— Het manuscript van A hard rain’s a-gonna fall, met in ’t rood omkaderd: de verwijzing naar Nottamun Town. Het onderschrift zegt: “Iets cryptischer is de titel van het lied - 'Notamun Town' (sic) - Dylan heeft onder de regel geschreven: 'Ik zag tienduizend praters wier tongen allemaal stuk waren' ... Tienduizend stonden om me heen, maar ik was alleen is de regel uit 'Nottamun Town' die Dylan qua gevoel en toon heeft aangepast, maar waarom dit hem ertoe zou moeten aanzetten om zijn schuld in het manuscript te benadrukken, is meer een mysterie. Het is zeker een primeur.” —
Volgens Oscar Wilde liggen we allemaal in de goot, maar sommigen kijken van daaruit omhoog, naar de sterren. Daar wil ik al lang iets mee aanvangen. Ik had het al kunnen doen toen ik over Kenneth Rexroth schreef, de Godfather of the beats, of over Michael McClure die ooit een gedicht declameerde voor een publiek bestaande uit alleen maar een leeuw, of over Allen Ginsberg die zijn gedichten samen met de pianomuziek van Philip Glass mocht declameren… Allemaal mensen die, net als wij, in de goot liggen. Maar die, in de woorden van Oscar Wilde, omhoog kijken. Daar, aan ’t firmament, zien ze iets wat er altijd wel geweest is, maar wat niemand eerder placht op te merken. Ze mogen dan woorden gebruiken die we allemaal kennen, en als het songwriters zijn, voegen ze er noten aan toe die ook alom bekend zijn, ’t is in het herschikken van die woorden, van die noten dat hun kracht ligt.
Bob Dylan is het schoolvoorbeeld. Hij beleeft de sixties niet anders dan een hele generatie met hem, liggend in de goot en van daaruit naar de sterren kijkend. Daar merkt hij iets op wat er altijd al geweest is, maar niemand voor hem gezien heeft. Zo merkt hij de al lang bestaande folksong Nottamun Town op en daar ziet hij zijn eigen tekst bovenop staan, Masters of War, zeer geschikt om er de anti-atoommarsen mee af te dweilen. Dat zijn ‘herschikking der dingen’ ongezien is, blijkt uit de tegenstand die de song links en rechts oproept. Aan de rechterkant vindt men het allemaal — ‘… you never done nothin’ / but build to destroy…’ — simplistische puberpraat, links kijkt dan weer met lede ogen toe hoe Dylan een taboe van het genre overtreedt en in een folksong blinde woede uit: I hope that you die / And your death will come soon (…) And I’ll stand over your grave till I’m sure that you’re dead. Ja, dat is du jamais vu. Ik heb het er vroeger al over gehad in een stukje dat Leren schrijven met Bob Dylan heet.
En nu iets onder voorbehoud. Met hetzelfde Nottamun Town, al lang bestaande folksong, doet Dylan nog iets anders. Hij gebruikt iets van de taal van dat lied om een eigen verhaal te vertellen: A hard rain's a-gonna fall. Zelf heb ik het van Greil Marcus [’Stories of a bad song’ in ‘Bob Dylan’ van G. Marcus (2010).] en ’t is onder voorbehoud dat ik het verder vertel, omdat ik er zelf te weinig van afweet en er op ’t internet nauwelijks iets over vind. Maar hier toch dit: in een commentaar op een manuscript van Dylan (tijdens een veiling verkocht voor — slik! — 485.000 dollar) staat: “Slightly more cryptic is the song-title – ‘Notamun Town’ (sic) – Dylan has jotted down below the line, ‘I saw ten thousand talkers whose tongues were all broken’….. Ten thousand stood round me but I was alone is the line from ‘Nottamun Town’ that Dylan has adapted in sentiment and tone, though why this should prompt him to highlight his debt in the manuscript is more of a mystery. It is certainly a first.” (De vertaling heb ik onder de illustratie in hoofding gezet.)
‘Adapted in sentiment and tone’ dus. Oscar Wilde zou het wel geweten hebben: vanuit de goot kijkt Dylan naar het firmament. Daar merkt hij sterren op die er altijd al waren. En vervolgens verbindt hij die met elkaar… op nooit eerder geziene wijze.
Flor Vandekerckhove
Zowel ‘Masters of war’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten