vrijdag 18 december 2020

Een perelaar genaamd Apollo



In mijn geheugen — en misschien alleen daar — doet een uitdrukking de ronde, die zegt dat een geslaagd mannenleven drie dingen omvat: zoon voortbrengen, boek schrijven, boom planten. Ik weet niet waar ik het haal en ik denk niet dat het ergens op slaat, maar zelfs dat laatste heb ik nu gedaan: ik heb een perelaar geplant. In 2021 pluk ik niet alleen de dag, maar ook de peer.
Eerst dacht ik mijn boom, op zijn Gents, Tjeef te noemen, naar Jozef — Tjeef — De Clercq, mijn grootvader langs moederskant. Tjeef was van het genre dat zijn prille gezin links liet liggen om zijn liederlijk leven rechts te continueren. Eerst heeft mijn grootmoeder er haar pere(n) mee gezien↗︎, daarna verliet Tjeef al vlug de echtelijke citéwoning om een pakje sigaretten te halen. Ik dacht: ik kan dat scheve familiegebeuren rechtzetten door Tjeef in mijn hof te wortelen. Een opdracht die bij nader inzien veel te beladen was voor zo’n teer boompje, ’t zou de perenproductie geschaad hebben. 
Zoals ‘t wel meer gebeurt, biedt het alternatief zich aan bij het krieken van de dag. Ik open de Mac en op ’t scherm ontplooit zich een prent, voorstellend Apollo↗︎ die met zijn zonnewagen uit zee opstijgt, waarna hij van oost naar west de dag rondt. Hij wordt begeleid door zijn zusters, de muzen↗︎. Dat komt goed uit, want rond mijn perenboom heb ik negen bloembollen geplant, tulpen, waardoor het prentje compleet is. In mijn hof staat nu de perenboom Apollo, omgeven door zijn zusters, de tulpenmuzen.
Nu roept u uit: zoveel misbaar voor zo’n klein boompje, in zo’n nietig perkje dat u hof durft te noemen. Waarin ik u gelijk geef, zij het alleen om ervan af te zijn.

Afsluiten doen we met
een verhaal dat heet
ETEN

Geen opmerkingen: