Daarvoor doe ik het. De zin dringt zich op wanneer ik dit briefje in mijn mailbox krijg. Ik doe het in de hoop dat iemand zijn naam googelt, via zo'n foto onverwachts
in mijn blog terechtkomt en het ene vervolgens het andere voortbrengt. Het briefje komt van Mark Cromphout. Hij staat als nummer 19 op de
foto’s die ik hier van mijn jaren in het lager middelbaar publiceer. We
kennen elkaar niet goed. Wellicht komt dat doordat ik een externe leerling ben, terwijl Mark zijn nachten in
het internaat doorbrengt; gescheiden werelden. Misschien
komt het ook doordat Mark een jaar blijft hangen en in een andere
groep terechtkomt. Andere
schoolmakkers herinnert Mark zich wel. Wilfried Laforce bijvoorbeeld, die ons in het
lopen allemaal voorbijgestoken heeft. Of Chandler wiens tragische verhaal ik eerder al
beschreven heb. Van René Jungbluth herinnert hij zich dat het een goede
leerling wiskunde was. Vooral Ronny Goethals, hier onder het nummer 11, herinnert hij zich goed:
‘Hij was een goede makker, zeer sportief, kon gelijk welke
turnoefening. Hij zwom, dook en deed aan parachutespringen; in Stene deed hij
aan polsstokspringen. Ronny was een beetje de Wilfried Laforce van onze klas, maar
dan minder in het lopen. Ronny is geboren in Congo (Matadi, denk ik). Het eerste
jaar humaniora liep hij op het college, vervolgens trok hij weer twee jaar naar
Congo om uiteindelijk de laatste 3 jaar in ‘t college af te maken. Zijn ouders
waren toen nog in Congo denk ik. Zou voor ‘pol en soc’ gaan. Verder geen info
meer.’ Het is trouwens op zoek naar Ronny’s
coördinaten dat Mark in mijn blog terechtkomt.
Het noodlot heeft ervoor gezorgd dat hij nooit Ludo Van Kerschaever, hier nummer 37, zal vergeten: ‘Ludo
en ik waren van plan ons samen in te schrijven in Brussel (Sint Lukas,
architectuur), maar hij is zo ver niet geraakt. Per autostop is hij naar
Brussel vertrokken maar onderweg is de wagen in een verkeersongeval betrokken
geraakt, met als gevolg dat Ludo verschillende maanden in de coma heeft gelegen en uiteindelijk, in
1968, overleden is.’
En hoe is het Mark Cromphout (°1950) vervolgens vergaan?
Na zijn studies aan Sint-Lucas Brussel (twee jaar architectuur, twee
jaar werfleider bouw) komt hij eerst in ’t hoofdkwartier van Colruyt terecht
waar hij onder meer Jan Decreton leert kennen. Daarna verkoopt hij
producten die met industriële weegtechniek te maken hebben, producten die zijn broer in
een eigen bedrijf ontwikkelt. Zijn beroepsloopbaan sluit hij af in hetzelfde
Sint Lucas waar hij eerder gestudeerd heeft. Daar wordt hij diensthoofd voor het
onderhoud van de gebouwen. Hij woont in Wetteren, is getrouwd, vader en
grootvader, en nu ook gepensioneerd.
Intussen gebeurt ook dit. Op een beurs in Tunis maakt Mark kennis
met twee plaatselijke studenten elektronica. Zij worden zijn
partners in Cotech, een Tunesisch
bedrijf waar Mark nog altijd bij betrokken is en dat daar inmiddels twaalf mensen
tewerkstelt. Je moet hier
maar eens kijken, je zult, net als ik, versteld staan.
Flor Vandekerckhove
[Deze post dateert van 2017. In 2021 redigeer ik hem opnieuw ten behoeve van de FB-groep Oostendse verhalen.]
1 opmerking:
Het doet goed deze nog eens terug te zien, vele herken ik nog maar ook velen zijn verdwenen in de nevelen van mijn geheugen.
Freddy DeVos aka MaRf plastisch kunstenaar.
Een reactie posten