— Links: het eerste huis waarin ik ooit gewoond heb. Midden: de afbraak. Rechts: de nieuwbouw. — |
Ik blader in een kladeditie van Gauw!, boek waarin ik mijn kindertijd beschrijf en stoot op een passage
waarin ik vertel over het moment waarop ik daar voor het eerst, vers uit de
materniteit, thuiskom:
‘We rijden naar een huis dat een beetje verder ligt, in de Golfstraat, waar mijn moeder een voedingswinkeltje uitbaat. Die woning heeft wel een winkel, maar is geen winkelhuis. Je komt binnen in de gang. Rechts leidt een deur je de voorste kamer in, de voorplaats, en daar staan enkele bakken melk, enkele kartons met eieren, een rek met kruidenierswaren. Onder de elektriciteitsmeter in de gang staat in de koelte een reserve: enkele bakken prik. Een tussendeur scheidt de winkel van de woonplaats die ook als keuken en badkamer dienstdoet. Er is een achterhuis waarin Aline leeft, mijn grootmoeder, die samen met haar dochter uit Gent naar Bredene verhuisd is.’
[Dit stukje werd in december 2014 in De Laatste Vuurtorenwachter gepost. In 2024 redigeer ik het opnieuw, ten behoeve van de FB-groep Bredene Retro.]
1 opmerking:
In 1946 woonden we 10 maanden aan de overkant, in de Brabo, zoals het in mozaïek op de zulle te lezen stond.
(Luc Blomme)
Een reactie posten