldende kunsten is — meer nog dan die van de literatuur — ook een sociaal gebeuren. Daar bestaat een infrastructuur voor, de galerie, en er is een regelmatig terugkomend evenement waarop dat sociale hoogtij viert, de vernissage. Christine Adam van Huize St. Bonaventura spreekt terzake over ‘de ontmoeting van artiesten en kunstminnende mensen.’ 
Zelf neem ik daar niet langer aan deel, als schrijver niet aan deze van de literatuur — ik ben meer zoals Russell Edson — en als ‘kunstminnende mens’ niet aan deze van de beeldende kunsten. Ouder wordend ben ik niet alleen minder beweeglijk geworden, maar vooral minder sociabel. Dat ik op zondag 23 maart toch present teken op zo’n vernissage betekent dus wel iets. (°) Vóór we het tijdelijke voor het eeuwige wisselen wilde Ik kunstenaar Frank Van den Berghe nog een keer zien. Niet dat we op sterven liggen of zo, maar hij is van 1946 en ik van 1949, lang kan het nu niet meer duren, niet met het leven dat wij geleid hebben. 
Van den Berghe is niet zonder betekenis in mijn leven. Er is een tijd geweest dat we veel met elkaar optrokken, we waren collega’s, makkers, vrienden zelfs. Hij was al een artiest toen ik hem in 1971 leerde kennen en hij heeft me geleerd wat kunst is, waarvoor ik hem tot vandaag dankbaar ben — iets wat ik hem nog wilde zeggen voor we er de brui aan geven.
Wanneer zo’n vernissage slaagt, tekent daar zoveel volk present dat je 't zicht op de kunstwerken verliest. Dat is ook hier het geval, ik mankeer ruimte om te fotograferen wat ik u wil tonen. Geen nood, ik vind elders wel iets, want alhoewel het van 1981 geleden is dat ik zijn werk gezien heb, herken ik het meteen, ’t is altijd kunst die Christine Adam even bondig als correct omschrijft als eenvoudig, universeel en monumentaal in kleinheid. ’t Is ook werk dat nergens naar verwijst dan naar zichzelf. Spontaan denk ik aan Susan Sontags Against Interpretation en aan Waarom Chopin de regen niet wilde horen, waarna ik me afvraag of het daardoor komt dat ik nergens een gedegen monografie over Frank Van den Berghe vind. Wordt een kunstenaar ook niet herinnerd door wat erover geschreven wordt? Ligt hier geen taak voor zo'n ‘kunstminnende mens’? Terwijl ik me een weg tussen hen baan, dringt zich een van mijn dada’s op: wie in de voetsporen van een ouder treedt, heeft een voorsprong op anderen die alles zelf moeten vinden. ’t Is een stelling ter grootte van een open deur, maar daarom niet minder waar. Eerder heb ik dat al geïllustreerd met werk van vader en zoon Topor, met de schrijvers in de familie Van het Reveen vooral in een essay waarin ik het schrijverschap van Haruki Murakami met het mijne vergelijk. (°°) 
Waardoor ik in dit stukje ook aan Charles Van den Berghe (°1910 - 1983†) herinner, vader van Frank; geen kunstenaar, maar een schrijnwerker-meubelmaker, vakman, destijds ook collega in het bedrijf waar ik Frank heb leren kennen. Daar in Ledeberg, in het atelier van de Weldadigheidsstraat, heb ik gezien hoe Frank Van den Berghe de tactiliteit van materialen van huis uit meekrijgt, gift die hij vervolgens tot grote kunst verheft. 


Beeldende kunst is ook een sociaal gebeuren. Op de vernissage in Huize Bonaventura ontmoetten oud-collega’s elkaar, ze werkten ooit samen in Ledeberg, in Speurder, filiaalbedrijf gespecialiseerd in de verkoop van binnenhuisdecoratie. Van links naar rechts: Flor Vandekerckhove, verantwoordelijk voor de reclame; Rudy van Driesch, lid van de schrijnwerkersploeg; Annemie Seynaeve, directiesecretaresse en Frank Van den Berghe, vormgever.


(°) Huize St. Bonaventura stelt nog tot 13 april werk tentoon van Frank Van den Berghe, op zaterdagen van 15 tot 19 uur en op zondagen van 11 tot 19 uur. Provenierstraat 51, 9000 Gent. 09 223 19 95 en 0479 46 96 11 - e-mail: chr.adam@skynet.be⇲ - website www.huizebonaventura.be⇲. 

(°°) Haruki Murakami en ik Over schrijverschap. Essay. 2023. Uitgeverij De Lachende Visch. 23 pp. Zowel verkrijgbaar in pdf als EPUB. Zoals al de e-boeken van uitgeverij De Lachende Visch is ook dit essay OVER SCHRIJVERSCHAP gratis voor wie erom vraagt. Ernaar vragen doe je via liefkemores@telenet.be. De Weggeefwinkel zorgt ervoor dat het dezelfde dag nog in je mailbox valt. (Vermeld ‘Over schrijverschap’ en zeg ook of je pdf dan wel EPUB wilt ontvangen.) 

maandag 24 maart 2025

Je mag het niet gedroomd hebben

altijd dezelfde wandeling en altijd dezelfde weg maar terwijl ik die dag
diezelfde wandeling aan ’t wandelen ben draait de zon zich plotsklaps
en onaangekondigd in één beweging tien keer rond zijn as en kom ik
in een wereld terecht die daardoor onherkenbaar anders is geworden

terwijl ik die wandeling aan ’t wandelen ben en naar mijn schoenen kijk
die geel geworden zijn van de ozon die door die massale zonnewende 
‘k weet niet wat geworden is en meeuwen hoor die elkaar toeschreeuwen
boven ’t hels gedruis van golven die opeens goed op colabubbels lijken

en ik me afvraag of ik voortaan tijdens mijn dagelijkse wandeling door
die colabubbels waden moet en nog terwijl ik dat aan ’t overdenken ben
zie ik dat de einder niet langer de einder is maar een streep muziek
die verdacht goed lijkt op viva bomma patatten met saucissen en sala

wat tot heel wat overwegingen leidt want die wandeling wordt alzo iets
heel anders terwijl ze voor mij toch dezelfde wandeling moet blijven
iets wat ik ook in de toekomst dagelijks op hetzelfde uur wil aanvatten 
iets wat ik tot in de eeuwen der eeuwen hoop over te doen maar wanneer

ik na de wandeling weer thuis kom schop ik de geel geworden schoenen
uit en om de geur van colabubbels weg te spoelen draai ik de douchekraan
open en in de spiegel zie ik dat ik een gokchinees geworden ben begiftigd
met nieuwe capaciteiten waar ik geen raad mee weet en er is nog iets want 
op mijn linkeroor ben ik een beetje doof geworden

Flor Vandekerckhove

zondag 23 maart 2025

De Opex in de mens herkennen (en over vooringenomenheid)

Kris Verdonck maakte een aantal portretten waarin hij de Opex-in-Flor probeert te vatten. Op de eerste foto maakt mijn dochter Marijke daar een artist impression van, op de tweede foto toon ik met proletarische trots een ontbrekende tand.

AAN DE ZITBANK, nabij de vuurtoren, waar ik graag verpoos, passeren ze allemaal. Ik herken wie in de sjieke nieuwbouw van de Oosteroever woont, ik onderscheid hen van wie van de Opex komt. Kleren, gestes, manieren, oogopslag, taal… Een vrouw met hondje komt naast me zitten, ik herken meteen de Opex, kapsel, parfum, de manier waarop ze gaat zitten… ik hoor het wanneer ze me zegt dat het mooi weer is, het feit alleen al dat ze tegen me spreekt. Er nadert een habitué, dokwerkerssnor, zware mens, trainingsbroek, slordig haar dat onder de cap uitsteekt, ik zie er een harde werker in, een die omwille van karaktergebreken aan de drank geraakt is en vervolgens in de steun, hij laat me denken aan een biermerk dat niet langer courant is, export. Onmiskenbaar Opex. De vrouw zegt hem in soortement Oostends Frans dat het mooi weer is. De dikke man antwoordt in het mooiste academisch Frans dat ik ooit gehoord heb. Een schrijvelaar zou hier iets aan toevoegen, iets over vooringenomenheid, maar ik niet. Ik sta op en vat de terugweg aan. Op de Spinoladijk voel ik een pril lentezonnetje op mijn rug en de oostenwind in 't gelaat, op ’t strand ligt nog steeds de zeehond die daar in ’t doorgaan ook al lag.
Flor Vandekerckhove

zaterdag 22 maart 2025

Donald Trump tekent elke dag beter

wat donald trump ons leert is dat alles knarst als niets nog gesmeerd loopt


 
MIJN ONELINERS (altijd 17 lettergrepen, geen kapitalen, geen leestekens) en driezinnenverhalen zijn experimenten in het maken van extreem korte verhalen. In het e-boekje 2HONDERD 3ZINNENVERHALEN & 1LINERS verzamel ik er zo 200. Het boekje heeft als bijkomende plus dat je elke titel kunt aanklikken, de link leidt je dan naar een video waarin het verhaal geïllustreerd wordt en ook te horen/zien valt, 200 YouTube-producties in totaal. EN DAT ALLES IN 1 BOEKJE ! Zoals alle digitale publicaties (pdf en EPUB) van De Lachende Visch is ook 2HONDERD 3ZINNENVERHALEN & 1LINERS gratis. Mail erom en je bestelling wordt meteen aangepakt door de juffrouwen van De Weggeefwinkel. (Vermeld de titel: in dit geval ‘200’, dan begrijp ik het wel.): liefkemores@telenet.be.

vrijdag 21 maart 2025

Literatuur en de rafelranden van de geschiedenis

Rechts: Kathelijn Vervarcke.

JE MOET ER vroeg aan beginnen en je moet ook meteen de wereld willen veroveren. ’t Is over kunst & literatuur dat ik het heb en over de manier om daarmee maatschappelijk iets te betekenen. In de beeldende kunsten is William Sweetlove een goed voorbeeld, in de literatuur Hugo Claus. Beiden jong begonnen, beiden met ‘wereldveroverende’ pretentie. Claus bereikt er de maatschappelijke top mee en Sweetlove exposeert wereldwijd: New-York, België, Korea, Duitsland, Nederland, Zweden, Dallas, Turkije, Miami, Frankrijk, China, Italië, UK, Hong Kong, Luxemburg, Zwitserland…
Wie laat begint (zoals ik) of wie vroeg begint en niets wil veroveren (zoals beeldend kunstenaar Frank Van Den Berghe⇲ [°1946]) zal met zijn kunst- of schrijfpraktijk nooit van maatschappelijke betekenis zijn. Voor hen — voor mij! ligt de betekenis uitsluitend in de diepte van ’t creëren zelf: ’t moet goed zijn, de rest is onze zaak niet. Dat is iets wat veel beoefenaars niet begrijpen, ze geven de voorkeur aan een praktijk waarin de echte wereld geïmiteerd wordt, zoals ik het al heb beschreven in Over schrijvers en wielrenners. Veelal levert het een kwalijk dilettantisme op, schrijver wordt schrijvelaar, beeldend kunstenaar wordt zondagsschilder. 
Tot zover de uitersten. 
Interessant is wie zich tussen die extremen beweegt, zoals ook auteur Kathelijn Vervarcke. Toen ik naar reacties (°) hengelde op Romanschrijvers en hun pretentie  zei ze: ‘Ik probeer enkel troost en verstrooiing te brengen.’ Reactie die kiemen bevat voor een heftig debat met Joris Note (is verstrooiing datgene wat literatuur beoogt?) Maar Vervarcke zei ook iets anders: ‘Ik heb de pretentie om vergeten figuren, zoals De tekenaar van het Verzet (kunstschilder Emile Fryns) uit de rafelranden van de geschiedenis te vissen, omdat ik hoop dat ze een bron van inspiratie vormen voor wie zich nog inzet voor een wereld waarin iedereen meetelt.’ (°°) Iets anders dan troost en verstrooiing, toch. 
Vervarcke is ’t waard om in haar ontwikkeling gevolgd te worden. Ze werkt nu aan ‘Het alstublieftmeisje’, boek over prostitutie in wat alhier onbeschaamd het negerdorp genoemd werd, plek in Oostende die nu Oosteroever heet. Vanaf de hoogte van mijn vuurtoren roep ik haar toe: ‘Mik hoog Kathelijn!’, ga diep Kathelijn!’, wees compromisloos Kathelijn!, maak er literatuur van!’ En zo kan ik nog wel een wijle doorgaan: ‘Breng het gemeen weer tot leven!, hoed u voor de valstrik van het moralisme!, omzeil het mercantilisme van de uitgever!’ 
Ik overzie al die uitroeptekens en vraag me verschrikt af hoe ik mijn bombarie weer goed kan maken. Simon Carmiggelt helpt. Zijn bovenburen hebben ruzie: ‘Dadelijk schoven wij boeken, couranten, theekoppen en breipennen terzijde en gingen muisstil zitten luisteren, want wij hebben allebei een heel lelijk karakter.’ (°°°)
Flor Vandekerckhove

(°) Reacties kreeg ik ook van Kris Verdonck en Koen Peeters. Er volgt nog.

(°°) Kathelijn Vervarcke. De tekenaar van het verzet.  232 pp. Uitgeverij Lannoo. 2024.  
 
(°°°) S. Carmiggelt. Ik lieg de waarheid. De beste kronkels. Samengesteld en ingeleid door Sylvia Witteman. 224 pp. Uitg. De Arbeiderspers. 2009.

donderdag 20 maart 2025

3 december 2008 - 3 december 2024

Elke derde dag van december herdenken wij op intieme wijze de gebeurtenissen van 3 december 2008. In 2024 is dat al voor de zestiende keer, op de taart staat daarom 16. Nadat we die taart soldaat gemaakt hadden, schreef ik een drabble over de gebeurtenissen op de dag van oorsprong, 3 december 2008.

HESPENROLLETJES IN HET casino van Middelkerke, panoramisch uitzicht, Noordzee. Na ’t noenmaal verlaten we het gebouw en in de regen steken we het Epernayplein over. In de Leopoldlaan stappen we café Tramstatie binnen, West-Vlaamse cafénaam, Aziatische barmeid. Een maffioos gezelschap speelt poker, wat ons niet belet ons rookgerief boven te halen. Het is daar, aan de toog van een smerig café, in aanwezigheid van gangsters, dat we elkaar voor ’t eerst zoenen. Iets wat we elk jaar op 3 december vieren. In 2024 kwam de taart van de bakker van Bredene-Sas en ’s anderendaags viel de Franse regering.
Flor Vandekerckhove


Bovenstaand verhaal is een
drabble, een verhaal van exact honderd woorden. In 2019 bundelde ik er zo 99 en Delphine Lecompte schreef een voorwoord. Zoals alle e-boeken (deze keer uitsluitend pdf) van De Lachende Visch is ook 99 extreem korte verhalen gratis voor elkeen die erom vraagt. Schrijf naar liefkemores@telenet.be⇲ (vermeld de titel) en vind het boek meteen in uw mailbox.

woensdag 19 maart 2025

Is het een brommer?

Marijke Vandekerckhove. 2024. ER IS IETS in mij HET IS een BRommer. Fine Art papier Hahnemühle, print, 70 x 50.

DE BUREN SPREKEN erover. Ook in de Lidl hoor ik dat mensen het erover hebben, daar lijkt het op geroezemoes. Zelfs wanneer ik helemaal alleen langs de laagwaterlijn loop, valt me een vaag gezoem op dat het erover heeft, ik weet niet hoe dat komt. Op den duur ga ik vermoeden dat het er altijd al geweest is en dat men het er altijd al over gehad heeft. Hoe gaan die dingen, weet gij het? Maakt het zich nu plotsklaps aan mij kenbaar doordat Marijke er werk van gemaakt heeft, een print waarop het met zoveel woorden te lezen staat? 'ER IS IETS in mij. HET IS een BRommer'. Is die er altijd al geweest, die brommer? In haar? In mij? Dat geroezemoes, zou ik dat ook in Albert Heijn horen? Hebben de mensen het er ook over in de Colruyt? Hebt u al ergens zoiets gehoord? In Delhaize bijvoorbeeld, tussen de rekken?

Is het een brommer? is een handpalmverhaal op de wip van proza en poëzie, 't is een prozagedicht geïnspireerd door een werk van mijn dochter, Marijke Vandekerckhove, beeldend kunstenaar. 
In 2024 publiceerde ik 129 bladzijden dergelijke verhalende prozagedichten, GESPREKKEN MET POLLEKE. Waarbij het de lezer toekomt te oordelen of en waar ik de grens tussen proza en poëzie oversteek. 
Zoals alle e-boeken (pdf of EPUB naar keuze) van De Lachende Visch is ook GESPREKKEN MET POLLEKE gratis voor elkeen die erom vraagt. Schrijf naar liefkemores@telenet.be (vermeld de titel) en vind het boek meteen in uw mailbox.

dinsdag 18 maart 2025

Onschuld


sinds corona was ik beide handen alleenlijk nog in onschuld

ALOM HERDENKT MEN dat het vijf jaar geleden is dat corona zo sterk in ons leven ingreep, zelfs ik laat dat niet onopgemerkt passeren, zij het op een scheve manier. De illustratie bij deze oneliner heet ‘Handen wassen in onschuld’ (1993) en is van Koen Scherpereel (Brugge °1961 - †1997 Gent), ’t is een schilderijtje op papier. Paul Rigolle schreef in 2022 herinneringen aan die jonggestorven kunstenaar: Want de herinnering is de vrijheid van het verleden. (Flor Vandekerckhove
)

MIJN ONELINERS (altijd 17 lettergrepen, geen kapitalen, geen leestekens) en driezinnenverhalen zijn experimenten in het maken van extreem korte verhalen. In het e-boekje 2HONDERD 3ZINNENVERHALEN & 1LINERS verzamel ik er zo 200. Het boekje heeft als bijkomende plus dat je elke titel kunt aanklikken, de link leidt je dan naar een video waarin het verhaal geïllustreerd wordt en ook te horen/zien valt, 200 YouTube-producties in totaal. EN DAT ALLES IN 1 BOEKJE ! Zoals alle digitale publicaties (pdf en EPUB) van De Lachende Visch is ook 2HONDERD 3ZINNENVERHALEN & 1LINERS gratis. Mail erom en je bestelling wordt meteen aangepakt door de juffrouwen van De Weggeefwinkel. (Vermeld de titel: in dit geval ‘200’, dan begrijp ik het wel.): liefkemores@telenet.be.

maandag 17 maart 2025

't Is beter een stille buur dan een luide vriend


EEN VAN MIJN buren heeft een koekoeksklok. Elk uur hoor ik die klok koekoek zeggen, telkens veertien minuten voor ’t uur, ik kan er mijn klok op gelijk zetten. Over veertien minuten is 't weer zo laat, zeg ik dan. Een andere buur hoor ik plassen en van nog een andere weet ik wanneer daar een bad genomen wordt. Ik hoor dat doordat al de huizen hier aan elkaar vasthangen. Mocht een van onze huizen omvallen, valt de rest van de straat mee, ik denk niet dat ze vandaag nog zo mogen bouwen. Wanneer André, vier huizen ver, een gat in zijn muur boort, hoor ik dat: André is weer aan ’t boren, zeg ik dan. Onlangs zong ik in mijn keuken Jailhouse Rock met de radio mee: The band was jumpin' and the joint began to swing… Buurman Patrick, wiens keuken aan de mijne paalt, viel in met het refrein: Everybody in the whole cell block/ Was dancin' to the Jailhouse Rock.


't Is beter een stille buur… is een eenparagraafverhaal. Ik heb er zo honderd gebundeld in een boekje dat ingeleid wordt door mijn oud-leraar Nederlands Alfons Vandenbussche. Zoals al de e-boeken (pdf of ePub naar keuze) van uitgeverij De Lachende Visch wordt ook Honderd eenparagraafverhalen gratis aangeboden aan wie erom vraagt. Het boek wordt door de even nijvere als imaginaire juffrouwen van De Weggeefwinkel meteen uit de rekken gehaald om het u per e-mail op te sturen. Vraag erom via liefkemores@telenet.be

zondag 16 maart 2025

Bob Dylan, de film


NA DE FILM, op weg naar huis, denk ik aan de memoires van Joe Jackson, A Cure for Gravity. Mensen vragen hem sindsdien wanneer het tweede deel er aankomt. In zijn voorwoord bij Een overwinning op de zwaartekracht, de Nederlandse vertaling van dat boek, zegt hij daarover: ‘Het leek me vrij duidelijk dat dit geen eerste deel van iets was; het moest op zichzelf staan, als het verhaal van een volwassenwording van een muzikant, afgewisseld met een reeks bespiegelingen over de kunst zelf.’ Al wat na die ‘muzikale volwassenwording’ volgt, zegt Jackson, is nauwelijks ’t opschrijven waard. Dat is ook de filosofie die filmmaker James Mangold⇲ huldigt in A complete unknown (°), we zien een jongeman in New York aankomen en vervolgens zien we hoe hij zich ontwikkelt tot wat hij worden zal: the one and only Bob Dylan. 
De regisseur doet dat goed. Ik herken Kronieken, Dylans vroege memoires waarin hij schrijft hoe belangrijk Woody Guthrie voor hem geweest is. In een kort fragment herken ik Dave Van Ronk, mijn chansonnier préféré, en prompt heb ik zin om weer eens Inside Liewyn Davis (2013) te bekijken, gebaseerd op de memoires van Dave Van Ronk, film waarin de Coen brothers de folkscene in de vroege jaren zestig oproepen. Ik herken het boek van schrijver-muzikant Eliah Wald, waarop A Complete Unknown steunt, boek dat ik recenseer in Vadermoord op de man met de bijl. Ik apprecieer de genuanceerde manier waarop de film ons Dylans breuk met de klassieke folkwereld toont. Ik voel mee met Suze Rotolo waarvan ik A Freewheelin' Time gelezen heb, haar memoires, en ik voel mee met Joan Baez die net als Suze Rotolo achtergelaten wordt, vrouwen die Bob Dylan zoveel geleerd hebben. Ik voel mee met Pete Seeger, vaderfiguur die ziet hoe de zoon ervandoor gaat. Ik herken het boegeroep van de folkies omdat hun muzikale boegbeeld voor de rock kiest. Ja, zo heftig waren ze wel, die tijden — wie denkt dat cultuurstrijd iets nieuws is, vergist zich deerlijk. Ik voel nog altijd sympathie voor Alan Lomax die in de film hard tegen Dylans ‘nieuwlichterij’ tekeer gaat, ook omdat ik Mike Marqusees Bob Dylan and the 1960s gelezen heb, waarin een prachtig citaat van die Lomax staat: ‘We hebben nu culturele machinerieën die zo krachtig zijn dat een zanger gemakkelijk iedereen om het even waar in de wereld kan bereiken, en alle andere zangers minderwaardig kan laten klinken omdat ze niet zijn zoals hij. Eens dat vertrekt, wordt hij gesteund door zoveel cash dat hij een monsterlijke indringer uit de ruimte wordt, die het leven uit alle andere menselijke mogelijkheden perst. Mijn leven is gewijd geweest aan het verzet tegen deze tendens.’ Ja, dat verdient respect. En ten slotte doe ik mijn hoed af — in mijn geval een Baskische baret — voor Bob Dylan die alles en iedereen achterlaat om zijn eigen, onnavolgbare weg te gaan, iets wat de allergrootsten inderdaad horen te doen, zoals ik al zei in Wat Bob Dylan en Pablo Picasso met elkaar gemeen hebben
Flor Vandekerckhove

Dit stukje verschijnt ook in Snapshots. Tijdschrift van de Vlaamse Filmpers.

(°) A Complete Unknown. Biografische film van James Mangold. 2024. Indrukwekkende acteursprestaties (en zangpartijen!) van Timothée Chalamet (Bob Dylan), Edward Norton (Pete Seeger), Monica Barbaro (Joan Baez)…