donderdag 1 februari 2024

Wandelen in een landschap van Monet en Braque

Links bovenaan: ‘De kerk van Varengeville en de pas 'Gorge de Moutiers’ van Claude Monet. 1882; olieverfschilderij (56,9 cm x 81,2 cm). Bovenaan rechts: op woensdag 31 januari 2024 sta ik voor dat kerkje in Varengeville. Onderaan: drie van de veertien schilderijen die Monet van de ‘douanehut” maakt.



Woensdag 31 januari — ER HANGT een verre voorbode van lente in de lucht, de fallus impudicus staat al in bloei en Tania wandelt langs de Franse côte d’Albâtre, 23,5 kilometer ver, van Bracquemont naar Varengeville, waar ik haar opwacht naast een naar Saint-Valéry genoemd kerkje en het daarrond gelegen cimetière marin
Dat kerkje heeft iets met kunstenaars. Er zijn glasramen Bracque en van de Belgische kunstenaar Raoul Ubac, er is het graf van Georges Braque en er is een schilderij van Claude Monet waarop hij dat kerkje afbeeldt. Impressionist Monet maakt het olieverfschilderij in 1882. In dat jaar schildert hij daar nog meer, hij maakt er bijvoorbeeld veertien tableaus waarop de ‘douanehut’ staat, telkens vanuit een andere hoek, telkens bij ander weer. (De douanepost werd door Napoleon opgericht om de Kanaalkusten te controleren tijdens een continentale blokkade van Engeland. In de tijd van Monet wordt het gebruikt door lokale vissers.) Monet houdt van de streek: ‘Het land is erg mooi en ik heb er spijt van dat ik er niet eerder ben gekomen... Je kunt niet dichter bij de zee zijn dan ik, de golven slaan tegen de voet van het huis’ (in een brief van 15 februari 1882). Wat hij in Varengeville met die douanehut doet, herhaalt hij elders met hooibergen en de kathedraal van Rouen. Zijn beroemde serie met waterlelies maakt Claude Monet op het einde van zijn leven, maar zover is hij in Varengeville nog niet.
Georges Braque is in Varengeville wel zover. De kubistische kunstenaar ligt er begraven. De muur naast de ingang van de cimetière marin citeert hem ‘J’ai le souci de me mettre à l’unisson de la nature, bien plus que de la copier.’ (‘Mij gaat het er meer om in harmonie met de natuur te zijn, dan om haar te kopiëren.’) Wat zou Claude Monet van zo’n uitspraak denken? En de mij tot enkele minuten geleden ongekende schrijver Georges de Porto-Riche die daar ook begraven ligt? En het vrouwtje dat me naast de auto opwacht om me mee te delen dat ze oed-Vlams spreekt, geleerd van haar Belgische ouders die rond Rouen gingen boeren. Zij is in Frankrijk blijven wonen, maar haar twee broers zijn naar België teruggekeerd, een naar Mons en een naar Nieuwpoort, nu allemaal tachtigers.

Op de kerkhofmuur staat een citaat van Georges Braque: ‘J’ai le souci de me mettre à l’unisson de la nature, bien plus que de la copier.’ Daarnaast bovenaan: het grafzerk van Georges Braque. Daaronder het zerk van Georges de Porto-Riche.

1 opmerking:

Marijke zei

Schoon. Net als de golven tegen de voet van het huis slaan.