M’N MANSARDE was klein, met nauwelijks plaats om iets op te hangen, wellicht komt het daardoor dat ik nog exact weet wat er aan de muur hing: 1. een kruisje met droog wijwaterpotje wat goed van pas kwam om de peuk uit te duwen als ik onder 't dak heimelijk een gestolen sigaret rookte; 2. een krantenfoto van Fidel Castro met daaronder: When the unusual is becoming dayfully, that means the revolution, waardoor ik dacht dat Fidel Engelstalig was; 3. een centerfold⇲ van Françoise Hardy⇲, gekregen van m’n maat JP⇲ die niet erg voor die Française te vinden was.
In Vergeefs naar Parijs in MEI 68⇲ breng ik de drie samen: het kruisje via ’t katholiek' college waar ik schoolloop; Castro via de revolte van Mei 68; Françoise Hardy met een van haar hits⇲. Eindigen doet dat verhaal⇲ als volgt:
Ik dacht: heel Parijs loopt nu op straat en zij dus ook. Ik dacht: van zodra ik haar in zo’n betoging zie opstappen, schuif ik mee aan in de rij. Ik dacht: vervolgens manoeuvreer ik me nader tot haar. Ik dacht: wanneer ik dan, onder de Arc de Triomphe, vlak naast haar loop, neem ik haar hand. Ik dacht: wanneer ik daarna weer thuiskom kan ik in ’t college zeggen dat ik in de straten van Parijs gelopen heb, met Françoise Hardy, les yeux dans les yeux et la main dans la main.
En nu, op 11 juni, is ze overleden, ze werd tachtig.
2 opmerkingen:
Mooie herinnering Flor, maar ik betwijfel toch of ze daar bij zou geweest zijn. Ze stond bekend als iemand die altijd de gaulisten en de rechterzijde steunde en kwam daar ook openlijk voor uit.
@ Wim Steurs: 'Vandaar dat ik haar daar niet gezien heb.'
Een reactie posten