— In zijn boek leidt Wouter Bulckaert ons doorheen de wereld van pop & rock. Op de platendraaier liggen 22 grensverleggende langspeelplaten. — |
WOUTER Bulckaert schrijft iets wat Tania ook zegt. Je luistert ánders naar een cd dan naar een plaat. Ja, ook als die dezelfde muziek dragen. Naar een cd luister je terwijl je andere dingen doet: lezen, koken, schrijven… cd-muziek is achtergrond. Een langspeelplaat daarentegen leid je naar een intensieve luisterervaring. Je schrijft niet, kookt niet, leest niet… Je luistert. Komt het daardoor dat er weer vinylplaten geproduceerd en gesmaakt worden?
Bulckaert legt het in zijn Vinylpraat uit. Er zijn er nog die dat proberen doen. Ikzelf bijvoorbeeld raak het aan in Analoog versus digitaal: over de ziel van de dingen, waarin staat dat analoge film een intensere kijkervaring oplevert dan digitale. Alessandro Baricco maakt het nog breder: ‘Ik ontdek dat niet alleen de verkoopcijfers van vinyl al jarenlang gestaag stijgen, maar ook die van vulpennen, van typemachines, en heel wat belangrijker, van het papieren boek [zul je zien dat over een tijdje ook carbonpapier en pantoffels weer in de mode zijn] (…).’ Baricco vat het in The Game samen als de ‘verkoop van ouderwetse maar ietwat poëtische technologieën’.
Voor wat betreft de vinylplaat slaagt Bulckaert er goed in om dat poëtisch kantje te ontrafelen. De cd is een neutraal ding, met de vinylplaat heb je een emotionele band. Dat komt door Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band van The Beatles: ‘Het is de eerste plaat die als een zelfstandig kunstwerk wordt beschouwd. De plaat is niet bedoeld om live uit te voeren (…) Neen, van dan af worden muzikanten artiesten en maakt de hoes deel uit van de plaat. Ook die hoezen zijn kunstwerken. Vergelijk het met covers van boeken: een editie van Het verdriet van België ziet er nu helemaal anders uit dan dan de eerste druk uit 1983, maar Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band ziet er nog altijd identiek uit.’ Waardoor zelfs een beeld uit mijn persoonlijk leven een diepere dimensie krijgt. Het is avond en ik kom bij Tania thuis. Zij zit in de sofa en haar enige bezigheid bestaat erin dat ze naar een plaat luistert. Tegen de muur, vlak tegenover haar, staat de hoes uitgestald. Een multizintuigelijke kunstervaring!
Nog straffer. In de Gentse Bar Mirwaar komt maandelijks een harde kern muziekliefhebbers bijeen. ‘Die avonden ademen al vlug de sfeer van een geheim genootschap, een dead poets society.’ Bulckaert leidt een plaat in en daarna wordt er… geluisterd: ‘Dat blijft een vreemde, surrealistische ervaring. Zeker als je gedurende twee keer twintig minuten luisteraars gebiologeerd ziet staren naar een 33 toeren per minuut draaiende vinylplaat.’
Ik heb Vinylpraat nog niet uitgelezen en ik ga dat ook niet meteen doen. Ik ga het savoureren en er dus mijn tijd voor nemen. Bulckaert bespreekt 22 grensverleggende langspeelplaten die zijn jeugd verblijd hebben. Zo nu en dan ga ik er een tot mij nemen en me daarbij door Bulckaert laten inspireren. Dat zal lang duren en dat is goed, het betekent dat het boek meer waard is dan iets wat na luttele tijd alleen nog maar muren isoleert.
Binnenkort is ’t kerst & nieuw, haast je.
Wouter Bulckaert. Vinylpraat. 255 pp. 24,90 €. Epo Berchem. 2020.
Nick Cave en ik
Geen opmerkingen:
Een reactie posten