woensdag 2 juli 2025

Dit is geen vuurtoren (Ceci n’est pas une pipe)

Links: het schilderij van René Magritte. Rechts: de installatie van Guillaume Bijl.


OP 15 JUNI overleed Guillaume Bijl(°1946 - 2025†), mijns inziens een directe erfgenaam van René Magritte. Daar waar Magritte telkens moest ophouden, met name aan de randen van het doek, daar nam Guillaume Bijl het van hem over: de geestelijke zoon zette als ’t ware de zaak van de vader verder, maar met hedendaagse middelen: de installatie. 
In 1952 schildert Magritte De persoonlijke waarden. Het beeld dat we te zien krijgen is dat van een slaapkamer met dermate uitvergrote toiletartikelen dat ze hun sociale functie verliezen. De koper van het schilderij werd er, naar eigen zeggen, ’ongemakkelijk’ van. Zevenentwintig jaar later maakt Guillaume Bijl Autorijschool Z (1979).  Hij bouwt Galerie Z om tot een autorijschool. Passanten denken dat de galerie niet langer bestaat, dat daar nu een autorijschool uitgebaat wordt. Wat we 
echter te zien krijgen is geen autorijschool, maar een autorijschool die, net zoals de toiletartikelen in het schilderij van Magritte, zijn sociale functie verloren heeft. Ook de autorijschool Z roept gevoelens van ongemak op.
Paul Nougé, theoreticus van het Belgische surrealisme, verwittigde het publiek: ‘Magritte is geen schilder in de betekenis die estheten daaraan geven, maar een man die schilderen gebruikt om ons werkelijk verbluffende ervaringen mee te geven die betrekking hebben op alle aspecten van het leven.’ Dat is ook wat Guillaume Bijl doet: ‘Ik laat iets fictief zien in de realiteit zelf, er sluipt iets irreëels binnen. Het is een trompe l’oeil-situatie ()’. René Magritte schonk ons daar het bekendste voorbeeld van: Ceci n’est pas une pipe. Guillaume Bijl doet het hem na in de strandtoegang van de Vosseslag: dit is geen vuurtoren.
Op 1 juni 2024 schreef ik daarover Naar de andere vuurtoren. Dat stukje eindigt alzo: ‘En zo komt het dat De Laatste Vuurtorenwachter vanaf heden niet één maar twee vuurtorens heeft. Een heet Lange Nelle, () De andere heet ‘de toren van Guillaume Bijl’.' In dat stukje nam ik me voor om voortaan afwisselend naar de ene en naar de andere toren toe te wandelen. Nu, iets meer dan een jaar later, maak ik het bilan. Ik constateer dat van mijn voornemen niets in huis gekomen is, wandelen doe ik nog altijd alleen maar richting Lange Nelle. Komt het doordat de toren van Guillaume Bijl een verraderlijk beeld is, een trahison des images? Voel ik me ietwat ongemakkelijk wanneer ik de toren van Bijl nader?
Flor Vandekerckhove

Dit is geen vuurtoren is een mini-essay. Uitgeverij De Lachende Visch verzamelt er alzo vijftig in Vanaf de vuurtoren. Zoals alle e-boeken van uitgeverij De Lachende Visch komt ook Vanaf de vuurtoren meteen in De Weggeefwinkel terecht, daar is het boek gratis beschikbaar voor elkeen die erom vraagt, ’t is een gift van de schrijver aan zijn lezers. De bundel (e-boek) is beschikbaar in pdf of epub. Vraag erom via liefkemores@telenet.be (vermeld de titel) en het boek ligt meteen in uw mailbox.

dinsdag 1 juli 2025

Breken we dit jaar het dagrecord?

Datum (°) [Voorlopig warmste dag ooit in België: 25 juli 2019— het wegdek zindert. Bleke mensen trekken in drommen richting strand. ’s Avonds komen ze terug in zand en zonneolie, rood als gekookte kreeften. (Flor Vandekerckhove)


(°) Datum is een driezinnenverhaal en van dat verhaal bestaat een video op YouTube. De gif die daar te zien is, werd geïnspireerd door de Belgische surrealist René Magritte. Bij ’t declameren begeleid ik mezelf op de strumstick, daarbij stevig ondersteund door drummer Mason en de bassist van GarageBand; het verhaal wordt bijgevolg geïllustreerd door beeld en klank. 
 In het e-boekje 2HONDERD 3ZINNENVERHALEN & 1LINERS verzamel ik er zo 200. Het boekje heeft de bijkomende plus die ook Datum heeft: Je kunt elke titel aanklikken, de link leidt je dan naar een video waarin het verhaal geïllustreerd wordt en ook te horen/zien valt, 200 YouTube-producties in totaal. EN DAT ALLES IN 1 BOEKJE ! Zoals alle digitale publicaties (pdf of EPUB, naar keuze) van De Lachende Visch is ook 2HONDERD 3ZINNENVERHALEN & 1LINERS gratis. Mail erom en je bestelling wordt meteen aangepakt/ingepakt door de virtuele juffrouwen van De Weggeefwinkel. (Vermeld de titel: in dit geval ‘200’, dan begrijp ik het wel.): liefkemores@telenet.be.

zondag 29 juni 2025

1 juli nadert, daar is ‘HET SEIZOEN’

Een typische postkaart van Donald McGill.


’T IS IETS wat ik anders nooit doe, maar nu doe ik het toch: veldwerk! Ik trek naar de krantenwinkel, die hier ook souvenirshop is, en speur er op de staander naar het soort postkaart dat, leer ik zodoende, niet meer te vinden is: cartoonesk getekende strandscènes met daaraan toegevoegd een streep tekst die er de ‘grap’ extra inwrijft. Ik herinner me die postkaarten: de echtgenote heeft altijd een dikke kont, de echtgenoot is altijd een burgermannetje, de juffrouwen zijn tegelijk ondeugend en onschuldig. Ik dacht dat die postkaarten van alle tijden waren. Mis dus, hun tijd ligt achter ons. (°) 
George Orwell wijdt een essay aan dat soort postkaarten, meer bepaald aan deze van Donald McGill. (°°)  
'Wat ze doen is uitdrukking geven aan de Sancho Panza-visie op het leven () De combinatie Don Quichot-Sancho Panza () duikt steeds weer op, in eindeloze variaties, Bouvard en Pécuchet, Jeeves en Wooster, Bloom en Dedalus, Holmes en Watson (). Als je bij jezelf kijkt, wie ben jij dan, Don Quichot of Sancho Panza? Vrijwel zeker ben je allebei. Er is een deel van je dat 'één' wil zijn, je vrouw ontrouw wil zijn, enzovoort. Of je je erdoor laat beïnvloeden, is een andere vraag. Maar het is gewoon een leugen om te zeggen dat hij geen deel van je is, net zoals het een leugen is om te zeggen dat Don Quichot ook geen deel van je is, ().’
We kunnen zelf de lijst uitbreiden: Tijl en Lamme Goedzak, Laurel en Hardy, Gaston en Leo… Scherp gezien van Orwell, maar waarom zegt hij dat in een bundel die ‘Alle kunst is politiek’ heet? Hoezo politiek? Zo'n dwaas postkaartje, wat is daar nu politiek aan?
'Alles wat grappig is, is subversief () Een vuile mop is natuurlijk geen serieuze aanval op de moraal, maar een soort mentale rebellie, een vluchtige wens dat de zaken anders waren. Zo ook met alle andere grappen, die altijd draaien om lafheid, luiheid, oneerlijkheid of een andere eigenschap die de samenleving zich niet kan veroorloven aan te moedigen. De samenleving moet altijd iets meer van mensen eisen dan ze in de praktijk krijgt. () De hele literatuur die men officiële literatuur zou kunnen noemen, is op dergelijke aannames gebaseerd. Ik lees nooit de verklaringen van () premiers () zonder dat ik op de achtergrond een koor () hoor van al die miljoenen gewone mensen die door die verheven gevoelens niet aangesproken worden. Desondanks winnen de verheven gevoelens uiteindelijk altijd; leiders die bloed, arbeid, tranen en zweet aanbieden, krijgen altijd meer uit hun volgelingen dan degenen die veiligheid en plezier offreren. Als het erop aankomt, zijn mensen heldhaftig. Vrouwen staan ​​voor het kraambed en de schoonmaakborstel, revolutionairen houden hun mond in de martelkamer, slagschepen zinken met hun kanonnen nog steeds schietend, terwijl hun dek onder water staat. Alleen is het zo dat het andere element in de mens, de luie, laffe, overspelige die in ons allen huist, nooit helemaal kan worden onderdrukt en af en toe moet worden gehoord.()'
Orwell sluit zijn essay af met: 'De hoek van het menselijk hart waar zij voor staan, zou zich gemakkelijk in ergere vormen kunnen manifesteren, en ik zou het jammer vinden als ze zouden verdwijnen.’ Wel, George, ’t ziet ernaar uit dat ze vandaag verdwenen zijn. Die ‘hoek van het menselijk hart’ vindt vandaag wellicht in meer dan voldoende mate soelaas op ’t internet.
Flor Vandekerckhove

(°) Misschien moet ik mijn veldwerk uitbreiden, de tram nemen, tal van souvenirwinkels exploreren, er een queeste van maken, misschien moet ik daarna mijn mening bijschaven, maar zoveel dadendrang vind ik overdreven en ik verhoop van u hetzelfde.
(°°) The Art of Donald McGill. (1941) In George Orwell. All Art Is Propaganda. Critical Essays. Compiled by George Packer. Introduction by Keith Gessen. 2008. Mariner Books / Houghton Mifflin Harcourt. Boston New York. 872 pp. De uittreksels komen van George Orwell. 'All Art Is Propaganda'. Apple Books. De vertaling is van Google.

zaterdag 28 juni 2025

Oneliner van de dronkenschap

Het inspirerende/illustrerende schilderij heet El Barracho Zaraus (De dronken Zarauz, 1910, olie op canvas, 115 x 140 cm). ’t Is een doek van de Spaanse schilder Joaquín Sorolla. Het bevindt zich in The National Gallery Londen en behoort tot het Publiek Domein. 

NOG BETER IS: dorstig drinkwerk resulterend in een doorweekt dronkaardsdoctoraat. Hoe dan ook, een van de voordelen van ’t internet is dat de schrijver klank en beeld aan het verhaal kan toevoegen, kijk hier maar (de violen zijn deze van GarageBand.) 
Dit is een van de poëtische oneliners die ik aan ’t schrijven ben, altijd één lijn, 17 lettergrepen, geen leestekens, geen kapitalen. Vergelijk het met piano-oefeningen van de pianist, de kleiwerkjes van de beeldhouwer, 't schetsboek van de tekenaar… We doen het om de stiel goed in de vingers te houden. De oneliner komt uit het niets en verdwijnt daar ook weer in. Tegelijk maken ze deel uit van een zoektocht naar geschikte literaire vormen die internetlezers — ze scrollen, surfen en swipen — bij de les houden. (Flor Vandekerckhove)

vrijdag 27 juni 2025

Een waar Oostends verhaal

Dagelijks wandel ik over en weer van Bredene naar Lange Nelle. Als het weer het toelaat verpoos ik even tegen zo’n rotsklomp van de strekdam en lees een ZKV van A.L. Snijders. Soms krijg ik daar inspiratie en omdat ik die op de terugweg niet zou vergeten, neem ik een notitie. Op den duur staat het boek van Snijders, zoals u hierboven ziet, vol krabbels, geheugensteuntjes, oneliners en een enkele keer zelfs met een heel verhaal. Dat verhaal, Chopper, plaats ik hieronder.

‘Wantrouw elke aandrang tot schrijven 
behalve de vreugde van het formuleren.’
Godfried Bomans

Chopper — TOEN IK JONGER was in jaren en stijf stond van testosteron, trok ik naar de Baelskaai om daar de schoondochter van de smid te zien die nóg jonger was in jaren, maar toch al heel ervaren en die me al in vervoering brengen kon door alleen maar met d’r haar te schudden. In gedachten zat ze achter me op de chopper en gaven we de wind vrij spel, een spoor van feromonen achterlatend. Lassers staakten ’t lassen, schilders staakten ’t schilderwerk, meeuwen staakten 't stelen en drinkers ’t drinkgelag, al wat ogen had keek ons na. De wind schroeide mijn okselharen, terwijl ik met vaste hand de stang omklemde. En zij mijn bast. Nooit waren we zo dicht als die dag op de chopper, on the road, in mijn gedachten.
 (Flor Vandekerckhove)

donderdag 26 juni 2025

Kunstschilder Alan Cote & familie

Alan Cote. Tumbril (2022) 68’’ x 104” (172,72 cm x 264,16 cm.)

IN HAAR BUNDEL (°) wijdt Lydia Davis ook enkele essays aan beeldend kunstenaars. Over ‘Joan Mitchell and Les Bluets, 1973. had ik het eerder al. Over wat ze met Joseph Cornell doet, zeg ik misschien later iets, maar nu ga ik op zoek naar Alan Cote (°1937), derde en laatste beeldend kunstenaar die ze in haar boek trekt.
Wanneer ik zo’n — voor mij nieuwe — naam tegenkom, leg ik een mapje aan. Ik googel de mens, zoek beelden, speur naar commentaren… Dat zoeken naar Amerikaan Alan Cote verloopt eerst moeizaam, die mens heeft bijvoorbeeld geen Wikipediapagina, maar hij verkoopt wel schilderijen, in 2024 is dat minstens een groot tweeluik — grote tweeluiken zijn, leer ik daarna, echt zijn ding.
Ik vind zijn website. De laatste solotentoonstelling dateert al van 2017, zie ik. Erg verwonderlijk is dat niet, de man is dan al tachtig — inmiddels dus 88. Wanneer ik het vakje ‘recent paintings’ aanklik, zie ik twaalf tweeluiken, het recentste is van 2022. Er is een interessante video uit 2013, die ik tot het einde uitkijk, waar ik de naam van de maker ontdek: Theo Cote, videomaker en fotograaf. De naam laat het al vermoeden, ’t is familie. Ik zoek het op: Theo is de zoon van Alan. En wat ik daarna ontdek is dit: Theo is ook de zoon van Lydia Davis. 
 [En waarom ook niet? Mijn zoon Bert maakt muziek, mijn dochter Marijke is beeldend kunstenaar, zelf schrijf ik verhalen, ook dat levert al eens iets op waarbij je ons samen aantreft, zoals hier in ‘Collage’.] Waardoor ik onverwachts heel het gezin Cote-Davis leer kennen. Op Cotes website klik ik het vakje 'essay' aan en het verwondert me al niet meer dat het Energy in Color betreft, ondertitel: On the Recent Paintings of Alan Cote. Dat zijn ook de titels van het Cote-essay in het boek. U kunt het op het internet lezen, wat me van de plicht ontslaat om er hier zelf diep op in te gaan, temeer omdat Lydia Davis niets toevoegt aan wat de video van de zoon ons toont. Ik laat Google een stukje vertalen:
‘Waarom twee panelen in plaats van één rechthoek? Wat is het verschillende effect van twee panelen op de toeschouwer? Waar het enkele doek de neiging heeft om enigszins als een raam te fungeren, waarbij de toeschouwer direct naar en in het doek kijkt, verandert de relatie bij het schilderij met twee panelen radicaal: er is interactie tussen de twee panelen, waarbij de toeschouwer ofwel als toeschouwer fungeert – waarbij een deel van de spanning verschuift van de relatie tussen toeschouwer en schilderij naar de relatie tussen de twee panelen – ofwel als deelnemer aan een driehoeksverhouding: paneel op paneel op toeschouwer. ()’

(°) Lydia Davis. Essays One. 528 pp. Uitg. Farrar, Straus & Giroux. 2019.

woensdag 25 juni 2025

Déjà vu

De vergelijking tussen onze tijden en de jaren dertig van de vorige eeuw wordt vaak gemaakt, maar nergens zag ik het al doen door middel van dit schilderijtje uit 1931 van Gustave De Smet. Feestdag in Deurle (Sint-Martens-Latem)

GAZA IS WAT de katholieken destijds met de katharen deden: Dood hen allen, God zal de zijnen herkennen. Is dat niet een eenentwintigste eeuwse variant van die middeleeuwse slachting, zo indringend bezongen door Iron Maiden? En Bart De Wever is dat geen politieke lookalike van Wilfried Martens, zijn die mannen geen gezanten van God, ongewoon gewone mannen, zoals ik er ooit een tegenkwam toen ik lang geleden de kerk verliet? Mijn dichterlijk-politieke blik op de wereld wordt inderdaad geregeerd door de déjà vu. De kleine Fabian die op zijn step door de flikken doodgereden wordt, herinnert dat u niet aan Semira Adamu († 1998), Mawda Swahri († 2018), Jozef Chovanec († 2018) en Mehdi Bouda (†2019): Grinderman ontwapend. 5% om de NAVO te plezieren, dat doe je toch, zoals Naomi Wolf het lang geleden in haar Shockdoctrine (2007) uitlegde, op een moment waarop de mensen álles slikken. Het gevolg van die 5% werd ook al lang geleden bezongen, in dit geval door Walt Whitman, Joan Baez en ik in Ik zag het legervisioen. Allemaal déjà vu! Donald Trump, is dat niet een soort Ronald Reagan en gaan hun echtgenoten niet naar de coiffeur? En Vladimir Poetin is dat geen soort Stalin? Hoera! Hoera! Hoera!. Weet je trouwens dat de Belgische punkgroep The Kids geen visum meer krijgt om in de VS op te treden en zongen die Kids niet lang geleden al van Fascist cops? Rest de vraag: Que faire? Ook De Laatste Vuurtorenwachter heeft nog wel iets te doen, Laat me je erover vertellen in De mij resterende taak.
Déjà vu
 is een eenparagraafverhaal. In 2022 publiceerde uitgeverij De Lachende Visch honderd soortgelijke eenparagraafverhalen. De bundel wordt ingeleid door mijn oud-leraar Nederlands Alfons Vandenbussche.
Zoals alle e-boeken van uitgeverij De Lachende Visch is ook Honderd titelloze eenparagraafverhalen gratis voor elkeen die erom vraagt. Doe het nu en het boek (pdf of epub naar keuze) valt vandaag nog in je mailbox. Doe het meteen (zeg pdf of epub en vermeld de titel) via liefkemores@telenet.be↗︎

dinsdag 24 juni 2025

Dit verhaal bevat product placement

Links: Rik Van Steenbergen: ‘Doe zoals ik. Ik drink melk.’ Midden: het embleem van de Melkbrigade. Rechts: Nonkel Bob, M-brigadier. Hier samen met Mick Jagger. (Ik haalde de foto van de FB-pagina van Piet Piryns, met deze commentaar: ‘Een van mijn favoriete Selleslags-foto’s. Vlak voor de opnamen van Tienerklanken spelt nonkel Bob Mick Jagger nog eens goed de les. De foto is gemaakt op de bovenste verdieping van de Brusselse Martini-toren in 1964.’)

IK KEN MEISJES die bij De Kroonwacht waren en jongens van de Kruisvaarders ken ik ook, maar zelf was ik van de Melkbrigade. In 1959 was dat wel degelijk een echte jeugdbeweging, met wimpels, speldjes en het belonen van een goede daad die uit 't drinken van melk bestond. Op een spaarkaart verzamelde ik M-punten en met trots droeg ik het embleem M op mijn zondagse kleren (op die kleren kom ik nog terug.) Onze leiders waren M-brigadiers. De bekendste was ongetwijfeld Nonkel Bob⇲. Ook Rik Van Looy was een bekende M-brigadier, waarnaar wij bewonderend opkeken. Van Looy werd medio jaren zestig, ook als M-brigadier, ingehaald door Eddy Merckx, en vóór Rik Van Looy maakte Rik Van Steenbergen al reclame voor 't drinken van melk. In Van Steenberges tijd was er echter geen Melkbrigade, hij telt dus niet echt mee. Kruisvaarders keken neer op de Melkbrigade, ten onrechte, want mijn lidmaatschap werpt tot vandaag vruchten af: nog altijd drink ik dagelijks mijn glazen melk, 't enige verschil is dat ik het niet meer in een boekje bijhoud. Ik moet nog iets over die zondagse kleren zeggen. In die tijd had je gewone kleren en zondagse. Die laatste jeukten & schuurden en er zaten plooien in die stijf stonden van de Remy; zondagse kleren zaten slecht, ze knelden onder je oksels en rond je nek; zondagse schoenen waren altijd te groot of te klein en je mocht er niet mee voetballen of ze werden vuil. Je neus snuiten deed je met een platgestreken, zondagse zakneusdoek. Op den duur kwamen er ook manchetknopen aan te pas en een plastron. Zo ging dat in wat Jan Theys terecht de tijd van toen noemde. 

maandag 23 juni 2025

Ooit komt de dag dat ge wel iets weet

Josse De Pauw in het plantsoen. © Johan Dockx.

Zondag 22 juni 2025 — WANNEER IK IN de krant zo’n boekenbijlage lees, denk ik altijd: man man man, hoe onwetend zijt gij eigenlijk. Ik spreek dan tegen mezelf, onwetende lezer die ik ben. Maar deze keer is het anders, deze keer weet ik waarover ze het hebben. Frontpagina: Joan Didion. Lees ik, ken ik. Op de tweede pagina geeft Lies Van Gasse ons een zin die haar bijblijft. Ik ken die zin, het is de opening van De gedaanteverwisseling, daar schreef ik een mini-essay over: De burn-out van Franz Kafka. Verder vertelt Josse De Pauw over een plekje dat ik ken:
We waren toevallig in gesprek geraakt, op een bank in een achterafparkje, zo een waar weinig mensen weet van hebben. Vroeger een privétuin, later werd hij opengesteld voor het publiek. Grote, oude bomen, meestal eik, treurbeuk, kastanje, een moerascypres en verspreid over het parkje wat pioenenperken. (…)’
Mijn parkje ligt in Brugge, bezijden de Elzelstraat, Pastoor van Haeckeplantsoen. Weinig kans dat het ook dat van Josse De Pauw is, elke stad met manieren heeft wel zo’n achterafparkje. Scherp gezien van Josse. De boekenbijlage sluit af met een rubriek waarbij deze keer Vincent Van Meenen aan het woord komt. Over die mens schreef ik Het momentum van Vincent Van Meenen. Hij reageerde daar ook op: ‘Vooral mijn boeken lezen.’ Ik schreef terug: ‘En gij de mijne’, waaraan ik mijn recentste boek toevoegde, Vanaf de vuurtoren. Nu hoor ik van die gast niets meer. 
Flor Vandekerckhove

zondag 22 juni 2025

Fameus autoaccident tussen Oostende en Bredene

Links: de Koninklijke Baan in een mij onbekend jaar (kan iemand uitgaand van de automodellen ’t jaar afleiden of het benaderen? Moeilijk, de rij auto's toont alleen maar achterkanten. Een uitzondering: aan de overkant staat een autootje dat de voorkant toont.)


‘ALS IK DOODGA, wil ik vredig heengaan, zoals mijn grootvader het deed – in zijn slaap. En niet schreeuwend en gierend, zoals de passagiers in zijn auto.’ Ik hoorde het mopje van Bert, mijn zoon. Een vader vraagt zich dan af: waar haalt hij het? Een haastige blik op ’t internet toont me verschillende mogelijkheden. Will Rogers komt in aanmerking, Spike Milligan wordt genoemd, iemand zegt Jack Handey, ’t meest van al wordt gewezen naar Bob Monkhouse. Succes heeft vele vaders. Zelf heb ik weinig succes met mijn verhalen. Om dit goed geritmeerde en strak geschreven stukje tot bij u te krijgen, moet ik er een leugentje-om-bestwil aan toevoegen. Weet u trouwens dat het beschreven autoaccident alhier heeft plaatsgegrepen, lang geleden, op de Koninklijke Baan, tussen Oostende en Bredene? Ja, dat scheelt al gauw enkele honderden lezers, allee, kijkers.
Flor Vandekerckhove