IN OOSTENDE geraak ik onder de indruk van variaties op een thema. Ginette Myle heeft haar dakvenster
vijf keer afgebeeld, telkens goed voor een geslaagd schilderij. En dit is wat ik daarbij denk: ik denk dat schilders te benijden zijn. Niemand zegt
Monet dat het nu wel genoeg geweest is met die kathedraal, niemand vraagt Botero om eens voor dunne modellen te kiezen. Ook daarom zijn schilders te
benijden: niets is hun te min. De pijp van Magritte, het dakvenster van Myle… Ik zoek er een nieuw woord voor en vind schildersgemak. Ik schrijf het op. Terwijl ik nogmaals langs de schilderijen loop, zoek ik een manier om dat
schildersgemak in mijn
schrijfpraktijk binnen te smokkelen. Misschien komt een vignet wel in de buurt. Ook dat schrijf ik op: vignet. Ik keer terug naar huis. Onderweg betrap ik me erop dat ik dakvensters
in het oog hou. Dan houdt een vrouw me staande. Ze zegt: ‘Jij bent toch De Laatste Vuurtorenwachter?’ Ik vraag haar hoe ze
dat weet. Ze leest mijn blog. Die wordt haar toegestuurd, telkens er een
nieuw stukje aan gebreid wordt. Dat doet haar vriendin, zegt ze, ‘die beter overweg kan met de computer.’
Ik zeg dat het me plezier doet en stap verder. Ook die zinnen schrijf ik op.
(Later heb ik nog iets geschreven over werk van Ginette: Zondag, vernissage, storm, inspiratie⇲.)
Verf op doek van Ginette Myle loopt nog tot 30 april. VLC De Geuzetorre,
Kazernelaan 1, Oostende. ma tot vrij van 8,30 – 12,30 en 13,30 – 16,30 / Zondag
van 10,30 tot 14 uur. Zaterdag gesloten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten