— De Nele, een replica van een historisch Oostends vissersschip, vaart de haven binnen. De foto onderaan geeft een idee van de grootte van de Inflatable Refugee. (Eigen foto's) — |
Zaterdag zag ik in Oostende een vluchteling
aankomen. Hij kwam van over zee en had de overtocht op een schip gemaakt dat
daar eigenlijk te klein voor was. Misschien had hij onderweg wel aan een vers
van de Nederlandse dichter Hendrik Marsman moeten denken: De eenzame zwarte boot/ vaart
in het holst van den nacht/ door een duisternis, woest en groot/ den dood, den
dood tegemoet.
Maar de vluchteling die ik de haven zag binnenvaren had
de tocht toch overleefd. En het dient gezegd: hij werd enthousiast verwelkomd
door de stedelingen.
Misschien komt dat wel doordat de Oostendenaars
weten wat het is om op de vlucht te slaan. Ook vandaag nog wordt er in de visserij
veel verteld over ouders en grootouders die het oorlogsgeweld ontvlucht zijn, per
schip, over zee, naar Engeland. Of die om economische redenen de stad achter
zich moesten laten; naar Zuid-Amerika, ook per schip.
Of misschien wordt deze vluchteling enthousiast
verwelkomd doordat hij niet van menselijk materiaal gemaakt is. De Inflatable Refugee, zoals hij heet, is
een kunstwerk dat ontsproten is aan de geest van de Antwerpse kunstenaars Dirk Schellekens
en Bart Peleman.
Ik waardeer de opvattingen van die twee en ik heb
eerder al lovend over hun werk geschreven, met name toen ze hun eigen land
creëerden, Broosistan. Je moet maar eens kijken hoe lyrisch ik er toen
van werd. Ook met deze Inflatable Refugee
doen ze het weer. Telkens tonen ze me wat kunst vermag.
Elders lees ik dit: ‘Met hun gigantische opblaaspop zeggen de kunstenaars ook iets over de manier waarop in het Westen naar de vluchteling gekeken wordt. Want zien wij hem niet vooral als een gigantisch probleem, en slechts zelden als een opportuniteit? Dat Schellekens & Peleman ervoor gekozen hebben de figuur te vervaardigen van hetzelfde materiaal als de boten die door mensensmokkelaars gebruikt worden om mensen over zee te versluizen, maakt deze installatie extra beklijvend. Inflatable Refugee is meer dan een uitnodiging tot bezinning. Het is een wake up call.’
Elders lees ik dit: ‘Met hun gigantische opblaaspop zeggen de kunstenaars ook iets over de manier waarop in het Westen naar de vluchteling gekeken wordt. Want zien wij hem niet vooral als een gigantisch probleem, en slechts zelden als een opportuniteit? Dat Schellekens & Peleman ervoor gekozen hebben de figuur te vervaardigen van hetzelfde materiaal als de boten die door mensensmokkelaars gebruikt worden om mensen over zee te versluizen, maakt deze installatie extra beklijvend. Inflatable Refugee is meer dan een uitnodiging tot bezinning. Het is een wake up call.’
En ook dat is kunst: ik lig diep in het kreunende ruim,/ koud en beangst en
alleen/ en ik ween om het heldere land,/ dat achter den einder verdween/ en ik
ween om het duistere land,/ dat flauw aan den einder verscheen.
Ook
dat komt uit De overtocht, het
gedicht van Marsman waaruit ik ook al dat eerste vers geplukt heb. Hij heeft het in
1926 geschreven.
En dit is wat Hendrik Marsman in 1940 overkomt. Het
schip waarmee hij voor het oorlogsgeweld op de vlucht gaat vergaat in het Kanaal.
Marsman overleeft de tocht niet.
Flor Vandekerckhove
De Inflatable
Refugee maakt deel uit van het streetartfestival
The Crystal Ship. De Opblaasbare
Vluchteling blijft nog tot 6 april aan de kaai liggen, vlak voor de Vistrap
van Oostende. Daarna verhuist hij naar de vijver voor het Casino Kursaal. De
laatste locatie wordt het balkon van het stadhuis, waarna de vluchteling de
plas oversteekt naar Melbourne.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten